Speaking in a new rhythm: het nieuwe normaal van The Fabricant

 
24 september 2020
Student Arts & Culture Studies, Radboud Universiteit Nijmegen.

Door de huidige pandemie kwam veel mode tot stilstand; geen nieuwe collecties, geen fysieke shows en dus ook geen aangeklede modellen. Toch kwam het werk van Amber Jae Slooten (The Fabricant) juist nu (nog meer) in beweging. Als resultaat van de lockdown werd ook mode – net zoals te zien was in veel andere sectoren – versneld gedigitaliseerd.

Ontwerper Amber Jae Slooten (The Fabricant) maakte al eerder de verbinding tussen mode en technologie; The Fabricant onderzoekt hoe een mode-ervaring in een digitale omgeving kan worden gecreëerd. Het mode- en techbedrijf produceert thought couture, waarbij de waarde van mode wordt herontdekt. Met digitale mode bevraagt The Fabricant de huidige vervuilende en arbeidsintensieve mode-industrie.

In de expo ‘the new normal’ staat onder andere het werk en de visie van Amber Jae Slooten centraal. Slooten licht toe hoe de afgelopen (corona)periode effect op haar heeft gehad en wat 'het nieuwe normaal' voor haar betekent. Onderdeel van de expo is het werk DEEP (2018), een digitale collectie die ons tot nadenken zet: hebben we (nieuwe) fysieke kledingstukken nog wel nodig? Wat is het verschil tussen materiële en immateriële mode? In deze blog zoom ik in op thema's uit de collectie en zoek ik parallellen in de modegeschiedenis: hoe dagen deze werken ons uit om na te denken over 'het nieuwe normaal'?

Figuur 3: Screencapture ‘Deep’ (2018), Amber Jae Slooten (The Fabricant). Bron: The Fabricant.

Ontwerpen met algoritmes

De mode van Amber Jae Slooten (The Fabricant) is niet met behulp van patroondelen en een naaimachine ontworpen, maar is daarom niet minder vakkundig gemaakt. Het werk DEEP (2018) is met algoritmes gecreëerd, bestaande uit twee delen: een dataset (een verzameling afbeeldingen) en gegenereerde pixels. De dataset voor DEEP is samengesteld uit collecties die te zien waren op de Paris Fashion Week in 2018. De alternatieve werkwijze wordt mede uitgewerkt door een computer, die uit zichzelf pixels kan genereren, lijkend op de afbeeldingen uit de dataset: in dit geval de collecties van de Paris Fashion Week. De resultaten waren 2D-afbeeldingen van gepixelde kleding. Deze beelden hebben Amber Jae Slooten geholpen om nieuwe silhouetten te ontdekken. Het werk van de computer is door de ontwerper geïnterpreteerd en uitgewerkt tot 3D modellen.

‘DEEP’ kan gezien worden als een samenwerking met de computer. Destijds hield ontwerper Amber Jae Slooten zich bezig met de volgende vragen: hoe wordt mode in de toekomst ontworpen? Is mode zoals te zien in DEEP (2018) nog wel het werk van de ontwerper zelf? Nu er steeds meer gaande is in de digitale wereld, zoals artificiële intelligentie (AI), Deep Fake-technologie en generative networks, is de vraag waar de grens tussen mens en computer ligt nog relevanter geworden. Met de vervaagde grens tussen mens en technologie worden de verschillen tussen materialiteit en immaterialiteit, realiteit en verbeelding ook steeds kleiner.

Figuur 4: Screencapture ‘Deep’ (2018), Amber Jae Slooten (The Fabricant). Bron: The Fabricant.

Figuur 5: Gegenereerde afbeelding Paris Fashion Week. Bron: The Fabricant

Ritmes en algoritmes: naar een andere wereld

Slooten’s werk bevraagt de dualiteit van de fysieke en niet-fysieke wereld. Dit is geen nieuw fenomeen. Kijk bijvoorbeeld naar het Zār-amulet uit de collectie van het Nationaal Museum van Wereldculturen. Dit sieraad is mogelijk gebruikt tijdens bijeenkomsten van de Zār-cultus in Caïro in de jaren 1934-1935. Tijdens deze samenkomsten wordt er door het dragen van de amuletten en de bijbehorende muzikale ritmes contact gezocht met bovennatuurlijke krachten. De vrouwen die deelnamen aan deze bijeenkomsten staan op als zij het ritme horen dat past bij de desbetreffende spirituele entiteit.

Hoewel het Zār-amulet (1934-1935) en de collectie DEEP (2018) in eerste instantie weinig met elkaar gemeen lijken te hebben, zijn er interessante verbanden te leggen die meer inzicht geven over het immateriële en imaginaire karakter van technologie. Zowel het amulet als het werk DEEP voeren door muziek en beweging het publiek mee naar een andere dimensie. Twee werelden staan in contact met elkaar en beïnvloeden elkaar: de geestenwereld of de digitale wereld, en de realiteit.


Figuur 6.a & b: Zār-amulet (voorkant + achterkant), 1934-1935, Caïro, Stichting Nationaal Museum van Wereldculturen, inv. Nr. TM-5693-16


Tot de verbeelding spreken

Het werk DEEP (2018) laat zien dat niet-bestaande en non-fysieke objecten – in dit geval kledingstukken – een bestaan kunnen hebben en de realiteit kunnen beïnvloeden. De collectie DEEP (2018) kunnen we alleen maar zien en horen, maar niet voelen. De mode in het werk DEEP (2018) heeft geen materieel bestaan, maar oogt realistisch: een scène is zichtbaar waarin een model met natuurlijke bewegingen, gehuld in hyperrealistisch kleding en overtuigende materialiteit op een herkenbare manier op de symbolische catwalk loopt. Ook hier roept het werk vragen op: geven onze zintuigen een accurate beschrijving van de realiteit? Is het nodig om het digitale/niet-bestaande van de realiteit te onderscheiden? Wellicht is de verbeelding – net zoals bij het Zār-amulet – genoeg om onderdeel te worden van de werkelijkheid.

Figuur 7: Digital Material Samples, 2018. Bron: The Fabricant.

Rethinking the system

Juist omdat de computer de mogelijk geeft om iets te creëren dat los staat van de realiteit, zou Amber Jae Slooten graag een eigen invulling willen geven aan mode in de 21e eeuw. In plaats van voort te borduren op het oude systeem – bijvoorbeeld halfjaarlijkse collecties – ziet de ontwerper andere mogelijkheden. The Fabricant beschouwt het digitale en fysieke niet als separaat, maar verbindt deze twee werelden juist. Volgens de filosofie van het mode- en techbedrijf zou mode ons meer moeten kunnen geven dan alleen een mooi uiterlijk. Waarbij men soms uit gaat van de negatieve implicaties van technologie, focust The Fabricant zich juist op wat technologie zou kunnen bijdragen aan onze maatschappij. Op deze manier zou mode door technologie een nieuwe functie kunnen krijgen.

Het dragen van The Fabricant: futuristisch scenario of al werkelijkheid?

Voor verschillende modehuizen zijn al digitale modeomgevingen – in de vorm van advertenties en alternatieve modeshows – door The Fabricant gecreëerd. Door de COVID-19 pandemie lopen producties achter en worden er nauwelijks Fashion Weeks gehouden, omdat fysiek contact tijdelijk niet mogelijk is. De digitale werkwijze van The Fabricant geeft toch de mogelijkheid om nieuwe mode te creëren. Tijdens de pandemie werd mode snel gedigitaliseerd, maar het concept van digitale mode is in essentie al langer aanwezig. De online afbeeldingen die wij van internationale shows bekijken – 2D-afbeeldingen die ons een impressie van een kledingstuk geven – zijn in wezen hetzelfde. Deze mode is ook digitaal en niet tastbaar. De mode die wij via Instagram door onze schermen bekijken, zullen wij misschien nooit in werkelijkheid zien en daarom niet kunnen aanraken. Waarom zou een influencer in plaats van een fysiek kledingstuk niet het werk van The Fabricant kunnen dragen?

Hier kunnen we weer terugkomen op de vragen: kunnen we de realiteit van verbeelding onderscheiden? Wat is het verschil tussen materiële en immateriële mode? En misschien wel de meest relevante vraag op dit moment: hebben we (nieuwe) fysieke kledingstukken nog wel nodig? In relatie tot duurzaamheid geeft digitale mode de mogelijkheid om te blijven creëren, zonder te vervuilen.

Het nieuwe (algo)ritme

In de toekomst zou Amber Jae Slooten nog meer willen spelen met de fysieke en digitale wereld. De ontwerper streeft naar het creëren van een digitale identiteit die we om ons heen kunnen dragen door middel van augmented reality/mixed reality. Hierdoor zou mode een nieuwe functie kunnen krijgen: deze kleding geeft de mogelijkheid om onze identiteit per minuut aan te passen en om onszelf emotioneel tot anderen uit te drukken. Mode zou in dit geval geen statussymbool meer zijn [1], maar een instrument om onze emoties te uiten en met anderen te communiceren. Net zoals bij de ceremonie van de Zār-cultus, waarbij een vrouw een geest imiteert en zo in de huid van de geest kruipt, kunnen wij door deze digitale wereld ook van identiteit veranderen.

Wellicht zien ook andere modehuizen digitale mode niet als een tijdelijke oplossing gedurende de coronapandemie, maar als een nieuwe manier van ontwerpen. Het werk DEEP (2018) van The Fabricant biedt een toekomstperspectief dat niet een geheel nieuw uitgangspunt heeft: het verleggen van onze imaginaire kaders.

Voetnoten:

[1] Crane, Diana. Fashion and its Social Agendas. Class, Gender, and Identity in Clothing. Chicago: University Press, 2000: 1-19.

Aanbevolen literatuur:

Quinn, Bradley. “Technology and Future Fashion: Body Technology for
         the Twenty-First Century.” The Handbook of Fashion Studies,
         edited by Sandy Black, et. al., Bloomsbury Academic, 2013, pp.
         431-435.
Smelik, Anneke. “Wearable Technology, or: Science Fashion.” The Posthuman
         Glossary, edited by Rosi Braidotti and Maria Hlavajova, Bloomsbury, 2018,
         pp. 455-458.
 

Aanvullingen

Vul deze informatie aan of geef een reactie

Reactie