Customized identity: T-shirts van de Asmat Papoea’s

 
Afbeelding 1: Roy Villevoye, Red Calico [Rood katoen] # 2 (2000), Tropenmuseum Amsterdam. Bron: Foto eigen gebruik [foto gemaakt op 27-09-2017].
28 maart 2018
Projectmedewerker tentoonstellingen bij het Zuiderzeemuseum

Stukken katoen in allerlei kleuren hangen gedrapeerd over mannequins. Sommige T-shirts vertonen nog maar vaag de contouren van hun oorspronkelijke vorm. Ze zijn gescheurd, versleten, en soms verder versierd, bijvoorbeeld met veren. Op de foto’s achter de kledingstukken komen ze tot leven: hierop is te zien dat de T-shirts door Asmat Papoea’s wordt gedragen.

Sinds begin oktober is de hedendaagse installatie Red Calico [Rood katoen] # 2 (2000) van beeldend kunstenaar en filmmaker Roy Villevoye te zien in het Tropenmuseum in Amsterdam als onderdeel van de vaste collectieopstelling. Marjolein Pas, conservator in opleiding, onderzocht de rol die het bescheiden T-shirt in het werk van de kunstenaar-fotograaf speelt. 

Ultiem casual: het informele T-shirt

Het eenvoudige T-shirt bezit een bijna bedrieglijke schoonheid: aan de ene kant is het ontwerp rechttoe rechtaan en aan de andere kant is het zo universeel bekend, dat het barst van de verschillende connotaties, bewerkingen en toepassingen.

Voor fotograaf en kunstenaar Villevoye (1960, Maastricht) speelt het T-shirt een belangrijke rol in een aantal van zijn werken: het is een kunstwerk dat kan dienen als doorbreking van de beperkte route van zijn atelier naar het museum, mits iemand het aantrekt en draagt.

Afbeelding 2: Roy Villevoye, Red Calico [Rood katoen] # 2 (2000), Tropenmuseum Amsterdam. Bron: Foto eigen gebruik [foto gemaakt op 27-09-2017].
Afbeelding 2: Roy Villevoye, Red Calico [Rood katoen] # 2 (2000), Tropenmuseum Amsterdam. Bron: Foto eigen gebruik [foto gemaakt op 27-09-2017].

Voor Villevoye staat het T-shirt als symbool voor het informele leven: het is per slot van rekening een van de meest bekende casual kledingstukken. Het van oorsprong Amerikaanse product werd in de vroege 20e eeuw als goedkoop massaondergoed verkocht en werd de standaard onderkleding van het Amerikaanse leger en de marine.

Niet lang daarna werd het T-shirt ook gedragen als bovenkleding. Deze verschuiving is te danken aan diverse oorlogsfilms die werden getoond, waarbij militairen te zien waren die het T-shirt als informeel bovenstuk droegen. Hierdoor kreeg het T-shirt een bepaald imago dat werd geassocieerd met werkmanschap, democratie, jeugdigheid en mannelijkheid, maar vooral met het gevoel van het ‘op je gemak zijn’.

Europa maakte vanaf de jaren 50 kennis met dit kledingstuk doordat verschillende filmsterren deze droegen. Het T-shirt werd in Europa gezien als een Amerikaans product dat stond voor oppervlakkigheid en materialisme. Het informele kledingstuk werd al snel gedragen door opstandige Europese jongeren, die zich hiermee afzetten tegen de traditionele klederdracht van hun burgerlijke ouders.

In de jaren ’80 ging het T-shirt dienen als mededelingsbord, doordat er allerlei teksten en logo’s op geprint werden. Tegenwoordig wordt het T-shirt overal ter wereld gedragen als gemakskleding.

Het T-shirt in de hoofdrol

Het T-shirt speelt een centrale rol binnen de hedendaagse installatie Red Calico [Rood katoen] # 2 (2000). Villevoye verzamelde tussen 1998 en 2000 authentieke, bewerkte T-shirts met scheuren en kervingen van bewoners uit het Asmat-gebied van zuidwest Nieuw-Guinea. Deze T-shirts zijn volledig authentiek en zijn zonder tussenkomst van Villevoye voor eigen gebruik vervaardigd door de Asmat Papoea’s.

Naast deze verzameling fotografeerde Villevoye een aantal T-shirt-eigenaren in een trotse houding met zijn of haar eigen kostbare creatie. De installatie Red Calico [Rood katoen] # 2 (2000) vormt een combinatie van deze verzamelde T-shirts en foto’s. Bij de installatie hoort het boek Rood Katoen (Red Calico) uit 2001 dat geschreven is door antropoloog Gosewijn van Beek, in samenwerking met Villevoye.[1]

Afbeelding 3: Roy Villevoye, Red Calico [Rood katoen] # 2 (2000), Tropenmuseum Amsterdam. Bron: Foto eigen gebruik [foto gemaakt op 27-09-2017].
Afbeelding 3: Roy Villevoye, Red Calico [Rood katoen] # 2 (2000), Tropenmuseum Amsterdam. Bron: Foto eigen gebruik [foto gemaakt op 27-09-2017].

Rood katoen

Villevoye vraagt zich bij de bewerkte T-shirts af welke betekenis er schuilt achter de scheuren en kervingen. Tot aan het begin van de twintigste eeuw liepen de Asmat Papoea’s naakt rond: hierna werd kleding geleidelijk ingevoerd binnen het Asmat-gebied door buitenlanders die een bezoek brachten aan deze omgeving. Dit begon met stukjes katoen die Europese handelaren, missionarissen en bestuursambtenaren tijdens de overheersing ruilden tegen lokale objecten:

(….) Tijdens het binnenstoomen kwamen verscheidene prauwen met inboorlingen aanroeien. Zoodra eenige lappen rood katoen vertoond werden, kwamen zij dicht bij het schip, en al spoedig werd een levendige ruilhandel gedreven. Wij gaven lapjes rood katoen, en kregen daarvoor verschillende ethnographische voorwerpen. (….)[2]

Kostbaar product

De Asmat Papoea’s gebruikten deze stukjes katoen om hun schaamstreek mee te bedekken, ze maakten er bh’s van, en ze bonden deze rond hun middel. Het gebruik van katoen als zedelijke bedekking werd helaas in die periode vaak opgedrongen door bestuurders en missionarissen aan de bewoners van het gebied.

Vanaf de jaren ’60 werd het T-shirt en andere westerse kleding geïntroduceerd in Nieuw-Guinea door missionarissen en antropologen.[3] Een kledingstuk is binnen het Asmat-gebied een zeer gewaardeerd en kostbaar product dat moeilijk verkrijgbaar was tot aan het begin van de 21e eeuw. De bewoners konden hier alleen aan komen wanneer zij deze als geschenk kregen of door het te kopen van Indonesische migranten met het geld dat zij hadden verdiend door fysieke arbeid voor hen te verrichten.

Een kledingstuk was ook een belangrijke bezitting die hen een bijzondere status gaf vanwege de sterke en symbolische associatie met de onbekende wereld van de Europeanen. Na het jaar 2000 werd kleding vrijwel voor iedereen toegankelijk door de opkomst van meer migranten vanuit de Indonesische archipel.[4]

Afbeelding 4: Roy Villevoye, Red Calico [Rood katoen] # 2 (2000), Tropenmuseum Amsterdam. Bron: Foto eigen gebruik [foto gemaakt op 27-09-2017].
Afbeelding 4: Roy Villevoye, Red Calico [Rood katoen] # 2 (2000), Tropenmuseum Amsterdam. Bron: Foto eigen gebruik [foto gemaakt op 27-09-2017].

Customized T-shirts

In de periode van 1990-2000, toen kleding nog moeilijk verkrijgbaar was binnen het Asmat-gebied, begon de verschijning van de customized T-shirts door de Asmat Papoea’s. Zij begonnen hun hoog gewaardeerde en kostbare T-shirts te bewerken door het aanbrengen van scheuren, gaten, sneeën en kervingen. Hierdoor werd ieder T-shirt een eigen unieke creatie van de eigenaar zelf.

In deze periode bezocht Villevoye het Asmat-gebied regelmatig, en het begon hem op te vallen dat de manier van bewerking van de customized T-shirts iets opmerkelijks en unieks heeft, iets dat volledig leek te zijn geïntegreerd binnen de cultuur van de Asmat. Hij begon zich af te vragen wat de betekenis is van deze kervingen, scheuren en sneeën: Is het een opvolging van de traditionele inkervingen in hun huid? Is het een protest tegen de kleding voorschriften van de huidige bezetter van het gebied? Of is er nog iets anders in het spel?[5]

Beeldhouwen met stof

Volgens antropoloog Gosewijn van Beek (auteur van het boek dat bij de installatie verscheen) zijn de scheuren deels een teken van armoede die vanzelf zijn ontstaan door het dag en nacht dragen van de kleding binnen het tropisch klimaat, plus het feit dat de Asmat Papoea’s het zich niet konden veroorloven direct een nieuw T-shirt te kopen.

Maar er is meer aan de hand volgens Van Beek: de scheuren zijn een bijzondere individuele stilistische toevoeging geworden dat door de Asmat is toegeëigend en is veranderd in een eigen bijzondere stijl. De identiteit van de gescheurde T-shirts moeten we zien als versieringen, toevoegingen en draperieën.

Deze identiteit van het T-shirt komt volgens Van Beek voort uit de diep verankerde beeldhouwtraditie van het houtsnijden binnen de Asmat, waarbij het lichaam als symbolisch object een centrale plek inneemt. Naast het houtsnijden ‘beeldhouwen’ de Asmat vaak ook hun eigen lichaam met scarificaties: dit zijn doelbewuste sneeën die zij maken op hun lichaam die duidelijk zichtbare littekens achterlaten. Hierdoor interpreteert Van Beek de bewerking van de T-shirts als een andere vorm van ‘beeldhouwen’: maar dan met stof.[6]

Afbeelding 5: Het boek Rood Katoen (Red Calico) geschreven door Gosewijn van Beek, met op de achtergrond de installatie van Villevoye. Bron: Foto eigen gebruik [foto gemaakt op 27-09-2017].
Afbeelding 5: Het boek Rood Katoen (Red Calico) geschreven door Gosewijn van Beek, met op de achtergrond de installatie van Villevoye. Bron: Foto eigen gebruik [foto gemaakt op 27-09-2017].

De installatie als ervaring

Red Calico [Rood katoen] # 2 (2000) is sinds begin oktober te zien in het Tropenmuseum in Amsterdam als onderdeel van de vaste collectieopstelling. Het is een prachtige installatie met een zeer bijzonder verhaal. Als bezoeker kun je langs de poppen heenlopen die in groepjes zijn opgesteld: hierdoor wordt de installatie een ervaring op zich en word je als bezoeker één met de installatie.

Afbeelding 6: Roy Villevoye, Red Calico [Rood katoen] # 2 (2000), Tropenmuseum Amsterdam. Bron: Foto eigen gebruik [foto gemaakt op 27-09-2017].
Afbeelding 6: Roy Villevoye, Red Calico [Rood katoen] # 2 (2000), Tropenmuseum Amsterdam. Bron: Foto eigen gebruik [foto gemaakt op 27-09-2017].

Bibliografie:

https://www.royvillevoye.com/

https://tropenmuseum.nl/

https://e-space.mmu.ac.uk/6174/1/Roy%20Villevoye.pdf

Beek, Gosewijn van, Rood Katoen [ Red Calico] Roy Villevoye, Amsterdam (Roy Villevoye) 2001.

Boyens, José, ‘Roy Villevoye en het leven op aarde’, Ons Erfdeel, 48 (2005) 1, pp. 33-41.

Risser, Julie, ‘The making of Asmat Art: Indigenous art in a worldperspective, by Nick Stanley’, Anthropological Forum, vol. 25 (2014) 1, pp. 108-110.

Villevoye, Roy, Jaap Guldemond en Jan Dietvorst, Detours; Including Collaborations with Jan Dietvorst, Rotterdam (Museum Boijmans van Beuningen) 2008.


[1] Beek, van 2001.

[2] Naar een citaat van J. H. Hondius van Herwerden, Gezaghebber van het Gouv.’s-S.S. “Valk” Een verkenningsreis der zuidwestkust van Nieuw-Guinea, van Straat Prinses Marianne tot de Providentiaal-bank; dd. 23 april-8 mei 1906. (TKNAG 23 (1906) 5, 919-923), in: Beek, van 2001, p. 1.

[3] Idem, pp. 11-14.

[4] Zaaltekst bij de installatie Red Calico [Rood katoen] # 2 (2000), Rijksmuseum voor Volkenkunde, Leiden (2001-2011).

[5] Idem.

[6] Beek, van 2001, pp. 15-21.

Aanvullingen

Vul deze informatie aan of geef een reactie

Reactie