Huisjas

 

In de loop van de 17e eeuw kwamen de eerste Japonsche rocken – met zijden watten gevulde zijden kimono’s die door de Japanse keizer aan de bevelhebbers van de VOC cadeau waren gedaan – naar...

Doorzoek de website met tags
Maker
anoniem
Objectnummer
BK-NM-13160
Instelling
Rijksmuseum Amsterdam
Periode
1775/1800

In de loop van de 17e eeuw kwamen de eerste Japonsche rocken – met zijden watten gevulde zijden kimono’s die door de Japanse keizer aan de bevelhebbers van de VOC cadeau waren gedaan – naar Nederland en veroorzaakten een ware rage. Omdat het slechts om heel kleine aantallen per retourschip uit Batavia ging, bleven ze zeer exclusief en wilde iedere man van stand een hebben om te dragen én om zich in te laten portretteren.

Uit de Dagregisters van de VOC vestiging op het eilandje Decima - vlak voor de kust van Nagasaki – is bekend dat de Japanse kimono’s in de 18e eeuw werden vermaakt naar de ‘Nederlandse smaak’ waarbij de kimonomouwen een kwartslag werden gedraaid tot lange mouwen. Deze statussymbolen werden al snel nagemaakt, vooral ook omdat ze door de wattering zo behaaglijk warm waren. Het was bij uitstek de informele huisdracht voor mannen en werd over de broek en het linnen hemd gedragen. Deze jas is gemaakt van een zijden damast met een ondergrond van rood satijn waarin grote bloemen en bladranken in een groene keperbinding zijn geweven. De opstaande boord en asymmetrische sluiting verwijzen naar een de huisjassen die in het Midden-Oosten werden gedragen en waarvan elementen werden overgenomen.

Aanvullingen

Vul deze informatie aan of geef een reactie

Reactie