Invloeden uit de Oriënt

 
Mantel (burnous), ca. 1850-1865, collectie Rijksmuseum Amsterdam
17 februari 2014
Freelance mode-en kunsthistorica

In de serie naar aanleiding van de tentoonstelling Jas aan!/Cover Up! over mantels en jassen in het Rijksmuseum, deze keer aandacht voor de burnous of boernoes. 

Herkomst van de burnous 

De burnous is van origine een witte mantel met kap die in Noord-Afrika werd gedragen. In de 19eeuw namen Franse militairen deze functionele dracht over. Het werd een vast onderdeel van het uniform van de Spahi, een onderdeel van het Franse leger dat voornamelijk uit inheemse soldaten bestond. 

Waarschijnlijk brachten militairen de burnous naar Frankrijk, waar het woord vanaf het midden van de eeuw werd gebruikt voor Oriëntaals geïnspireerde vrouwenmantels. Vaak waren deze versierd met kwastjes, borduurwerk en hadden ze een capuchon. Ze werden naast burnous ook wel Bedouïne of Talma genoemd. Dit laatste woord komt mogelijk van de Franse acteur François Joseph Talma (1763-1826), die Romeinse togas droeg tijdens zijn toneel optredens.

Zowel de burnous als de Talma werden ook in Nederland gebruikt. De Talma werd soms talma-mantel genoemd. Burnous lijkt echter een gebruikelijker woord, dat in Nederland wel geschreven werd als boernoes. Vaak ging het om wollen (zoals het Noord-Afrikaanse origineel) en zogenaamde dubbelstoffen (gewatteerde en gevoerde) exemplaren, die de drager warm moesten houden. Naast een vrouwenmantel werd het woord ook gebruikt om een officiersmantel met een dubbele rij knopen en een capuchon aan te duiden, wat terug te voeren is op de militaire achtergrond van de introductie van het woord in West-Europa.

Het ‘ondergoed’ van de burnous, Rijksmuseum Amsterdam

De burnous van het Rijksmuseum

De burnous van het Rijksmuseum is gemaakt van gewatteerde dunne zijde. De doorgestikte voering is blauwgroen van kleur. De versiering bestaat uit soutache (opgelegd band) in twee verschillende kleuren. Aan de bovenkant van de franje zijn kraaltjes geweven. Ook deze burnous heeft een capuchon. De burnous werd waarschijnlijk over een crinoline (hoepelrok) gedragen. Om de vorm zo goed mogelijk tot zijn recht te laten komen moest volume worden gecreëerd door middel van onderrokken. Hierdoor ontstaat de illusie van de vorm van een crinoline maar is de burnous ook als op zichzelf staand object te bewonderen.

De opstelling Jas aan!/Cover Up! is van 11 november 2013 t/m 8 juni 2014 in de speciale collecties van het Rijksmuseum te zien.

Zie voor meer informatie:

Cumming, Valerie, et al., The dictionary of fashion history, Berg 2010
De Jonge, C. H., Een eeuw Nederlandsche Mode, Amsterdam, 1941
De Geïntegreerde Taalbank (Historische woordenboeken op Internet)
Nieuw Amsterdamsch handels- en effectenblad, 21-07-1858 (dag)

Categorie: 

Aanvullingen

Vul deze informatie aan of geef een reactie

Reactie