Cornetmuts

 

Huizen kende twee verschillende drachten: de kornetdracht en de oorijzerdracht. De kornetdracht is afgeleid van de ‘stadse’ burgermode. De kornetmuts heeft een stevig gesteven en geplooide,...

Objectnummer
007128
Instelling
Zuiderzeemuseum Enkhuizen
Periode
1940 - 1960
Credits
Zuiderzeemuseum Enkhuizen
Herkomst
aankoop 1961-07-17

Huizen kende twee verschillende drachten: de kornetdracht en de oorijzerdracht. De kornetdracht is afgeleid van de ‘stadse’ burgermode. De kornetmuts heeft een stevig gesteven en geplooide, opstaande voorstrook en een afhangende achterstrook, de ‘staart’. In de plooien van de voorstrook werd wel 4,5 meter kant verwerkt. Rond 1880 was de staart kort, maar die werd in de loop van de tijd steeds langer. De plooien werden stevig gesteven zodat ze in een waaier over de schouders hingen. Over de bol werden linten van blauwe zijde gedragen, het ‘lintentuigje’, en in de voorrand hoorden de mutsebellen te hangen. De muts werd met een bandje onder de kin geknoopt en werd zonder oorijzer gedragen. Bol en strook van geborduurde tule met bloemrozetten, stijf opstaande geplooide voorrand van witte stiptule en Rijssels kant (plooi 1 cm.), aan de onderzijde de staart van witte stiptule en Rijssels kant in grove ronde pijp-plooien, de staart door zakjes blauw blauw getint, aan de binnenzijde wit keeperband ter versteviging. In Huizen heeft de zondagse cornetmuts een enorme voorstrook gekregen, die, verstevigd door laitondraad, vertikaal om het hoofd staat. De kornetdracht is niet oorspronkelijk Huizers. De dracht ontstond in de 18e eeuw als modedracht in Parijs, maar veroverde ook ons land en gaf op het platteland aanleiding tot eigen vormen en variaties.; De kornetmuts is een knipmutstype en ingevoerd, en daardoor meestal niet door boeren en vissers overgenomen. Die bleven de oorijzerdracht trouw. De kornetdracht werd daarom ook wel burgerdracht genoemd. Het is een kostbare muts; er zit veel kant aan, de mutse- bellen (soort oorhangers met filigrainwerk) kosten veel geld en het strijken moest men laten doen. Rond 1880 was de kornetmuts nog maar een heel onopvallend knipmutsje met een smalle staart. Pas vanaf 1900-1910 is de muts staads groter en pralender geworden.

Aanvullingen

Vul deze informatie aan of geef een reactie

Reactie