In de huidige maatschappij waarin kopen en weggooien de norm is geworden neemt Judith van Hilten ons mee in de gedachte dat we waarde moeten gaan inzien van het vergankelijke. Iets dat gebruikt wordt laat sporen van leven achter en geeft het kledingstuk juist karakter.
Onder de jongere Nigerianen uit Lagos wordt niet meer strikt vastgehouden aan bepaalde regels rondom het dragen van traditionele culturele items. Zij geven een nieuwe betekenis aan deze items en verwerken ze in nieuwe stijlen.
Mode staat bekend om zijn blik op de toekomst, maar de inspiratie voor deze toekomst komt meestal uit het verleden. In de tentoonstelling Uit de Mode wordt daarom gereflecteerd op iconische ontwerpen uit de collectie van het Centraal Museum. Één ding wordt hierin duidelijk gemaakt: waar zou de mode zijn zonder de enthousiaste modeconservator?
Schorten dragen we tegenwoordig voor de barbecue of achter het fornuis, maar in de 18de-eeuw was het een écht mode item. Vooral als deze van sits gemaakt was! Van sierschort tot huismuts, een sits accent was onmisbaar in de garderobe van een Fries.
De deuren slaan open en de eerste glimpsen van glittering en sensatie komen je tegemoet. De kostuums uit de Theatercollectie mogen dan veilig opgeslagen zijn in het depot, de sprankeling van het toneel zijn ze niet verloren. In twee aktes licht Modemuze Veronica Saenz twee thema's uit de rondleiding door de Theatercollectie toe die haar in het bijzonder aanspraken: de kostuums van Toneelgroep De Appel en de werken van Nicolaas Wijnberg.
Het verzamelen van vernieuwende en conceptuele mode neemt een belangrijke plek in het verzamelbeleid van het Centraal Museum in Utrecht in. Vanwege de conceptuele aard van het werk van Japanse ontwerpers, waarbij de nadruk op experiment in materiaal en vorm ligt, worden deze ontwerpen sinds de jaren '90 actief door het museum aangekocht.
In 1910 introduceerde modeontwerper Paul Poiret de harembroek als bevrijdend kledingstuk voor de Westerse vrouw. In Iran gold op dat moment de westerse pantalon als toonbeeld van moderniteit. Een korte geschiedenis van de broek in Oost en West.
De Nike Air is een iconische sneaker met vele liefhebbers en verzamelaars. Populair geworden door de gabbercultuur en hip-hopscene is het nu een sneaker die niet meer weg te denken is uit het Nederlandse straatbeeld.
Vroeger werd er geregeld gebruik gemaakt van allerlei losse hulpmiddelen om het lichaam te corrigeren. Tegenwoordig worden in de kleermakerij nog steeds foefjes toegepast om de gebruiker voor specifieke doeleinden zo ideaal mogelijk voor de dag te laten komen. Een vioolspeler gebruikt zijn kleding namelijk anders dan een ober.
Zonder glim en glans is je feestkleding niet af. Ook in de tijd dat Oriëntalisme en Art Deco het helemaal zijn. Het goedkope, veelzijdige en lichte gelatine is dan hét materiaal voor schitterende ornamenten.
Onderzoek voor hun eindexamenopdracht bracht twee studentes van de Meesteropleiding Coupeur in het depot van het Gemeentemuseum Den Haag. Hoe ziet het binnenwerk van een herenpak anno 1919 eruit? Hoeveel banen telde een rok omstreeks 1890?
In het kader van het Modemuze open depot-programma toonde Paleis Het Loo bijzondere ambtskostuums en hoflivreien uit haar verzameling. Een goede gelegenheid om meer te weten te komen over goudborduursels, onderscheidingstekens en voorschriften.
Bij mode en modeshows denk je waarschijnlijk in eerste instantie aan Parijs, maar vermoedelijk begonnen de eerste modeshows ergens anders. Hoe zit het eigenlijk met de catwalkgeschiedenis?
MAFB en Modemuze ontmoetten elkaar ongeveer een jaar geleden. Een goede zet, want ze vullen elkaar goed aan. Op 1 november 2014 vond de finale van fashion fest by MAFB, powered by Modemuze, plaats als klapstuk van de samenwerking.
Kennis over historische patronen en technieken vormen de basis van het kleermakersvak. Roy Verschuren is ambachtelijk kleermaker en docent aan de Meesteropleiding Coupeur in Amsterdam en aan de Academie voor Beeldende Kunsten. Hij gaf Modemuze een kijkje in zijn omvangrijke verzameling kleermakersvakliteratuur.
Giftige stoffen, in de 19e eeuw waren ze al in de mode, maar ook vandaag de dag ontkomen we er niet aan. Ontwerper Dylan Eno maakte zijn eindexamenfilm met (giftige) japonnen uit de collectie van het Kunstmuseum Den Haag.