De Britse modeterm riding coat werd eind achttiende eeuw door de Fransen verbasterd tot redingote. De ontwikkeling van dit kledingstuk is fascinerend: van een functionele rijmantel groeide het uit tot een modieuze jas voor mannen én vrouwen.
Door de heersende Anglomanie in de tweede helft van de achttiende eeuw werd de riding coat, de rijmantel, zeer populair bij mannen en vrouwen. De Engelse mode bood meer bewegingsvrijheid dan de Franse mode en legde de nadruk op de snit en sobere kleuren. Tegen de jaren 80 van de achttiende eeuw werd de redingote door heel Europa gedragen tijdens het wandelen, het reizen, bij sociale aangelegenheden en zelfs in de kerk. De rijmantel was toen getransformeerd tot een alledaagse mantel: de redingote.
De redingote is een lange, wollen mantel met kraag en nauwsluitend lijfje. Het kledingstuk kan single of double breasted zijn en loopt bij de taille meestal wijd uit. Het was een variant op de robe à l'anglaise en werd ook wel robe redingote genoemd. De mantel werd door kleermakers op maat gemaakt naar voorbeeld van de mannenmode. Dit is te zien aan de grote revers die voorheen niet door vrouwen werden gedragen. Onder modeprenten werd de jas beschreven als ‘redingote d’homme’, of als ‘mannenjas’. Kenmerkend voor de redingote uit de achttiende eeuw is de open voorkant waardoor de onderjurk of onderrok zichtbaar werd. Bovendien was de redingote comfortabel, stevig en tegelijkertijd licht genoeg om in te wandelen. Daarnaast boden de kapachtige schouderkragen, die tot aan het begin van de negentiende eeuw voorkwamen, voldoende bescherming tegen de regen.
In het eerste decennium van de negentiende eeuw veranderde het uiterlijk van de redingote: de jas werd zeer getailleerd, was aan de voorkant helemaal gesloten en had geen plooien en revers meer. In de loop van de negentiende eeuw werden vele varianten populair. In Nederland waren donkerpaarse redingotes erg geliefd. Van grote invloed op de mode was het weer: het begin van de negentiende eeuw kende hoge temperaturen. Toen dit warme weer voorbij was, transformeerde de redingote tot een warm kledingstuk voor binnenshuis met pofmouwen en een zeer hoge taille: de empirelijn. Dit lijkt het begin te zijn van de samensmelting van de redingote en de pelisse robe, die vanaf het begin van de negentiende eeuw opkwam.
In de jaren 30 van de negentiende eeuw werden de termen pelisse robe en redingote lukraak door elkaar gebruikt. Deze willekeur is zeer verwarrend aangezien er wel duidelijke verschillen zichtbaar zijn. De redingote was geïnspireerd op de rijmantel en had een perfecte snit. Het kledingstuk was gemaakt van dikke stof en werd vooral buitenshuis gedragen. De pelisse robe was een zijden jasjurk voor binnenshuis met een zeer hoge taille. Internationale musea zoals het Metropolitan Museum of Art in New York en het Victoria and Albert Museum in Londen maken een duidelijk onderscheid en noemen jasjurken die voor buiten bestemd waren redingotes en jasjurken die voor binnen bestemd waren pelisses. Vanaf 1847 waren de twee vormen echter niet meer van elkaar te onderscheiden en werd de term pelisse (robe) nauwelijks meer gebruikt. Het is dan ook niet onbegrijpelijk dat Nederlandse musea als het Rijksmuseum, het Centraal Museum Utrecht en het Amsterdam Museum altijd van een redingote spreken.
In de tweede helft van de negentiende eeuw nam de populariteit van de redingote voor zowel mannen als vrouwen sterk af. In het begin van de twintigste eeuw verscheen er in de collecties van ontwerpers als Jeanne Paquin en Paul Poiret nog sporadisch een redingote. In de jaren 30 en 40 werd de term redingote door modebladen gegeven aan halflange getailleerde damesmantels, waaronder de New Look van Dior. Hoewel er nog altijd veel jassen te zien zijn die geïnspireerd lijken op de redingote, wordt de term redingote vandaag de dag vrijwel nooit meer gebruikt.
Dit onderzoek is tot stand gekomen in samenwerking met Modemuze, mode ABC en het Amsterdam Museum.
Brunin, L. Geschiedenis van het kostuum. Antwerpen: Standaard Uitgeverij, 1968, pp. 289, 297, 298, 316.
Cabinet des Modes ou les Modes Nouvelles, 15 Aout 1786, pl. I, A.B. Duhamel, L, Buisson, 1786.
Conrads, M. Elseviers kostuumgids: westerse kledingstijlen van de vroege middeleeuwen tot heden. Amsterdam: Elsevier, 1981, pp. 79-80.
Cunnington, C.W. Handbook of English Costume in the nineteenth century. Londen: Faber and Faber, 1970, pp. 404-405, 423, 426.
Davenport, M. The Book of Costume. New York: Crown, 1964, p. 807.
“Pelisse.” Dictionary.com. dictionary.reference.com. Web. 17 december 2015.
Hohé, M. De Ideale Man. Zwolle: WBOOKS, 2008, p. 16.
Laver, J. Costume and fashion: a concise history. Londen: Thames & Hudson, 2002, p. 174.
Magasin des Modes Nouvelles Françaises et Anglaises, 30 décembre 1786, 2e Année, cahier 5, Pl. 1.
“Redingote.” Merriam-Webster Dictionary. Springfield: Merriam-Webster, Inc., 2003. merriam-webster.com. Web. 10 december 2015.
Modemuseum Hasselt: omschrijvingen van de collectie.
“Mantel met visgraatmotief.” Rijksmuseum. hdl.handle.net/10934/RM0001.COLLECT.322370. Web. 17 december 2015.
Aanvullingen
Vul deze informatie aan of geef een reactie
Reactie