‘Dutch Wave’: de Nederlandse mode-modernisten

 
27 februari 2020
Modeantropoloog

De ‘Dutch Wave’; een groep Nederlandse modeontwerpers die rond de eeuwwisseling voor een tsunami in de modewereld zorgden.[1] Een groep die vandaag de dag in de vergetelheid is geraakt. Met Monument wil Mary-Lou Berkulin daar verandering in brengen. Modemuze ging in gesprek met haar over dit onderbelichte hoofdstuk van de Nederlandse mode.

Het Nederlands modernisme in de mode

Tot eind jaren 80, begin jaren 90, domineren vooral de grote Franse modehuizen die haute couture maakten de modewereld. Vanaf dat moment komt er echter een kanteling en krijgen jonge, onafhankelijke modeontwerpers buiten Parijs steeds meer bekendheid vanwege hun experimentele en conceptuele manier van werken.

In Nederland bundelen verschillende ontwerpers de krachten door samen labels en collectieven te beginnen. Op die manier kunnen ze het werk en de zware tijden delen, maar elkaar vooral inspireren. Voorbeelden hiervan zijn GILL en Cri Néerlandais.[2] Hierdoor krijgen de Nederlandse ontwerpers steeds meer internationale erkenning en bekendheid.

In mei 1998 doen drie Nederlandse labels en twee ontwerpers individueel van elkaar mee aan het prestigieuze Hyères Fashion Festival: Rozema/Teunissen, Keupr/Van Bentm, Oscar Suleyman, Gerrit Uittenbogaard en Niels Klavers. Keupr/Van Bentm winnen de ‘Prix Spécial de la Ville’ (publieksprijs) en Niels Klavers de ‘Grand Prix’ voor vrouwen.

Oscar Suleyman wint geen officiële prijs, maar mag wel meedoen aan de Parijse modeshow die speciaal voor de Nederlanders werd georganiseerd.[3] Bovenal zorgen ze voor een ‘sartorial tsunami’ (aldus modejournalist Stephen Todd in Dutch) met conceptuele ontwerpen vrij van stilistische referenties naar kledingstukken.

Deze manier van ontwerpen wordt ook wel als het begin van Nederlands modernisme in het modeontwerpen beschouwd. Het is een interdisciplinaire benadering van ontwerpen, waarbij experiment in vorm, materiaal en concept leidend zijn. Daarmee onderscheidt het Nederlandse mode-modernisme zich van de Franse haute couture ervoor en de draagbare, fast fashion, van erna.

Rozema/Teunissen, damesensemble uit de collectie Transient bestaande uit jasje en rok, 2000, collectie Centraal Museum Utrecht.

‘Een papieren monument voor pre-internetmode’

Net als de ontwerpers uit de Dutch Wave heeft Mary-Lou, oprichter van Monument, fashion design aan ArtEZ Fashion Institute in Arnhem gestudeerd. Na voor verschillende modelabels als ontwerper te hebben gewerkt, is ze als stylist werkzaam voor, onder andere, Harper’s Bazaar, Linda., Linda. Meiden, Vrij Nederland en Glamcult Studio.

Het idee om een ode aan deze ontwerpers uit te brengen, kwam niet uit de lucht vallen. Regelmatig dacht Mary-Lou nog terug aan hun werk dat, volgens haar, met het verstrijken van de tijd zijn waarde heeft behouden en nog altijd spannend is gebleven.

Toch is er nu weinig overgebleven van de grote bekendheid en aandacht die deze groep ontwerpers destijds genoot. In de Nederlandse museale collecties zijn de ontwerpers vrijwel afwezig. Alleen het Centraal Museum in Utrecht heeft stukken van hen in de collectie. Het museum organiseerde daarnaast in 2000 een tentoonstelling in samenwerking met de verschillende modeontwerpers en labels.[4]

Online is er ook weinig vindbaar, omdat internet in hun hoogtijdagen nog niet de rol speelde die het vandaag de dag speelt. Om deze ontwerpers toch zichtbaarheid te geven en te laten zien hoe inspirerend hun werk nog steeds is, besloot Mary-Lou Monument uit te brengen.

Voordat ze daadwerkelijk aan het magazine begon, nam Mary-Lou contact op met vier Dutch Wave-ontwerpers waar ze sowieso een issue aan wilde wijden: Rozema/Teunissen, Keupr/van Bentm, Niels Klavers en Oscar Suleyman om te vragen of hun collecties nog bewaard waren gebleven en ze deze mocht zien en gebruiken.

Modearchieven in de context van toen en nu

In ieder issue staat één van de vier ontwerpers of labels centraal. De bewaarde kledingstukken vormen het uitgangspunt. Hiervoor gaat Mary-Lou bij de ontwerpers langs om de kleding uit het archief te bekijken en een selectie te maken voor de fotoserie, die speciaal voor elke editie door een andere fotograaf wordt geschoten. Daarnaast bezoekt ze ook het Centraal Museum om naar de ontwerpen in hun museale collectie te kijken.

Het maken van een nieuwe fotoserie is een belangrijk onderdeel, omdat het de kledingstukken in een moderne context plaatst. Hiermee laat ze zien dat de ontwerpen nog altijd actueel zijn en niet zouden misstaan in een modetijdschrift. Dat laatste is ook iets wat ze jammer vindt: waarom staat er in modetijdschriften alleen actuele mode en geen oudere ontwerpen?

Met Monument wil Mary-Lou de vraag stellen of we niet terug moeten kijken om vooruit te gaan en het hedendaagse modesysteem te veranderen. Dat doet ze niet alleen door de actualiteit van de ontwerpen visueel te maken: ook in gesprekken met de ontwerpers en een speciaal essay in het magazine wordt het verleden in verband gebracht met de modewereld van nu.

Wat kunnen we nog meer van Monument verwachten?

In tegenstelling tot reguliere modebladen ondervindt Mary-Lou met Monument geen druk vanuit de industrie om vast te leggen aan een verschijningsdatum. Het streven is om in ieder geval één magazine per jaar uit te brengen.

Er zijn nog meer Nederlandse ontwerpers uit deze periode die van belang zijn geweest voor de Nederlandse mode. Daarom hoopt Mary-Lou dat ze het magazine na de nog uit te brengen issues over Niels Klavers en Oscar Suleyman met succes voort kan zetten. Er zijn immers nog talloze andere mogelijkheden om dit project uit te werken. Zo hoopt ze in de toekomst bijvoorbeeld ook met musea of andere archieven te kunnen samenwerken.

Het doel is om deze eerste vier issues uiteindelijk samen te voegen tot een bundel, waardoor er een waardevol en tijdloos boek ontstaat. En dat is waar het Mary-Lou met Monument uiteindelijk om gaat: een groep ontwerpers die zo belangrijk zijn voor de Nederlandse mode(geschiedenis) een blijvende bekendheid, een monument, geven.

 

Monument Magazine wordt tot stand gebracht door Mary-Lou Berkulin, samen met vormgever Karen van de Kraats. De eerste editie belichtte Rozema/Teunissen, met foto’s van Barrie Hullegie en een essay van Renee van der Hoek. De tweede editie stelde Keupr/van Bentm centraal. Met Roos Quakernaat werd een nieuwe fotoserie gecreëerd en Laura Gardner schreef een essay.

Monument is o.a. verkrijgbaar bij Athenaeum Amsterdam, Stedelijk Museum, Centraal Museum en Het Nieuwe Instituut. Ga voor verkoop online naar de website van Monument.

Mary-Lou deelt de archieven van de ontwerpers ook op instagram: @monument_magazine


[1] A strange flotsam started to wash up on their shores. Damask Satin contorted into tumescent forms. Tangles of toile de Jouy. Puffballs in iridescent lacquer. Ribbons. Lots of ribbons. Coastlines of ribbons. Before the locals could do anything about it, ‘Deep Impact’ had happened, and there we all stood like Téa Leoni in the face of an immutable tidal wave. Interestingly, this sartorial tsunami had its origins in Holland. - Stephen Todd, ‘La Vague Hollandaise’, Dutch #17, 1998.

[2] GILL: Illustrious Imps, Gletcher, Lola Pagola en Lawina; Cri Néerlandais: Pascale Gatzen, Saskia van Drimmelen, Lucas Ossendrijver, Viktor Horsting, Rolf Snoeren en Marcel Verheyen.

[3] José Teunissen, ‘Nederlandse prijswinnaars geven show in het Louvre’, Trouw, 17-10-1998.

[4] Tentoonstelling ‘Dutch Modernism’ (9 juli - 17 september 2000) in samenwerking met Alexander van Slobbe, Saskia van Drimmelen, Viktor & Rolf, Aziz Bekkaoui, Niels Klavers, Oscar Suleyman, Ronald van der Kemp, Claudy Jongstra, Keupr/van Bentm, Rozema/Teunissen en G+N. https://www.centraalmuseum.nl/nl/tentoonstellingen/dutch-modernism

Aanvullingen

Vul deze informatie aan of geef een reactie

Reactie