Constance Wibaut & de kroning van Koningin Elizabeth

 
2 juni 2022
Mode- en Kostuumafdeling Kunstmuseum

In 2022 wordt gevierd dat de Britse koningin Elizabeth maar liefst 70 jaar op de troon zit. Ze besteeg de troon in 1952 nadat haar vader, Koning George VI, op 56-jarige leeftijd overleed. Hoewel ze vanaf dat moment al regerend vorstin was, vond de kroning pas ruim een jaar later plaats, op 2 juni 1953.

De kroning was een groot feest, waarvoor alles uit de kast werd getrokken. Engeland smachtte na de oorlog naar een ouderwets spektakel, en dat was precies wat de kroning was: traditioneel en onmiskenbaar Brits. Koningin Elizabeth werd, net zoals de Engelse vorsten voor haar, in Westminster Abbey gekroond onder toeziend oog van de adel en geestelijken.

Internationale allure

Voor de eerste keer in de geschiedenis werd de kroning gefilmd en live uitgezonden op de BBC. Ook buiten Engeland werd het evenement op TV uitgezonden, waardoor het voor miljoenen mensen te zien was. Internationaal was de interesse namelijk ook erg groot. Journalisten van over de hele wereld trokken naar Londen om verslag uit te brengen van deze bijzondere gebeurtenis. Zo ook Constance Wibaut (1920-2014), modetekenares en -journaliste van Elsevier Weekblad.

Voor haar werk reisde Wibaut door heel Europa. Vaak ging ze naar Parijs om de modeshows van de Franse couturiers bij te wonen. Na de show tekende ze dan de verschillende ontwerpen uit. Niet alleen berichtte Wibaut over de Franse mode, ze was ook goed op de hoogte van de mode uit andere Europese landen, en schreef ook veelvuldig over Nederlandse ontwerpers. Voor de kroning van koningin Elizabeth reisde Wibaut af naar Londen, om daar verslag te doen van de gelegenheid.

Afb. 1: Tekening van twee wachters van Buckingham Palace, gekleed in regencapes, 1953, Constance Wibaut, coll. Kunstmuseum Den Haag

Londen in Kroningskoorts

Want naast dat de kroning een historische gebeurtenis beloofde te worden, was het ook een waar modespektakel. Couturiers draaiden overuren om alle aanwezigen in chique kledij te steken en er werden speciale modeshows gehouden om deze ontwerpen te tonen. Het was een mooie kans voor de ontwerpers om de rest van de wereld te tonen dat de Britse couture zeker niet onderdeed voor de Franse.

Wibaut maakte meerdere artikelen over de kroning. Zo schreef ze van te voren al het artikel ‘Londen in Kroningskoorts’, over wat voor mode men kon verwachten – want naar een kroning kon je zeker niet zomaar wat aandoen.

Ook over de dag zelf schreef Wibaut een artikel. Ze spreekt vol lof over de precisie waarmee de Engelsen het protocol naleven. De guardsmen bijvoorbeeld, die al voorbereid waren op het regenachtige weer en grijze regencapes over hun uniformen droegen. Net voordat het defilé langskwam trokken ze deze uit, om zo de (droge) vuurrode jasjes van hun uniformen te onthullen.  

Afb. 2: Voorblad van Elsevier Weekblad 13 juni 1953, Constance Wibaut, coll. Kunstmuseum Den Haag

Per subway in gehuurde ‘robes’

Maar de aandacht ging natuurlijk vooral uit naar wat de nobele dames droegen naar de kroning én alle feesten die rondom het evenement georganiseerd werden. Wibaut schrijft hierover: ‘De tweede Juni is het kroningsseizoen officieel geopend, en van die dag af zal het een wedloop worden wie de meeste toiletten bezit en dus de meeste uitnodigingen kan aannemen’.

Het was natuurlijk de bedoeling dat je naar elke gelegenheid een andere geklede jurk aandeed. Dit was een probleem voor de sterk verarmde Britse adel, bericht Wibaut. De oorlog had er financieel gezien flink ingehakt, maar de strenge kledingeisen waren niet versoepeld. Zo moesten de Britse peers en peeresses voor de kroningsceremonie gekleed gaan in een robe, een rood zijdefluwelen mantel afgezet met hermelijnbont. Voor zo’n mantel moest destijds minstens 600 pound neergelegd worden.

Hoewel sommigen gekleed konden gaan in robes die nog van familieleden geweest waren, had een groot deel de mantels in de oorlog verkocht aan een verkleedbedrijf. Geld of geen geld, een uitnodiging van de koningin kon je niet weigeren en direct na het overlijden van de koning ontstond dan ook een ware stormloop op dergelijke mantels bij het verkleedbedrijf.

Voor wie geen mantel meer had en er ook geen meer kon huren, ontwierp Norman Hartnell – hierover later meer – een versimpelde robe, gemaakt van katoenfluweel en konijnenbont. Hiervoor werd 50 pound gerekend, aanzienlijk goedkoper, maar met alleen een mantel was je er nog niet. ‘Dan moet er nog een japon onder (vanaf 100 guineas), een vereenvoudigt kroontje (£10), handschoenen, en een tasje voor de sandwiches. Dit laatste is heel belangrijk, de gasten moeten al om 5 uur ’s morgens in de Abbey aanwezig zijn, en komen er pas twaalf uur later uit’, aldus Wibaut.

De grandeur van de Engelsen was dus in zekere zin een poppenkast. Echte sieraden werden vaak in de kluis gelaten. In plaats daarvan huurde men imitatie-diamanten diademen en colliers. Ook schrijft Wibaut dat een deel van de gasten met de ‘subway’ naar de kroning kwam. Pretentieus of niet, het geheel was er niet minder indrukwekkend om.

Afb. 3: Tekening van baron in 'black suit' en drie vrouwen in jurken van o.a. Worth en Peter Russell, 1953, Constance Wibaut, 1953, coll. Kunstmuseum Den Haag

Elegant en vorstelijk

De kroning zorgde voor een opleving van het Britse societyleven. Wibaut schrijft: ‘De belangstelling en bewondering voor de eerste vrouw van het land straalt ook op de andere vrouwen af, en de bals en galavoorstellingen zijn nu al niet van de lucht’. Voor al deze gelegenheden klopten de Engelse vrouwen aan bij destijds bekende modehuizen. Favoriet was Norman Hartnell. Hij had niet alleen de eer om de trouwjapon van koningin Elizabeth (destijds nog prinses) te maken, maar ook de kroningsjapon kwam van zijn hand.

Voor de kroning ontwierp Hartnell een wit satijnen japon met geborduurde bloemen die symbool stonden voor de verschillende delen van het Britse rijk. In een notitie schrijft Wibaut dat er nog een extra japon gemaakt moest worden, mocht het ontwerp vroegtijdig bekend worden. Dit was gelukkig niet het geval. Hartnell ontwierp nog veel meer japonnen voor de gelegenheid, onder andere voor de koningin-moeder, prinses Margaret, en ook voor de hertogin van Kent.

Laatstgenoemde japon was favoriet van Wibaut, ze vond hem elegant en vorstelijk, net zoals de statige draagster zelf. Ze prees de keuze voor ivoor in plaats van wit, en vooral ook het model van de japon: een aangesloten lijfje dat in prinsessenlijn doorliep in de gerende rok. Dit was volgens haar eleganter dan de strakke lijfjes met de wijd ploffende rokken die destijds ook erg in zwang waren.

Afb. 4: Tekening van Hertogin Marina van Kent, met notities van Constance Wibaut, 1953, Constance Wibaut, 1953, coll. Kunstmuseum Den Haag

Bittere rivaliteit

Hoewel Norman Hartnell nu bekend staat als dé koninklijke ontwerper, was hij destijds zeker niet de enige die dit aanzien genoot. Zo kozen veel dames ook voor de ontwerpen van Peter Russell. Ondanks dat zijn naam nu vrij onbekend is, werd hij eens in één adem genoemd met namen als Molyneux en Schiaparelli. Hoewel nog meer ontwerpers populair waren bij de Britse adel, zoals Victor Stiebel, John Cavanagh en Digby Morton, was de concurrentie tussen Norman Hartnell en Peter Russell het grootst.

Wibaut spreekt zelfs van een ware rivaliteit: ‘Russell, die reeds twintig jaar voor hofkringen werkt, en in zijn ontwerpen een prachtige statige eenvoud weet te bereiken, spreekt de naam Hartnell niet uit, maar geeft mening te kennen over diens van glinsterende steentjes druipendende Abbey japonnen, die aan duidelijkheid niet te wensen laat’. Opzichtig of niet, de Britse royals liepen met de ontwerper weg, wat ervoor zorgde dat zijn populariteit steeg bij de adel en – zoals Wibaut het verwoordt – een groot aantal snobs.

Afb.5: Tekening van japonnen gedragen bij de kroningsfeesten, Peter Russel (links) en John Cavanagh, 1953, Constance Wibaut, 1953, coll. Kunstmuseum Den Haag

Vrouw en moeder

Naast (overdadige) mode en de strikte protocollen waarover Wibaut bericht, schrijft ze uiteraard ook over de jonge koningin zelf. In een artikel met de titel ‘Koningin Elizabeth II: Vrouw en moeder’, schrijft ze over de rol van vrouwen in het patriarchale Engeland ten opzichte van de vrijgevochten vrouwen in de Verenigde Staten.

Het verbaast haar dat in de Verenigde Staten, waar de vrouwen zo’n grote rol spelen in het maatschappelijke leven, een generaal (Dwight Eisenhower) tot president wordt gekozen en dat juist in Engeland, waar het sociale leven dan nog vooral door mannen wordt gedomineerd, een jonge vrouw tot koningin wordt gekroond, tegen wie iedereen opkijkt. Een mooi voorbeeld voor alle jonge vrouwen en moeders in Engeland, besluit Wibaut.

Opmerkelijk is dat Wibaut de koningin zelf niet afbeeldt bij haar artikelen in Elsevier Weekblad. Ook in de schetsen die ze maakte (in de collectie van het Kunstmuseum Den Haag) komt de koningin in haar kroningsjapon niet voor. Wellicht omdat de kranten al vol stonden met foto’s en tekeningen van Hartnells creatie. Een echt mode-icoon werd de koningin ook nooit. De kleding van de Britse royal is buiten de zeer ceremoniële gelegenheden voornamelijk praktisch. Zo is ze ook afgebeeld op een tekening van Wibaut uit 1956: pragmatisch gekleed in een wijde mantel en hoge laarzen.

Afb.6: Tekening van koningin Elizabeth, 1956, Constance Wibaut, coll. Kunstmuseum Den Haag

 

Categorie: 

Aanvullingen

Vul deze informatie aan of geef een reactie

Reactie