De musea zijn gelukkig nog steeds toegankelijk en op modegebied valt er van alles te beleven. Conservator Bianca M. du Mortier schreef een recensie over enkele nieuwe tentoonstellingscatalogi. Lees verder waarom je je boekenkast moet aanvullen met deze drie boeken.
Globalisering maakt het kledingaanbod in de Nederlandse winkelstraten groter dan ooit. Ook de grenzen tussen westerse mode en niet-westerse kledingstijlen vervagen steeds meer en het combineren van verschillende stijlen en culturen in één outfit is een trend geworden.
De koto is een illustratie van globalisering, beladen geschiedenissen en vooral een ontwikkelende mode. Maar welke rol neemt de koto als erfgoed in de Nederlandse context? Kenners, ontwerpers, verzamelaars, coupeurs en conservatoren kwamen bij elkaar om in gesprek te gaan over een verzameling vol koto's - de verzameling van Rita Maasdamme.
Het begon met een wollen shawl uit Canada die zeker in de smaak zou vallen. Streekdracht is bij uitstek een internationale aangelegenheid. Eén van de Staphorster kraplappen in mijn verzameling is daar een sprekend voorbeeld van.
Sinds de coronacrisis is er wereldwijd meer interesse in handwerken. Sociale media platforms spelen hierin een belangrijke rol; niet oma maar jouw Instagram explore page helpt je bij het maken van die viral patchwork cardigan. Waarom is deze verschuiving belangrijk? Én waarom is het belangrijk dat we oma's handwerk niet uit het oog verliezen?
In deze blog vertelt conservator Frederic Baas over de tentoonstelling BodyDrift: Anatomies of the Future, de eerste tentoonstelling uit een reeks over het verzamelgebied Posthuman dat Design Museum Den Bosch hanteert. Speciaal voor Modemuze maakte hij bovendien een selectie van enkele interessante werken uit de tentoonstelling die in deze blog verder uitgelicht worden.
Brons was lang geleden zeldzaam, gewild en eindeloos herbruikbaar. Toch kwam een deel van de bronzen sieraden op vreemde plekken terecht. Zomaar los in het landschap, in beekjes, vennen en moerassen.
Het verzamelen van vernieuwende en conceptuele mode neemt een belangrijke plek in het verzamelbeleid van het Centraal Museum in Utrecht in. Vanwege de conceptuele aard van het werk van Japanse ontwerpers, waarbij de nadruk op experiment in materiaal en vorm ligt, worden deze ontwerpen sinds de jaren '90 actief door het museum aangekocht.