Kostuumontwerper Joost van Wijmen bracht onlangs een bezoek aan het depot van Bijzondere Collecties UvA. Een verzameling die veel kan vertellen over de ontwikkeling van theater en scenografie.
Van ‘s ochtends vroeg tot ‘s avonds laat, van dijzak tot waaier, al eeuwenlang is een outfit pas klaar met de juiste accessoires. In deze driedelige blogserie wordt per dagdeel gekeken naar de vele ditjes en datjes die zorgen voor een geslaagde look.
In het Tassenmuseum Hendrikje is van 11 maart tot 27 augustus 2017 de tentoonstelling It's a Men's World te zien. Omdat mannen door de eeuwen heen altijd diverse soorten tassen hebben gedragen bekijken we in deze driedelige serie over mannentassen de vraag Fashion or Function? In deel 2 kijkt Leonie Sterenborg, conservator in het Tassenmuseum Hendrikje, voor ons naar werk- en aktetassen, de sporttas en reis- en vrijetijdstassen.
In een bruidsjurk herken je zowel de smaak van de bruid als ook de heersende mode. Vroeger was dat niet anders. Twee voorbeelden uit de verzameling van Museum TwentseWelle laten dat goed zien.
Welke termen werden gebruikt voor mantels en jassen? Welke kledingstukken vallen onder deze terminologie? Birthe Weijkamp deed onderzoek naar aanleiding van een tentoonstelling in het Rijksmuseum.
Kleren zijn op het eerste gezicht niet de meest voor de hand liggende voorwerpen om honderden jaren in stand te houden. Waarom worden kledingstukken dan toch door musea verzameld?
De overjas maakte in Perzië (Iran) een lange ontwikkeling door. Van praktische kleding voor soldaten ontwikkelde de overjas zich tot geliefd kledingstuk voor dames en heren. Sinds de Islamitische Revolutie is de overjas weer terug in het modebeeld.
Gruwelijk, maar soms toch ook wel beestachtig mooi: bont. Onze voorouders hadden er geen problemen mee zich te wagen in een vossenvachtje of apenbontje. Tegenwoordig ligt dat natuurlijk wel anders, maar ja, dat verandert de geschiedenis niet...
Van ‘s ochtends vroeg tot ‘s avonds laat, van dijzak tot waaier, al eeuwenlang is een outfit pas klaar met de juiste accessoires. In deze driedelige blogserie wordt per dagdeel gekeken naar de vele ditjes en datjes die zorgen voor een geslaagde look.
De hoge hoed was rond 1900 onderdeel van het kostuum van een heer in betere kringen. Prachtig voor op straat, maar minder handig om de hele tijd mee te dragen. Een gat in de markt dus!
Opgegroeid in een gezin met dertien kinderen was er geen geld of ruimte voor persoonlijke bezittingen. Een simpele waaier die Fransje van Eijsden als jong katholiek meisje van een oom uit Indonesië kreeg bracht hier verandering in.
De ontwikkeling van de crinoline begon met een behoefte aan lichtere ondersteuning van de heersende mode. Door concurrentie onder producenten en technologische ontwikkelingen werden de onderrokken bereikbaar voor alle klassen. In de twintigste eeuw dient de crinoline vooral als inspiratiebron voor ontwerpers of als uitingsvorm binnen subculturen als de Steampunkbeweging.
Stond de eerste Nederlandse paraplu-fabriek in Dordrecht? Dat niet, maar Martinot is zeer waarschijnlijk wel de langst bestaande parapluwinkel geweest. De 'affaire' werd opgericht in 1820 en sloot pas bijna 190 jaar later haar deuren, nadat de 84-jarige achterachterkleindochter Mien Gelissen in 2008 overleed en niet werd opgevolgd.
Bij een japon in het depot van het Centraal Museum zaten een aantal losse resten stof in de doos, die jarenlang bij de japon bewaard zijn gebleven. Tijdens de hoognodige restauratie van de japon ontdekte het team waar deze stukken vandaan zijn gekomen.
"Tornsters gevraagd": tornen is frustrerend als er bij het naaien iets mis is gegaan, maar hoopvol als oude kleren na het tornen een nieuw leven wordt gegund. Deze post is een bewerking van het hoofdstuk 'Toveren met naald en draad' uit het boek Tot op de draad.