Toen Gieneke Arnolli, textielconservator van het Fries Museum Leeuwarden, mij in 2014 uitnodigde voor een bezoek aan het archief, kon ik niet wachten tot ik weer in het land zou zijn. Van haar omschrijving van de textielcollectie liep het water me in de mond en begonnen mijn vingers te kriebelen: van breisels tot stoplappen, er was zelfs gebreid stopwerk in de collectie te vinden!
Er was zo veel te zien en te bespreken met Gieneke, dat ik mijn ervaring hier in een overzicht samenvat. Twee bijzonder interessante dingen die ik ben tegengekomen zullen in twee volgende blogs worden uitgelicht.
Het Fries Museum heeft veel regionale streekdracht in de collectie. Een deel van het Friese dameskostuum was de floddermuts, die over bronzen, zilveren of gouden hoofdversiering – het oorijzer – werd gedragen. Sommige oorijzers bedekten bijna het gehele hoofd.
Van oorsprong werden de floddermutsen gemaakt van Belgisch of Frans kloskant. Aan het begin van de 20ste eeuw werd het echter moeilijk de benodigde hoeveelheden kant voor een floddermuts te krijgen: het gerimpelde deel in de nek kan uit meer dan een meter kant bestaan. Gebreid kant was een goed alternatief voor het nabootsen van het kantkloswerk.
Veel van de mutsen laten patronen zien die ik herken van Shetlands kantbreiwerk. Deze floddermuts is gebreid van naaigaren met breinaalden die waarschijnlijk dunner dan 1 millimeter waren(!). De bobbels in de diamanten aan de achterkant van de muts zijn uitzonderlijk mooi en vol, en lijken bijna op pareltjes die aan de muts zijn genaaid.
Het Fries Museum heeft ook een grote collectie poppen. Deze waren niet om mee te spelen, maar werden gebruikt om meisjes te leren breien en naaien. De meeste poppen hebben kleren aan die de mode van de tijd volgen. De meisjes oefenden hiermee het maken van kledingstukken, zoals sokken, ondergoed, onderrokken, blouses en jassen. Deze kleine oranje poppenwanten vielen op door hun kleur en geluste afwerking aan de randen.
Om bepaalde steken te leren, en als aide-memoire om te onthouden hoe ze eruit zagen, werden breirollen gemaakt. Deze persoonlijke ‘steekdagboeken’ vulden meerdere lades in het depot.
Tot mijn bezoek aan het depot van het Fries Museum had ik stoplappen alleen nog maar online en in boeken gezien. Om ze nu in het echt en van dichtbij te kunnen bekijken, zowel de voor- als de achterkant, was spectaculair.
De stoplap is lang onderdeel geweest van de opleiding van de meeste meisjes. Hiermee leerden zij het huishoudelijk linnen in verschillende weefsoorten te repareren. Stopwerk werd geoefend op een fijne linnen lap met meerdere gekleurde draden, vaak van zijde of katoen. Door de kleuren konden beginners makkelijker zien wat ze precies deden en konden ze beter begrijpen wat elke draad deed in het stopwerk. Voor het echte stopwerk werd uiteindelijk dezelfde kleur draad als de achtergrond gebruikt, zodat het stopwerk uiteindelijk onzichtbaar zou zijn.
Hoewel de stoplappen slechts het oefenwerk voor de echte reparaties vormen, zijn de kleurstellingen zeer inspirerend. Ik kan me alleen maar voorstellen hoeveel geduld er nodig is geweest om de stoplappen te maken. De precisie waarmee de stoplappen zijn afgewerkt, zijn echter niet altijd een reflectie van hoe het echte werk uiteindelijk vaak werd, aldus Gieneke. Blijkbaar hadden vrouwen toch iets beters te doen dan urenlang de gaten in hun rokken te repareren.
Na de verschillende brei- en stopvoorbeelden kwamen de twee technieken bijeen in een la met sokken en kousen. Ik kon me zo voorstellen dat de meisjes waarschijnlijk eerst de sokken en kousen hebben moeten breien, waarna deze met rood draad in vlakken werden verdeeld, waarop vervolgens verschillend gebreid stopwerk geoefend kon worden. Op de voorbeelden is te zien dat naast het rode stopwerk ook in het wit geoefend is, waardoor het stopwerk bijna onzichtbaar wordt.
In de volgende blogs zal ik ingaan op enkele opvallende elementen van de geweven en gebreide stoplappen.
Deze blog is een bewerking en vertaling van de oorspronkelijke blog geschreven door Tom van Deijnen. De originele tekst is te vinden via deze link. Met dank aan Tom of Holland.
Aanvullingen
Vul deze informatie aan of geef een reactie
Reactie