Vrouw Bosschaert in Walcherse streekdracht. Onder de 'trekmuts' wordt een ondermuts gedragen waarin het oorijzer is gespeld. Aan de uiteinden van het oorijzer bevinden zich gouden windingen, de...
Vrouw Bosschaert in Walcherse streekdracht. Onder de 'trekmuts' wordt een ondermuts gedragen waarin het oorijzer is gespeld. Aan de uiteinden van het oorijzer bevinden zich gouden windingen, de 'krullen'. Aan de krullen hangen klaverbladvormige oorijzerhangers met een parel. Om haar hals draagt ze een halssnoer met vijf strengen kralen aan een driedelige sluiting.
Aanvullingen
Vul deze informatie aan of geef een reactie
Reactie