De zestiende eeuw

19 mei 2015
Modemuze

In de eerste helft van de eeuw wordt ons land toegevoegd aan het groeiende Spaanse imperium, terwijl de tweede helft in het teken staat van het groeiende verzet tegen de overheersing en in 1568 de Tachtigjarige Oorlog begint.

Vanaf 1500 groeide Antwerpen uit tot de belangrijkste haven van Noord-Europa. Zijden stoffen uit Italië en Frankrijk maar ook grondstoffen als ruwe zijde, en wol uit Engeland kwamen hier binnen. Vlaamse wevers werden geroemd om hun vakmanschap: zij produceerden de fijnste en transparantste linnen stof, het Kamerijks doek (genoemd naar de huidige plaats Cambrai in Noord-Frankrijk). Nadat Antwerpen in 1585 door de Spanjaarden werd ingenomen, vluchtten veel protestante ambachtslieden naar de Noordelijke Nederlanden en brachten al hun kennis en vaardigheden mee.

Spletenmode

De voortdurende militaire onrust in Europa zorgde de er voor dat grote groepen huursoldaten uit alle windstreken zich steeds naar nieuwe strijdtonelen begaven. Dienstplicht en nationale legers bestonden nog niet. Om zichzelf tijdens de strijd te beschermen droegen veel soldaten een leren wambuis dat ‘kolder’ genoemd werd. Volgens overlevering zou de mode waarbij het leer of de stof ingesneden (hackelen) of doorstoken (picketeren) werd, geïnspireerd zijn op de gehavende kleren van soldaten in de strijd. Echter, het is ook een ideale manier om effen stoffen op een eenvoudige manier aantrekkelijker en kleurrijker te maken door er een contrasterende stof doorheen te laten komen. Men paste deze techniek ook toe op de stoffen en leren schoenen.

De oorsprong van de plooikraag

In de loop van de eeuw groeit de kleine gerimpelde strook aan het opstaande hemdboord steeds verder totdat deze uiteindelijk zo breed is dat hij los gedragen wordt. In het laatste kwart van de 16e eeuw is de plooikraag een feit.

Beeldredactie: Anneclaire van Veelen.

Aanvullingen

Vul deze informatie aan of geef een reactie

Reactie