Sinds 2004 brengt de Zweedse kledingketen Hennis & Mauritz (H&M) elk jaar een ‘designer collectie’. De daaropvolgende jaren wist H&M steeds interessante ontwerpers aan zich te binden, variërend van Viktor & Rolf (2006), Rei Kawakubo (2008), Roberto Cavalli (2007) en Martin Margiela (2012). In 2015 was het de beurt aan Balmain. Verschillende items uit deze collecties zijn inmiddels in de Nederlandse modecollecties opgenomen.
Is je jas stuk, dan kan je overwegen hem te laten reperaren. Het liefst op zo'n manier dat je niet meer kan zien dat de jas ooit kapot is geweest. Althans, zo doen we dat in het westen. In Japan gaat men van oudsher echter heel anders om met reparaties.
Ontwerpen van Maison Martin Margiela zijn niet per se 'mooi' in de klassieke zin van het woord, maar wel altijd interessant. Soms te groot of gemaakt van ongebruikelijke materialen, soms onafgewerkt of zelfs beschadigd. De stukken willen ons iets vertellen. Om ze te begrijpen moet je alleen wel de Margiela-taal verstaan. Modemuze vertaalt.
Modejournalist Cécile Narinx vroeg zich, na het invoeren van de verstrekkende Coronamaatregelen, af: “Hoe omzeilen we de valkuil van het slonskloffie?”. Van japonse rock tot aan de #pillowchallenge, conservator Ninke Bloemberg geeft in dit blog verassende antwoorden op deze vraag.
MAFB en Modemuze ontmoetten elkaar ongeveer een jaar geleden. Een goede zet, want ze vullen elkaar goed aan. Op 1 november 2014 vond de finale van fashion fest by MAFB, powered by Modemuze, plaats als klapstuk van de samenwerking.
“Als costuums voor een science-fictionballet bijzonder geslaagd, op het Leidseplein zullen we er voorlopig niemand in zien” . Modejournalist Emmy Huf schreef deze woorden over de kostuums die Gijs Bakker en Emmy Van Leersum in 1970 showden. Misschien niet voor het Leidseplein maar in de danswereld waren de kostuums gelijk populair.
In de tentoonstelling Alphonse Mucha, Art Nouveau in Parijs in Kunstmuseum Den Haag zijn niet alleen vrouwen in het werk van Mucha te zien, maar ook een aantal kostuums uit de tijd waarin Mucha in Parijs vertoefde.
In het midden van de negentiende eeuw, aan het begin van de vrouwenbeweging, trokken feministen, burgerrechtenactivisten en vrouwelijke politici letterlijk de broek aan in hun strijd voor meer vrouwenrechten, meer publieke gelijkheid en meer gelijkwaardigheid van vrouwen. Wijde pofbroeken of ‘de bloomer’ (in het Engels ‘bloomers’) werden hét symbool van de vrouwenemancipatie in de ijzeren eeuw. De bloomers zorgden destijds voor heel wat ophef, maar het dragen van sommige broeken gaat ook vandaag de dag nog gepaard met veel commotie.
Terwijl celebrities de beeldjes in de jaren tachtig nog in hun spijkerbroek kwamen ophalen, weet tegenwoordig iedereen wie wat heeft gedragen op het rode tapijt. Waar komt dit typerende kleed eigenlijk vandaan en wanneer is de rode loper serious business geworden?
Wanneer er over haar wordt gesproken dan wordt vrijwel meteen aan de verschijningsvorm ervan gedacht. Hoe ziet iemands (hoofd)haar eruit, is het aan- of afwezig? Niet vaak wordt er over de materialiteit van haar gesproken. Zonde, want de materialiteit van menselijk haar is veelzijdig. Zo wordt haar in de kunst, mode, schoonheidsindustrie en zelfs voor duurzame doeleinden hergebruikt.
De ontwikkeling van de crinoline begon met een behoefte aan lichtere ondersteuning van de heersende mode. Door concurrentie onder producenten en technologische ontwikkelingen werden de onderrokken bereikbaar voor alle klassen. In de twintigste eeuw dient de crinoline vooral als inspiratiebron voor ontwerpers of als uitingsvorm binnen subculturen als de Steampunkbeweging.