De koninginnemuts

 
Euphrosyne: tijdschrift voor de Hollandsche kleeding, 1832, nr. 6, plaat no. 7, collectie Koninklijke Bibliotheek.
29 april 2016
Modedetective

Kleren maken de man, maar hoeden maken de koningin. Veel koninginnen uit de Nederlandse geschiedenis hebben bekend gestaan om hun bijzondere hoofddeksels.

Met koninklijke allure

Hoewel de dameshoed al enige tijd uit het modebeeld is verdwenen, is dat in koninklijke kringen nog lang niet het geval. Koningin Máxima wordt vaak geprezen om haar stijlvolle hoofddeksels en werd afgelopen jaar zelfs verkozen tot ‘royal met de beste hoedenstijl’. Natuurlijk is haar voorgangster koningin Beatrix ook altijd een bekend hoedendraagster geweest. Minder bekend is dat de allereerste koningin der Nederlanden, Willem I’s echtgenote koningin Wilhelmina van Pruisen (1774-1837), ook al een karakteristieke en invloedrijke smaak in hoofddeksels had.

Jan Baptist van der Hulst, portret van Koningin Frederica Louise Wilhelmina der Nederlanden, 1828. Bron: Ora-web.swkk.de.
Jan Baptist van der Hulst, portret van Koningin Frederica Louise Wilhelmina der Nederlanden, 1828. Bron: Ora-web.swkk.de.

Koningin Wilhelmina leefde in een tijd waarin hoeden en mutsen nog onmisbaar in elke vrouwengarderobe waren, maar wist zich desondanks met haar hoofddeksels te onderscheiden. Toen zij met koning Willem I in 1813 terugkeerde naar Nederland, nadat zij achttien jaar eerder voor Napoleon op de vlucht hadden moeten slaan, verscheen zij in een bijzondere muts met een hartvormige omtrek. Dit hoofddeksel zou de rest van haar leven een handelsmerk blijven in haar beeldtenissen – van centsprenten tot statige portretten is zij met de muts afgebeeld.

Nationalistisch icoon

Het ontwerp werd geassocieerd met de vijftiende-eeuwse gravin Jacoba van Beieren (1401-1436), die haar Hollandse, Zeeuwse en Henegouwse graafschappen dapper had geprobeerd te beschermen tegen Filips van Bourgondië.

Deze geschiedenis had met het oog op recente politieke gebeurtenissen een bijzondere aantrekkingskracht op het Nederlandse volk. Toen Nederland onder Napoleon ongewild in Franse handen terecht was gekomen, ontstonden er sterke nationalistische gevoelens onder de Nederlandse bevolking. Historische figuren als Jacoba van Beieren, die zich sterk hadden gemaakt voor het vaderland, kregen hierdoor een heldenstatus.

Korte tijd werd koningin Wilhelmina dankzij haar hoofddeksels een icoon voor de Nederlandse mode. Vaderlandslievende vrouwen wilden rond 1832 een nationale klederdracht instellen en richtten daartoe het tijdschrift Euphrosyne op, dat geheel aan deze eigen mode gewijd was. Wanneer er voor de nieuwste modes niet meer naar het buitenland gekeken hoefde te worden, zou niet alleen de binnenlandse economie bevorderd worden, maar zouden ook verderfelijke Franse en Belgische invloeden kunnen worden geweerd.

Één van de onderscheidende kenmerken van de nationale mode was de koninginnemuts - ook wel jacobamuts genoemd - die op het hoofddeksel van koningin Wilhelmina geïnspireerd was.

Euphrosyne, tijdschrift voor de Hollandsche Kleeding, Hollandsche Kleederdragt, No 14, Dirk Sluyter, 1832, collectie Rijksmuseum.
Euphrosyne, tijdschrift voor de Hollandsche Kleeding, Hollandsche Kleederdragt, No 14, Dirk Sluyter, 1832, collectie Rijksmuseum.

Kortstondig succes

Hoewel de nationale mode geen blijvend succes werd, is de koninginnemuts wel degelijk gedragen. Al snel nadat het eerste ontwerp was gepubliceerd, meldde Euphrosyne dat er ‘achtenswaardige vrouwen’ in Amsterdam in het mutsje waren verschenen. Diverse hoedenmakers uit Amsterdam en Delft lieten de lezeressen van Euphrosyne weten dat de koninginnemuts bij hen verkrijgbaar was.

In de Amsterdamse Stadsschouwburg kreeg zangeres mevrouw Engelman de ‘levendige goedkeuring des publieks’ toen zij in de koninginnemuts een lied ter ere van volksheld Van Speyk ten gehore bracht. Ook tijdens concerten in Delft, en door bezoeksters van de Rotterdamse Stadsschouwburg zijn koninginnemutsen gedragen.

Heel even verscheen het koninginnemutsje zelfs over de grens. In het Engelse modetijdschrift ‘The World of Fashion and Continental Feuilletons’ werd in mei 1832 één ontwerp uit Euphrosyne overgenomen. De koninginnemuts die hierop is afgebeeld, werd echter aangeduid als ‘à la Paysanne’ – op zijn plattelands. Dat klinkt – zelfs in het Frans – toch net iets minder statig dan koninginnemuts

Euphrosyne: tijdschrift voor de Hollandsche kleeding, 1832, nr. 6, plaat no. 7, collectie Koninklijke Bibliotheek.
Euphrosyne: tijdschrift voor de Hollandsche kleeding, 1832, nr. 6, plaat no. 7, collectie Koninklijke Bibliotheek.

Zie ook

https://www.kb.nl/themas/tijdschriften-18e-en-begin-19e-eeuw

Categorie: 

Aanvullingen

Vul deze informatie aan of geef een reactie

Reactie