Handsieraad

 

Hathphul (letterlijk handbloem) Kundan handsieraad, rechts en links. Polki (glas) gezet in 22-karaats zetting, afgewerkt met een lint van puur goud (kundan) en meenakari (emaille). De hathpul is...

Objectnummer
RV-6078-4a
Instelling
Stichting Nationaal Museum van Wereldculturen
Periode
vroeg 21e eeuw
Herkomst
Bikaner

Hathphul (letterlijk handbloem) Kundan handsieraad, rechts en links. Polki (glas) gezet in 22-karaats zetting, afgewerkt met een lint van puur goud (kundan) en meenakari (emaille). De hathpul is een handsieraad die de achterkant van de hand bedekt. Er zijn meerdere varianten qua vorm maar de meest gebruikelijke is een geornamenteerd cirkelvormig plaatje waarbij zowel aan de onder- als bovenkant twee kettinkjes zijn bevestigd. De kettinkjes aan de bovenkant worden ter hoogte van de pols aan elkaar gegespt. Aan de twee onderste kettinkjes bevind zich een ring, een voor de eerste en een voor de vierde vinger. Kundan (letterlijk 24-karaats, ofwel puur goud) minakari (emaillering) of kundan mina sieraden hebben een zetting van 22-karaats goud, maar de edelstenen liggen in een bedje van 24-karaats gouden lint. Kundan sieraden zijn vaak gezet met robijn, smaragd, saffier en diamant, ook wel polki (diamantfragmenten) genoemd. De edelstenen worden geplaatst voor een gladgestreken reepje zilverpapier. De achterzijde is geëmailleerd. Indien de achterzijde niet is geëmailleerd spreekt men over kundan sieraden of kundan jadau sieraden. Lit. Saskia Konniger, De Verborgen Tuin, Goudsmeden in Noord-India, KIT Publishers, 2011, p. 50 (Cat.nr. 16)

Aanvullingen

Vul deze informatie aan of geef een reactie

Reactie