Een hedendaags ambtskostuum: werkgroep Ambtsketen

 
Evelien Sipkes, prototype ambtsketen voor Hellevoetsluis, 2001. Materiaal: verzilverd ijzerdraad, zink en zilver.
1 juli 2015
MA Arts and Culture, Design and Decorative Art

Het ambtskostuum van de burgemeester is in 1994 officieel ingetrokken, maar werd voor die tijd al niet vaak meer gedragen. De ambtsketen is nog wel in gebruik, maar was om verschillende redenen aan vernieuwing toe volgens een aantal burgemeesters. Zij richtten samen Werkgroep Ambtsketen op.[1] Het doel: nieuwe (ontwerpen voor) ambtsketens, gemaakt door bekende Nederlandse ontwerpers, die passen in de oude traditie en tevens een hedendaagse uitstraling hebben. Bovendien moeten de ketens zowel voor mannelijke als vrouwelijke burgemeesters geschikt zijn om te dragen.  

De werkgroep

In januari 1997 kwam de Werkgroep Ambtsketen voor het eerst bijeen op initiatief van twee vrouwelijke burgemeesters die beiden vonden dat de ambtsketen aan vernieuwing toe was.[2] Het karakter van het openbaar bestuur was volgens hen veranderd, terwijl het symbool hiervan sinds 1852 ongewijzigd bleef. Een ambtsketen die aan hedendaagse eisen en wensen voldoet zou een interessante ontwerpopdracht zijn.

De Werkgroep wilde een voorbeeldproject initiëren, met de bedoeling ook in de toekomst meer gemeenten te interesseren voor het inschakelen van professionele vormgevers en ontwerpers bij het ontwerpen van een nieuwe ambtsketen. Als adviseur werd Liesbeth den Besten ingeschakeld. Zij stelde een lijst op van vijftien ontwerpers, waaronder productontwerpers, sieraadontwerpers en edelsmeden, die aan de deelnemende gemeenten werden gekoppeld.[3]

De ambtsketen

Door velen wordt de keten van de burgemeester als een onaantastbaar historisch symbool beschouwd, maar in de praktijk blijkt dat de meeste gemeenten meer dan één keten in gebruik hebben. Uit iedere stijlperiode van de 20ste eeuw zijn er ambtsketens bekend, ontworpen door de plaatselijke edelsmid of zilverfabriek Van Kempen en Begeer en door bekende kunstenaars en ontwerpers.

Ambtsketen burgemeester van Amsterdam, ontwerper Harm Ellens, uitvoerder Koninklijke Begeer, 1923. Materiaal: zilver. Collectie Amsterdam Museum
Ambtsketen burgemeester van Amsterdam, ontwerper Harm Ellens, uitvoerder Koninklijke Begeer, 1923. Materiaal: zilver. Collectie Amsterdam Museum

Bijzondere gebeurtenissen vormen vaak de aanleiding tot het laten maken van een nieuwe ambtsketen. De verschillende ketens hebben hun eigen stijlkenmerken, maar zijn als type tamelijk uniform: een ketting van schakels waaraan een penning hangt. Pas in de jaren 1990 werd er gevarieerd op dit model. Ook de door de Werkgroep Ambtsketen aangestelde ontwerpers werd een poging gedaan om dit type ter discussie te stellen.

De ambtsketen heeft een onderscheidend karakter en heeft de bedoeling om de drager waardigheid te verlenen. Het is tevens een machtssymbool dat zijn status ontleent aan traditie en historie. Op 16 november 1952 werd de keten ingevoerd en al volgt beschreven: een zilveren penning met aan de ene zijde “…het wapen des Rijks, aan de andere dat der gemeente, of, zoo de gemeente geen wapen heeft, den naam der gemeente”, aan een zilveren keten, of aan een oranje zijden lint.[4] Ook dit laatste overblijfsel van het ambtskostuum van de burgemeester was echter aan verandering toe.

“Hoe moet je het ambt eigentijds opvatten, dat zou de nieuwe ambtsketen moeten symboliseren.”[5]

Beroepskleding en onderscheidingstekens zijn van oudsher een mannenzaak, omdat zij eeuwenlang de machtigste maatschappelijke en kerkelijke functies bekleedden. Nu steeds meer vrouwen deze functies innemen en bijbehorende onderscheidingstekens gaan dragen, wordt de roep om verandering sterker. Vrouwen dragen bijvoorbeeld andere kleding dan mannen, die door de dunnere stof vaak ongeschikt is om een ambtsketen bij te dragen.

Voor de hedendaagse ambtsketens werden dan ook een aantal eisen geformuleerd. Naast de wettelijk vastgestelde voorwaarden betreffende het materiaal (zilver) en de penning (met het Rijkswapen aan de ene en het gemeentewapen aan de andere zijde), worden de volgende criteria genoemd:
de waardigheid van het ambt moet in ere worden gehouden;
de draagbaarheid en verplaatsbaarheid van de keten;
de symbolische en functionele waarde van de ambtsketen;
de geschiktheid voor mannelijke en vrouwelijke dragers.

Bovendien riep de Werkgroep de ontwerpers op om te onderzoeken in hoeverre de wettelijk vastgestelde grenzen opgerekt zouden kunnen worden. Naast gebruik van experimentele materialen gaven een aantal ontwerpers hier gehoor aan door de aandacht van de penning naar de schakels te verleggen en zo een nieuwe interpretatie van de keten te vormen.

Ruudt Peters, prototype ambtsketen, 2001. Materiaal: zilver en Manie. Collectie Amsterdam Museum
Ruudt Peters, prototype ambtsketen, 2001. Materiaal: zilver en Manie. Collectie Amsterdam Museum


Ruudt Peters vervaardigde dit prototype, hier geschikt gemaakt voor de stad Amsterdam. Het thema van de keten is wijsheid waarbij geëxperimenteerd is met materiaalgebruik: het is een lichtgewicht schakelketting van zilver, bedekt met oranje menie. Door het dragen zal de menie slijten en steeds meer van het zilver zichtbaar worden. De keten zal daardoor steeds meer de sporen van zijn eigen geschiedenis tonen. De vorm van de schakels is gebaseerd op die van een in plakjes gezaagde karbonkel, een ruwe granaat. De “Steen der Wijzen” onderaan de ketting refereert aan dezelfde karbonkel, ditmaal opengezaagd. De twee helften tonen het stadswapen en de Nederlandse Leeuw.
Volgens Ruudt Peters dienen tradities onderzocht en opnieuw geformuleerd te worden. Daarom is zijn ontwerp gebaseerd op een schakelketting, maar dankzij de openhangende vorm, het materiaalgebruik en het weglaten van de penning een nieuw type.[6]

Het laatste woord over de betekenis en symboliek van de ambtsketen is volgens Liesbeth den Besten met de afsluiting van de Werkgroep (een tentoonstelling in het Stedelijk Museum Amsterdam en een publicatie in 2001) nog niet gesproken, maar de Werkgroep hoopt wel een aanzet te hebben gevormd tot een nadere gedachtebepaling over de ambtsketen in deze tijd.[7]

In hoeverre dit gelukt is en een reflectie op de Werkgroep veertien jaar na dato, is te lezen in de volgende blog: een interview met Liesbeth den Besten.

Literatuur:

L. den Besten, De nieuwe keten van de burgemeester, Amsterdam 2001 

B. ter Molen – den Outer, Ambtsketens van burgemeesters in Nederland, Den Haag 1979

T. Moolhuysen – Coenders, Tekens en Ketens, Amsterdam 1993

Noten

[1] Bestaande uit mevrouw M. van Rossem, voorzitter (burgemeester Hellevoetsluis tot 1-1-2001), de heer M.J.H. Marijnen (burgemeester Roosendaal tot zomer 2010), de heer M. Zonnevylle (burgemeester Leiderdorp tot december 2011), mevrouw A.E. Verstand-Bogaert (burgemeester Zutphen tot zomer 1998) en de heer D.C. Hoek, secretaris (oud-burgemeester Maurik).
[2] Mevrouw M. van Rossen, op dat moment burgemeester van Hellevoetsluis, en mevrouw A. Verstand-Bogaert, op dat moment burgemeester van Zutphen.
[3] Marcel Wanders: gemeente Roosendaal, Ted Noten en Froukje Idsardi: gemeente Emmen, Ralph Bakker en Philip Sajet: gemeente Barneveld, Dinie Besems: gemeente Leerdam, Evelien Sipkes: gemeente Hellevoetsluis, Peggy Bannenberg: gemeente Oisterwijk, Bruno Ninaber van Eyben: gemeente Papendrecht, Susanne Klemm en Ruudt Peters: zonder gemeente.
[4] Ter Molen 1979, pp. 30-34.
[5] M. van Rossen, voorzitter werkgroep ambtsketen, tijdens een gesprek met Liesbeth den Besten op 31-3-2000.
[6] Den Besten 2001, pp. 87-89.
[7] Den Besten 2001, p.27.

Aanvullingen

Vul deze informatie aan of geef een reactie

Reactie