De grootschalige gekostumeerde bals die met grote regelmaat aan het hof werden gegeven, behoren helaas tot het verleden. Gelukkig zijn de kostuums die op zulke gelegenheden zijn gedragen dikwijls vastgelegd door een hiervoor aangestelde kunstenaar, waardoor we nog veel weten van wat men toen heeft gedragen. In dit blog worden een aantal kostuums besproken die gedragen zijn naar de hofbals op 17 en 19 februari in 1841.
In het Rijksprentenkabinet van het Rijksmuseum bevinden zich zes aquarellen van Huib van Hove (1814-1864). Op elke aquarel zijn twee kostuums te zien, die zijn gedragen op de gekostumeerde hofbals die op 17 en 19 februari 1841 plaatsvonden in Den Haag. Het eerste bal was ter ere van het 25-jarig huwelijksjubileum van koning Willem II (1792-1849) en Anna Paulowna (1795-1865).
Het bal werd twee dagen later nog eens overgedaan voor de 24e verjaardag van de Prins van Oranje, de toekomstige koning Willem III (1817-1890). Op beide bals werden dezelfde kostuums gedragen. Het gebeurde vaker dat een gekostumeerd bal een herhaling kreeg. Dit had te maken met de hoge kosten van vooral de prachtige en met grote zorg vervaardigde kostuums.
Het was oorspronkelijk de bedoeling dat een vierdelig album zou verschijnen met beschrijvingen van de kostuums en de quadrilles van het eerste bal, met 150 gekleurde platen van Huis van Hove. De 150 platen zijn er niet allemaal gekomen. De aquarellen en prenten die van dit bal in het Rijksprentenkabinet bewaard zijn gebleven tonen bij elkaar dertien personages die op het bal aanwezig waren.[1]
Het bal begon met zes quadrilles. Denk daarbij aan een soort kleine optochten met gekostumeerde gasten, allen gekleed binnen een bepaald thema. Alle quadrilles wandelden, begeleid door een ceremoniemeester, tweemaal langs de Koning en Koningin. Daarna werden door de quadrilles speciaal voor deze gelegenheid samengestelde dansen uitgevoerd. Volgens meerdere krantenartikelen uit 1841 was het ‘een meeslepend schouwspel, jeugdig, aanvallig en schoon’.
Drie kinderen van koning Willem II gingen aan het hoofd van de eerste twee quadrilles. Prins Alexander (1818-1848) nam aan de eerste quadrille deel, met als thema de heren en valkeniers van het hof van de 17e-eeuwse Franse koning Lodewijk XIII. De kleermaker Van Meerbeke maakte voor prins Alexander een valkenierskostuum voor fl. 318, wat nu omgerekend circa 3.050 euro zou kosten, een kapitaal. Een laarzenmaker maakte er nog zeemleren laarzen bij. De rekening voor het kostuum werd bewaard. Daarom is bekend uit welke onderdelen het kostuum bestond.
Huib van Hove portretteerde een van de valkeniers (afb. 1), mogelijk prins Alexander. Verschillende onderdelen van de rekening van het kostuum komen ook terug op deze aquarel: het groene, zijdevelourse pak, het goudgalon, het rode leer, de vergulde gespen voor de jagerstas, de ceintuur, de wit vilten hoed, het jachtmes en de kanten kraag.
De tweede quadrille, met Prinses Sophie (1824-1897) en Prins Hendrik (1820-1879) aan het hoofd, was samengesteld uit nimfen en jonge Duitse studenten; personages uit de opera Le Lac des Fées, die in 1839 in Parijs in première ging (afb. 2). Deze werd in Den Haag onder ander in november 1840 opgevoerd in de Koninklijke Schouwburg. Ook van het Duitse studentenkostuum van prins Hendrik is de rekening van Van Meerbeke bewaard gebleven.
Mogelijk heeft Van Meerbeke als costumier voor inspiratie naar de kostuums van de opvoering in Den Haag gekeken, maar het lijkt waarschijnlijker dat hij de personages uit Le Lac des Fées kende van de prenten, die door uitgever Hautecoeur Martinet uit Parijs zijn verspreid (afb. 3 en 4).
Romans en muziekstukken dienden vaak als inspiratiebron voor gekostumeerde bals en verkleedpartijen. Zo ook op dit bal, waar de derde quadrille uit personages uit de roman Undine uit 1811 van baron La Motte Fouquet bestond. De vierde werd samengesteld met folkloristische personages uit Baskenland en de vijfde quadrille greep terug op de Preciosa, een muzikaal melodrama van Carl Marie von Weber uit 1820 (afb. 5).
De zesde en laatste quadrille was een combinatie van Franse militairen in historische uniformen met jonge meisjes in kleding uit de voormalige Franse provincie de Périgord (afb. 6).
Tot nu toe zijn nog niet alle personages op de aquarellen geïdentificeerd. Hopelijk kan ik hier in de toekomst nog op terugkomen in een nieuwe post (afb. 7 en 8).
[1] Amsterdam, Rijksmuseum: RP-T-00-3785 t/m 3790; RP-P-OB-88.656-1 t/m 6; NG-880-32 t/m 37; NG-880-34; RP-P-OB-88.656-5.
Aanvullingen
Vul deze informatie aan of geef een reactie
Reactie