Op afstand; sociaal en fysiek

 
1 april 2020
Mode- en Kostuumafdeling Kunstmuseum

Tenminste 1,5 meter afstand houden van anderen, dat is de onverbiddelijke coronamaatregel. In onze overvolle, drukke steden is dit een behoorlijke uitdaging. Gelukkig zijn er modeontwerpers, van heel vroeger tot nu, die creatieve oplossingen bieden: in de collectie van het Kunstmuseum bevinden zich meerdere stukken die afstand waarborgen, zowel fysiek als sociaal.

Afb.1: Mantua (galajapon), ca. 1760-1765, Kunstmuseum, inv. nr. 0555918

 

Mantua

Deze mantua (c. 1760-1765) is een mooi voorbeeld van een kledingstuk dat niet alleen fysieke maar ook sociale afstand creëert. De mantua, bestaande uit een rok en een van voren openvallende overjurk, is een kledingstuk dat zich ontwikkelt aan het einde van de 17e eeuw. De ontwikkeling van de mantua gaat verder in de 18e eeuw tot de rok vrijwel niet meer bedekt wordt en de overjurk is veranderd in een lijfje met een rudimentaire sleep. Rond 1740 begint de mantua niet alleen platter maar vooral ook wijder te worden. Om deze wijdte te creëren worden zogenaamde paniers (letterlijk manden in het Frans) gedragen onder de rokken. De wijdte, zoals zo goed te zien is bij deze japon, zorgt er niet alleen voor dat dames zich vaak overdwars door deuropeningen moeten zien te manoeuvreren, maar creëert ook een afstand tussen de draagster en haar omstanders.

Japonnen zoals deze waren zeer kostbaar door de vele meters stof die nodig waren voor de begeerde wijdte. Het was dan ook een waar statussymbool om zo’n jurk te dragen. Niet alleen was het voor het gros van de mensen financieel gezien onmogelijk om een dergelijke japon te betalen, het zou ook absoluut niet gepast zijn geweest om iets te dragen wat niet bij je stand hoorde.

Afb. 2: Japon, ca. 1866-1867, Kunstmuseum, inv. nr. 0241526

 

Crinoline

Gedurende de gehele achttiende eeuw ontwikkelt de mantua zich nog tot andere omvangrijke stijlen, zoals de robe à la française en de robe à l’anglaise. Aan het eind van de 18e en het begin van de 19e eeuw beheersen japonnen met een slanker silhouet de mode. Het slankere silhouet bepaalt, al is het in vele vormen, voor lange tijd de mode. Pas aan het eind van de jaren 1820 worden de rokken weer wijder en in de jaren 1850 zijn ze op hun wijdst. Om het populaire bel-vormige silhouet te verkrijgen worden vele lagen onderrokken gedragen, voor de draagster heel onpraktisch en vooral ook heel zwaar. Wanneer in 1856 dan ook hoepelrokken op de markt komen, is dit een groot succes. De hoepelrok, vaak crinoline genoemd, wordt veelal gemaakt van verenstaal en is daardoor licht en flexibel. Dit betekent dat rokken nóg wijder kunnen worden.

De industriële revolutie maakt in die tijd mode voor veel meer mensen toegankelijk. De japonnen met de grootse crinolines zijn echter nog steeds alleen weggelegd voor de welgestelden. Deze japon (afb. 2) dateert uit het einde van het crinolinetijdperk en is ca. 1866-1867 gemaakt. Hoewel deze japon niet is gemaakt tijdens het hoogtepunt van de crinoline heeft deze nog steeds een aanzienlijke omvang. Net als veel andere ‘extreme’ modetrends was de crinoline, en de afstand die deze creëerde, een geliefd onderwerp voor spotprenten.

Afb. 3: Crinolines, ca. 1860, Kunstmuseum, 0258834, 0391772, inv. nr. 0488090

 

Afb. 4: Spotprent ‘Song for Leap Year, The Ladies Opportunity!’, ca. 1860, Kunstmuseum, inv. nr. 0554525

 

Afb. 5: Jurk met bolero, ca. 1954, Kunstmuseum, inv. nr. 0556759

 

New Look

Zoals vaak gezegd wordt, herhaalt de geschiedenis zichzelf. Dat is voor modegeschiedenis niet anders. Hoewel de mode zich in de eerste helft van de twintigste eeuw voornamelijk kenmerkt door slanke silhouetten, slaat dit om na 1947, het jaar dat Christian Dior zijn eerste eigen modecollectie presenteert. Na jaren van korte, rechte utiliteitsrokken verschenen opeens weer langere, wijdere rokken ten tonele. Deze rokken werden hier en daar gesteund door een hoepel, maar stonden voornamelijk wijd uit door grote petticoats die eronder werden gedragen. In deze petticoats gingen meters (stijve) stof. Baljurken zoals deze waren in de jaren ’50 zeer populair. Dit exemplaar met bijpassende bolero (ca. 1954) is ooit gekocht bij het chique warenhuis Maison de Bonneterie(afb. 5).

Ondanks dat de omvang van jurken in de jaren 1950 verbleken bij die uit de jaren 1850, kun je ervan uitgaan dat een jurk als deze alsnog de persoonlijke ruimte van de draagster waarborgt. Vergelijkbare jurken, eveneens gemaakt van kunststof, worden in die tijd ook in lagere prijsklassen aangeboden. Van een sociale afstand tot dit kledingstuk is dan ook amper meer sprake.

Afb. 6: Schets, Dress to keep distance, 2020, Marleen Buisman

 

Moderne initiatieven

Hoe je anno 2020 met kleding afstand kan bewaren, zie  je op deze schets van ontwerper Marleen Buisman (afb. 6). Haar moderne genderneutrale hoepeljurken garanderen de gepaste afstand. Verder maken ook de bijpassende handschoenen dit ensemble geschikt voor de huidige crisis. Buisman is dan ook van opvatting dat musea gewoon weer open kunnen, mits alle bezoekers deze creatie dragen.

 

Dit blog werd eerder gepubliceerd als een mini-tentoonstelling van het Kunstmuseum 

Categorie: 

Aanvullingen

Vul deze informatie aan of geef een reactie

Reactie