Van ‘s ochtends tot ‘s avonds: Accessories are a Girl’s Best Friend #3

 
Detail van Art - Goût - Beauté, Feuillets de l' élégance féminine, Janvier 1924, No. 41, 4e Année, p. 13, anoniem, 1924, Rijksmuseum.
Le
12 januari 2018
Conservator Zaans Museum / Projectmedewerker Uitvoerende Kunsten Allard Pierson

Het laatste en meest sprankelende deel in de tentoonstelling Accessories are a Girl’s best Friend: de avond. Voor uitgaan in de avond werd alles uit de kast getrokken om je zo mooi mogelijk te maken. In het avondlicht schitteren en schijnen alle accessoires nog helderder. De materialen voor avondaccessoires zijn daarom vaak zwaarder, opvallender en sprankelender. Ook voor de avond golden mode- en etiquetteregels die gevolgd moesten worden. Voor dames waren dat bijvoorbeeld handschoenen tot over de elleboog en een gedecolleteerde japon.

In de 19e eeuw waren balboekjes erg geliefd, evenals waaiers. In een balboekje werd de naam van je danspartner voor de betreffende dans geschreven. Een heer moest hiervoor eerst toestemming vragen bij de chaperonne van zijn beoogde danspartner. Met waaiers werd een aparte taal gesproken. Door een waaier op een bepaalde manier te openen, sluiten of vast te houden gaven dames allerlei signalen af. In de 20e eeuw werden de schoenen van dames steeds meer zichtbaar toen de rokken steeds korter werden en begonnen vrouwen uit te gaan op mooie dansschoenen.

Avondtassen

Aan het begin van de 20ste eeuw werd het gebruikelijker om voor verschillende gelegenheden een speciale tas te hebben. Voor de middag een visitetas en voor ’s avonds een opera- of avondtas. Een tas voor overdag was van eenvoudiger en praktischer materiaal, zoals leer, dan een avondtas.

Chanel tas, wit kunststof met beige voering, Frankrijk, 1930-1935, Tassenmuseum.
Chanel tas, wit kunststof met beige voering, Frankrijk, 1930-1935, Tassenmuseum.

Aluminium tas met blauwe emaille ingelegd, Frankrijk, 1920-1930, Tassenmuseum.
Aluminium tas met blauwe emaille ingelegd, Frankrijk, 1920-1930, Tassenmuseum.

Avondtassen mochten sprankelen en werden van materialen als glanzende zijde, brokaat en fluweel gemaakt, versierd met borduursels, en fonkelende kralen en steentjes.

Clutch, rogleer, Engeland, ca. 1920-1930, Tassenmuseum.
Clutch, rogleer, Engeland, ca. 1920-1930, Tassenmuseum.

Onderarmtas, geborduurd goudleer en zijde, 1950-1960, Tassenmuseum.
Onderarmtas, geborduurd goudleer en zijde, 1950-1960, Tassenmuseum.

Vanitycases & Minaudieres

Na de Eerste Wereldoorlog nam onder invloed van de vrouwenemancipatie en de enorme populariteit van filmsterren het cosmeticagebruik sterk toe. Hierdoor ontstond de behoefte aan speciale tassen voor cosmetica. Rond 1905 werden al handtassen verkocht met een beurs, een reukflesje, een spiegel en een vakje met poeder en dons. In de jaren twintig werd de vanity case populair: een kleine tas met vakjes voor poeder, rouge, lippenstift, parfum en/of sigaretten. De vorm van de vanity case wordt wel toegeschreven aan de Japanse inro, een kleine tas met vakjes voor geneeskrachtige kruiden en reukwater.

Vanity case, kunststof, Frankrijk, 1920, Tassenmuseum.
Vanity case, kunststof, Frankrijk, 1920, Tassenmuseum.

Exclusieve vanity cases werden door juweliers als Cartier en Van Cleef & Arpels vervaardigd in zilver of goud, email, parelmoer, jade en lapis lazuli. Goedkope vanity cases werden gemaakt van gekleurde kunststof versierd met glasstenen. Kenmerkend is dat de lippenstift vaak in de kwast verscholen zit.

Poederdoos, zilver met emaille, Frankrijk, 1900-1925, Tassenmuseum.
Poederdoos, zilver met emaille, Frankrijk, 1900-1925, Tassenmuseum.

Vanity case, groen met gouden bloemen, kwast en koordhengsel, Engeland, 1920-1930, Tassenmuseum.
Vanity case, groen met gouden bloemen, kwast en koordhengsel, Engeland, 1920-1930, Tassenmuseum.


In het begin van de jaren '30 van de 20ste eeuw gebruikte een klant van de Parijse juwelier Van Cleef & Arpels haar Lucky Strike sigarettendoosje als handtas. Dit inspireerde de juwelier tot het ontwerpen van de minaudiere: een kleine veelal rechthoekig metalen tas met vakjes voor poeder, rouge, lipstick en sigaretten, en met een spiegel, een kam en/of aansteker.

Minaudières waren vaak van zilver of goud en versierd met email of edelstenen. Met deze luxueuze (avond)tas zette Van Cleef & Arpels een trend die door vele bekende juweliers en merken werd gevolgd; cosmeticahuizen kwamen met goedkope versies. Ook verkochten juweliers, tassenfabrikanten en cosmeticahuizen speciale poederdozen, lipstickhouders en dergelijke in de meest bizarre vormen: bijvoorbeeld verborgen in een armband of in de vorm van een grammofoonplaat, telefoonschijf of piano.

Avondschoenen

In de jaren ’20, na de Eerste Wereldoorlog, veranderde de mode onder invloed van de vrouwemancipatie. Het platte jongensachtige ideaal zorgde voor kleding waarin vrijer bewogen kon worden. Ook de rokken werden korter, waardoor de schoenen veel meer zichtbaar waren dan ervoor. Dit zorgde voor een rage om mooie schoenen te dragen, van leer maar ook satijn, zijde en brokaat.

Schoenen, leer met decoratie van zilver- en gouddraad en zijde, USA, ca. 1930, Tassenmuseum.
Schoenen, leer met decoratie van zilver- en gouddraad en zijde, USA, ca. 1930, Tassenmuseum.

De schoenen hadden een lage en stevige hak en een bandje over de wreef om goed in te kunnen dansen. Dansen was de belangrijkste vrijetijdsbesteding. Niet langer voorbehouden aan de elite kon iederen uit dansen gaan. Naast schoenen met contrasterende kleuren waren gouden schoenen in het summum. In 1922 werde de tombe van Toetanchamon ontdekt en het zorgde voor een run op alle Egyptische geïnspireerde kleding en accessoires. Goud was hierbij de voornaamste inspiratiebron.

Damesschoen van verguld leer met open teen met acht tongvormige banden die de zool verbinden met het voorblad, anoniem, ca. 1937 - ca. 1940, Rijksmuseum, aankoop met steun van de Stichting tot Bevordering van de Belangen van het Rijksmuseum.
Damesschoen van verguld leer met open teen met acht tongvormige banden die de zool verbinden met het voorblad, anoniem, ca. 1937 - ca. 1940, Rijksmuseum, aankoop met steun van de Stichting tot Bevordering van de Belangen van het Rijksmuseum.

Waaiers

Een waaier kan in principe op elk moment van de dag gedragen worden, maar maakte bij uitstek deel uit van het avondtenue. Zo mocht een waaier niet ontbreken bij een bezoek aan het theater in de 18e eeuw.

Vouwwaaier, aquarel op zijde, metalen lovertjes, been met métal en quattre couleurs glas, Frankrijk, ca. 1783-1784, Rijksmuseum, bruikleen van het Koninklijk Oudheidkundig Genootschap.
Vouwwaaier, aquarel op zijde, metalen lovertjes, been met métal en quattre couleurs glas, Frankrijk, ca. 1783-1784, Rijksmuseum, bruikleen van het Koninklijk Oudheidkundig Genootschap.

De waaier kenmerkte de sociale status van de vrouw. Er bestond ook een zogenaamde waaiertaal, een dame kon zo met haar waaier allerlei signalen afgeven aan haar omgeving, aan vrienden maar ook een beoogde minnaar.

Waaier met iriserende glansfazant veren, kunststof, zijde en staal, Frankrijk, ca. 1900-1910, Rijksmuseum, Schenking van B. Ariëns Kappers-von Hunteln.
Waaier met iriserende glansfazant veren, kunststof, zijde en staal, Frankrijk, ca. 1900-1910, Rijksmuseum, Schenking van B. Ariëns Kappers-von Hunteln.

Waar de waaier precies vandaan komt is lastig te zeggen, maar de waaier werd een veelgebruikt accessoire voor dames in de 17de eeuw tot aan begin 20ste eeuw. De meest voorkomende waaiers waren de vouwwaaiers, beschilderd met een voorstelling, van papier of zijde. In de tweede helft van de 19de eeuw waren de waaiers op zijn grootst. Waaiers met gekleurde struisvogelveren konden uitgevouwen wel breder zijn dan één meter.

Vouwwaaier, struisvogelveren en kunststof, Frankrijk, ca. 1900-1925, Rijksmuseum, schenking van B. Ariëns Kappers-von Hunteln.
Vouwwaaier, struisvogelveren en kunststof, Frankrijk, ca. 1900-1925, Rijksmuseum, schenking van B. Ariëns Kappers-von Hunteln.

Handschoenen, tricot, katoen en zijde, West-Europa, ca. 1895-1900, Rijksmuseum, aankoop met steun van de Stichting tot Bevordering van de Belangen van het Rijksmuseum.
Handschoenen, tricot, katoen en zijde, West-Europa, ca. 1895-1900, Rijksmuseum, aankoop met steun van de Stichting tot Bevordering van de Belangen van het Rijksmuseum.

Na 1900 kwamen er steeds meer reclamewaaiers en raakte de waaier als modeaccessoire steerds meer op de achtergrond.

Reclamewaaier, papier en hout, Frankrijk, 1920-1930, Tassenmuseum.
Reclamewaaier, papier en hout, Frankrijk, 1920-1930, Tassenmuseum.

Balschoenen

Voor verschillende gelegenheden werden verschillende schoenen gedragen. Voor een bal werden vaak lage open satijnen of zijden dansschoenen gedragen.

Schoenen, zijde, leer en katoen, Nederland, ca. 1815, Rijksmuseum, schenking van mevrouw Luchtsinger.
Schoenen, zijde, leer en katoen, Nederland, ca. 1815, Rijksmuseum, schenking van mevrouw Luchtsinger.

Deze schoenen hebben hun oorsprong in het ballet, waar ze tot halverwege de 19de eeuw met hakken werden gedragen. Na de Franse revolutie werd de kleding in de Empireperiode (1795 - 1815) veel simpeler dan in de uitbundige 18e eeuw. Ook werd er naar eenvoudig schoeisel gezocht. Bijzonder is dat de oorspronkelijke linten nog aan de schoenen zitten. Mannen droegen lakpumps onder hun avondkleding.

Balboekjes

Balboekjes zijn gevouwen papieren van stevig karton of papier waarop je de namen van je danspartners zette bij elke dans. Aan de ene kant kon je de namen van je danspartners schrijven en aan de andere de dansen. In de 19de eeuw dienden er strenge regels te worden gevolgd om iemand ten dans te vragen op een bal.

Om met een dame te kunnen dansen moest een heer eerst toestemming vragen aan haar chaperonne. De jongeman mocht nu de naam van de dame bij een bepaalde dans zetten, met het potlood dat aan het boekje vastzat. De dame zette ook zijn naam in haar boekje. Soms zette de heer zelf zijn naam in het boekje van de dame. Dan pas kon er gedanst worden. Je werd geacht behoorlijk wat dansen te kennen, niet alleen de wals maar ook de contredanse, de polka, de quadrille des lanciers, mazurka, polonaise, pavane en de varsovienne.

Balboekje met potlood, papier, lint en hout, Frankrijk, 1881, Tassenmuseum.
Balboekje met potlood, papier, lint en hout, Frankrijk, 1881, Tassenmuseum.

Balboekje van ivoor in de vorm van een brisé-waaier, met potloodje, anoniem, ca. 1890 - ca. 1900, Rijksmuseum, schenking van jkvr. C.I. Six, ’s-Graveland.
Balboekje van ivoor in de vorm van een brisé-waaier, met potloodje, anoniem, ca. 1890 - ca. 1900, Rijksmuseum, schenking van jkvr. C.I. Six, ’s-Graveland.

Balboekjes waren in de 19de eeuw in gebruik. Rond 1900 waren ze heel populair. Na de Eerste Wereldoorlog werden de regels minder strikt en werd er steeds meer vrij gedanst.

De tentoonstelling Accessories are a Girl’s best Friend is nog tot en met 28 januari 2018 te zien in Tassenmuseum Hendrikje.

Aanvullingen

Vul deze informatie aan of geef een reactie

Reactie