De vijftiende eeuw

7 mei 2015
Modemuze

In 1433 werd met hertog Philips van Bourgondië de eerste stap naar de vorming van ons huidige land gezet. In dit uitgestrekte gebied dat De Lage Landen zou vormen, was er veel variatie in de gewoonten en manier van kleden. Bovendien was er een duidelijk verschil tussen het wonen in de stad of op het platteland.

Philips kon zich hertog van Brabant (van de Maas tot onder Brussel), Limburg en graaf van Vlaanderen, Holland - met de heerlijkheid Friesland - en Zeeland noemen. In 1441 sloot de aan de IJssel gelegen, bloeiende handelsstad Kampen zich aan bij de Hanze, een internationaal handelsverband van steden en kooplieden. Toen Karel de Stoute Philips in 1467 opvolgde, kwamen de gebieden in het huidige Noord-Frankrijk en het hertogdom Luxemburg erbij. Vijf jaren later vielen ook Gelderland, Zutphen en de Veluwe onder Bourgondische heerschappij.

Handel in stoffen

Nadat Kampen zich had aangesloten bij de Hanze kon het zijn hoogwaardige wollen stoffen gemakkelijker aan de man brengen. Ook in Leiden was de textielnijverheid in opkomst en beide steden begonnen een lange concurrentiestrijd. De Engelse wol, die toentertijd als de beste gold, kwam binnen via Dordrecht en werd aangevoerd door een steeds groeiende handelsvloot.

Trippen en houppelandes

In dit uitgestrekte Bourgondische land, bleef één ding echter hetzelfde: de onverharde straten. Om de kwetsbare stoffen en leren schoenen te beschermen tegen water, modder of stenen droeg men er houten trippen onder. Hierdoor kwam men iets hoger te staan en dit zal voor de mode van slepende houppelandes geen bezwaar zijn geweest.

Boerenbevolking

Uiteraard droeg de werkende bevolking kortere kleren. Wie het zich kon veroorloven liet zijn kleren voeren of afzetten met bont om zo warm te blijven in de huizen zonder goed sluitende ramen en met beperkte verwarming.

Beeldredactie: Anneclaire van Veelen.

Aanvullingen

Vul deze informatie aan of geef een reactie

Reactie