Deze zomer zagen we veel imitatiebatiks in het modebeeld. De jurkjes en eenvoudige broeken van dunne katoen met oosterse patroontjes waren niet aan te slepen. Een historische variant op deze stofjes is een aanwinst in de collectie van Museum Rotterdam en is nu ook te zien in de tentoonstelling Echte Rotterdammers Wat maken we nou?
Museum Rotterdam bezit een collectie van 6 grote stalenboeken, meerdere drukblokken en grote losse stalen van de Kralingsche Katoenmaatschappij (KKM)in Rotterdam uit de periode 1870-1930. Nu is deze collectie aangevuld met een overdracht uit de collectie van het Wereldmuseum in Rotterdam van nogmaals 6 stalenboeken en meerdere drukblokken uit dezelfde periode.
De KKM begint als katoendrukkerij Non Plus Ultra in 1720 in Kralingen. Het bedrijf drukt eenvoudige katoenen stoffen voor de Nederlandse markt. De kennis van de kleurstoffen, de verftechnieken en de patronen komt via de prachtige kleurige sitsen uit India naar Nederland. In een stalenboek van de drukkerij uit 1815 (collectie Twentse Welle) zijn deze invloeden nog goed te zien.
In 1870, de periode van de stalenboeken in de Rotterdamse collectie, drukt de KKM stoffen voor de Nederlandse (interieur), de Indonesische en de Afrikaanse markt. In 1920 bereikt het bedrijf zijn grootste omvang met meer dan 200 personeelsleden. Hierna gaat het snel achteruit met het bedrijf, als door concurrentie uit het Verre Oosten de internationale afzetmarkt wegvalt. In 1932 valt het doek voor de KKM.
Indonesië is het grootste afzetgebied van de KKM in de periode 1870-1932. Het bedrijf heeft veel succes met imitatiebatiks voor sarongs. Dit Hollandse alternatief voor de kostbare doeken met handgetekende batikpatronen, is betaalbaar voor de armere Indonesische bevolking.
Bij traditionele Indonesische batik wordt de stof voor het verven deels met was afgedekt. Kleine breuklijnen in deze was laten nog verfstof door, wat het typerende batikeffect geeft. In imitatiebatiks probeert de KKM dit effect na te maken.Bladerend door de 12 stalenboeken zie je deze geschiedenis tot leven komen. Daarnaast is er natuurlijk veel vastgelegd over de techniek van het drukken. Van sommige patronen in de boeken zijn ook de drukblokken bewaard.
Voor de tentoonstelling Rotterdammers wat maak je me nou? zochten de Rotterdamse zeefdrukkers van de MeshPrintClub in de stalenboeken van de Kralingse Katoenmaatschappij (KKM) naar patronen waarmee zij zelf aan de slag konden gaan. Op de tentoonstelling zijn de resultaten van deze ‘samenwerking’ tussen nieuwe makers en Rotterdams erfgoed te zien.
Aanvullingen
Vul deze informatie aan of geef een reactie
Reactie