De Luba en hun cultureel verwante buren, de Hemba, maken kleine menselijke figuurtjes uit ivoor van olifant of nijlpaard, uit been of hoorn. Zij stellen vooroudergeesten voor en worden als amulet aan een koordje rond de nek, aan de arm, in de oksel of om het middel gedragen. Dit gebeurt individueel of in een groep ter bescherming tegen ziekte, hekserij en andere tegenspoed. Als eerbetoon aan de voorouders worden deze hangers met olie ingewreven. Samen met het voortdurend contact met de huid van de drager zorgt dit voor een glad oppervlak en een kleur die van geelbruin tot roodbruin gaat. De houding van de handen aan de borst is een teken van respect en geheimhouding. Zowel dit als de afwerking van de haardracht zijn typisch voor deze kunst. Het touwtje liep bij deze figuur door het hoofd. Beschrijving Antropomorf figuurtje met een zeer groot hoofd en een glad, plat gezicht met gesloten ogen en een brede neus. De grote, gesloten ogen geven het beeldje een serene, ingetogen aanblik. Gladde haardracht, met op de kruin een inkeping waarin kartels en lange kartels aan de onderkant. Bovenop het hoofd een gaatje, hiernaast een onduidelijk cirkeltje met zwarte punt. Er bevindt zich een ellipsvormig gat in de nek. Armen zijn in een driehoek aan de zijden van het figuur nauwelijks te onderscheiden, handen tegen de borsten. Onder de borsten een rondje met een zwarte punt. Benen en voeten ontbreken. Het hele beeldje is zeer glad. Aan de voorkant licht, geelachtig van kleur, aan de achterzijde bruin. Ivoor