Jak

Kulders werden tot aan het begin van deze eeuw over een borstrok gedragen, daarna vervingen ze dit kledingstuk. Zomers zijn de mouwen zichtbaar vanonder de kraplap, in de winter wordt daar overheen het jak gedragen.; Deze kulder is nooit gedragen Zwarte wollen stof in satijnbinding, zgn. zelfgerei, blauwe voering van katoen in keperbinding. Korte mouwen. Sluiting aan voorzijde met 4 haken en ogen. Zijsplitten, achterzijde langer, vandaar ook de naam slippenkulder. Deze slippen lopen naar onder breder uit. De split middenachter is vastgezet, bovenaan bevindt zich een haak, ankerpunt voor de rok en het schort.