Van depot tot digitalisering: De stalenboeken van de Kralingsche Katoenmaatschappij

 
Stalenboek Kralingsche Katoenmaatschappij Museum Rotterdam Modemuze
20 november 2017
Conservator Kunst en Vormgeving Textielmuseum

In 2014 schreef ik over de aanwinst in de collectie van Museum Rotterdam van 6 stalenboeken van de Kralingsche Katoennmaatschappij, een katoendrukkerij die van 1720 tot 1932 actief was. Met deze aanwinst kwam het aantal stalenboeken van dit bedrijf in de Rotterdamse collectie op 12 stuks.

Voor de tentoonstelling Echte Rotterdammers Wat maken we nou? in 2014 werd één van de boeken ontsloten middels een filmpje dat ook in het Modemuze blog te zien was.i

Onder de loep!

Dit filmpje heeft in de navolgende periode diverse onderzoekers naar Rotterdam gevoerd om de boeken in het depot in te zien. In 2015 kwam de Nederlandse textiel historica Helen Elands de boeken inzien. Zij doet onder meer onderzoek naar de handel in (de ontwerpen voor) de bedrukte imitatiebatiks voor de West-Afrikaanse markt in de periode 1890-1920. Ze vond bijvoorbeeld in de boeken van de Kralingsche Katoenmaatschappij diverse stalen die overeenkwamen met stalen in de boeken van Edwin Goodwin, een handelaar in Manchester rond 1900.ii

Maria Wronska-Friend is onderzoeker aan de James Cook University in Australië en onderzoekt de relaties tussen Javaanse batik en Europese textiel. In samenwerking met de Duitse Weimar Stiftung deed ze onderzoek naar de invloed van Javaanse batik op het werk van de Vlaamse architect en ontwerper Hanry van de Velde. Tijdens de periode 1898-1924 gebruikte Van de Velde vaak Javaanse batikimitaties die in Nederland waren gedrukt in zijn interieur projecten.iii Tijdens haar bezoek aan de collectie in 2016 vond ze stalen die overeen kwamen met de stoffen die door Van de Velde waren gebruikt in de periode 1902-1914.

Tot slot kwam antropologe Sarah Fee uit Canada in 20117 naar de boeken kijken. Zij is curator, verbonden aan het Department of World Cultures van het Royal Ontario Museum. Ze doet onderzoek naar de textielhandel op Oost-Afrika in de 19de eeuw. Zij zocht en vond in de boeken informatie over een speciaal patroon, gebaseerd op de Indische 'kisutu'.iv

Digitalisering als oplossing

De internationale aandacht voor de boeken heeft het digitaliseren van deze boeken urgent gemaakt. De boeken zijn groot, heel zwaar en heel kwetsbaar. Het raadplegen kan niet gebeuren zonder dat er meer schade ontstaat. Dit jaar is prioriteit gegeven aan het digitaliseren van alle 12 boeken; pagina na pagina kwam voor de lens. Binnen afzienbare tijd zullen de bestanden bewerkt zijn zodat ze online zijn in te zien. Dit tot grote blijdschap van de onderzoekers en andere geïnteresseerden. Dit gaat vast prachtige vondsten opleveren.

Nog meer ontdekkingen

Ondertussen was door een ander onderzoek, namelijk naar sits in de collectie van het museum, een andere vondst gedaan. Tussen de grote lappen sits in de collectie kwam een grote doek tevoorschijn met een gedrukt motief. De doek was geïnventariseerd, maar niet gefotografeerd en daarom minder zichtbaar in de collectie. Tijdens het uitvouwen van de doek herkende ik het motief meteen: dat van de zogenoemde koningssprei die in de collectie van Museum Twentse Welle is.v Deze sprei is onderdeel van een collectie bedrukte doeken en een stalenboek afkomstig uit het archief van de Kralingsche Katoenmaatschappij, de voortzetting van de oorspronkelijke katoendrukkerij Non Plus Ultra.vi

Afbeelding 1: Koningssprei in de collectie van Museum Twentse Welle, in de onderrand zijn de initialen en namen van de drukkers zichtbaar die meewerkten aan de sprei, inv.nr. MJ 8037.
Afbeelding 1: Koningssprei in de collectie van Museum Twentse Welle, in de onderrand zijn de initialen en namen van de drukkers zichtbaar die meewerkten aan de sprei, inv.nr. MJ 8037.

De sprei was een speciale opdracht van koning Willem I aan de Kralingse drukkerij in de periode dat hij met de oprichting van de Nederlandsche Handels Maatschappij (NHM) in 1824 de handel met Nederlands Indië wilde bevorderen en de Nederlandse industrie wilde laten opleven.vii De handel in bedrukte katoen met Java was onderdeel van deze opzet. De bedrukte sprei was bedoeld als gift voor de inlandse vorsten om hen gunstig te stemmen over de Nederlandse producten.

Volgens overlevering zijn er meerdere spreien gedrukt. Twee exemplaren waren nog in het archief van de drukkerij in 1921, toen ze werden beschreven in een artikel dat verscheen in het Rotterdams Jaarboekje 1921 door J. van Sillevoldt, directeur van de Kralingsche Katoenmaatschappij.viii Na beëindiging van het bedrijf in 1932 vertrok Van Sillevoldt naar Goor waar hij in 1935 directeur werd van de Twentse Katoendrukkerij. Dit is de oorzaak dat een stukje Rotterdamse bedrijfsgeschiedenis in Twente terecht kwam.

Afbeelding 2: Koningssprei in de collectie van Museum Rotterdam, inv.nr.21292.
Afbeelding 2: Koningssprei in de collectie van Museum Rotterdam, inv.nr.21292.

Nu is in de Rotterdamse collectie de tweede sprei gevonden met hetzelfde motief en dezelfde afmetingen. In de rand van de sprei in de Twentse collectie hebben zeven drukkers hun namen of initialen achtergelaten in de rand. Elke drukker was verantwoordelijk voor één van de zeven kleuren waarin de sprei is gedrukt. In de sprei in Rotterdam zijn de initialen van de drukkers weggeknipt. Slechts een heel klein deel is nog zichtbaar. In de Twentse collectie is de sprei op basis van beknopte gegevens gedateerd in 1817. Nader onderzoek moet uitmaken of dat niet later moet zijn. De oprichting van de NHM vond plaats in 1824 waardoor de handel in katoentjes met Java nieuw leven werd ingeblazen.

Afbeeld 3: Detail van de rand van de Koningssprei in de colletcie van Museum Rotterdam. Er is nog een fractie van de initialen van de drukkers zichtbaar.
Afbeeld 3: Detail van de rand van de Koningssprei in de colletcie van Museum Rotterdam. Er is nog een fractie van de initialen van de drukkers zichtbaar.

Onlangs is de sprei gefotografeerd en met trots presenteert Museum Rotterdam hier nu een belangrijk stuk uit de geschiedenis van de Kralingsche Katoenmaatschappij!

Voetnoten

iiHelen Elands publiceerde onder andere: 'Nederland: koloniale inspiratie in Nieuwe Kunst en industrie', in F. Huygens, M. Simon Thomas (eds.), Design Dery. Nederland-België 1815-2015, Rotterdam 2015 (exh. Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen/Gent, Design Museum 2015-2016), p. 844-7; Elands droeg ook bij aan de catalogus van de gelijknamige tentoonstelling African - Print Fashion Now! die dit jaar werd gehouden in het Fowler Museum in Los Angeles.

iii Maria Wronska - Friend ‘Henry van de Velde und die javanische Batik’, in Thomas Föhl, Antje Neumann Henry van de Velde Raumkunst und Kunsthandwerk, Ein Werkverzeichnis in sechs Bänden, Band II Textilien, Klassik Stiftung Weimar, 2014, p. 371-395

iv Sarah Fee en Pedro Machado "Entangled Histories: an Introduction to The Translocal Textile Trades of eastern Africa." Textile History, 48, 1, a special volume on 'The Translocal Textile Trades of eastern Africa', 2017, p. 4-14.

v Doek Koning Willem I, inv. nr. MJ 8037, Museum Twentse Welle

vi De Kralingsche Katoenmaatschappij is een voortzetting van de oorspronkelijke katoendrukkerij Non Plus Ultra, opgericht in 1720. Gedurende de bestaansperiode is de drukkerij regelmatig van eigenaar gewisseld en vaak veranderde dan ook de naam. In de periode dat de koningssprei werd gedrukt (waarschijnlijk tussen 1817-1832) droeg het bedrijf de naam ‘Landt en Van Marle’, naar de eigenaren Petrus Lambertus Landt en Martinus van Marle.

vii Geert Verbong ‘Katoendrukken in Nederland vanaf 1800’ in Bea Brommer Katoendruk in Nederland, 1989, p. 47-68.

viii E. Wiersum en J. van Sillevoldt ‘De katoendrukkerij Non Plus Ultra’ in Rotterdams Jaarboekje, 1921, p.67-90

Categorie: 

Aanvullingen

Vul deze informatie aan of geef een reactie

Reactie