Oorsieraden

 

Een stel oorknoppen (subeng) van goud filigraanwerk, aan de bovenzijde ingelegd met zes rijen rode steentjes. Waarschijnlijk zijn dit uit Kalimantan geïmporteerde robijntjes. Ook aan de onderzijde...

Objectnummer
RV-1586-112
Instelling
Stichting Nationaal Museum van Wereldculturen
Periode
Voor 1907
Herkomst
Tabanan (regentschap)

Een stel oorknoppen (subeng) van goud filigraanwerk, aan de bovenzijde ingelegd met zes rijen rode steentjes. Waarschijnlijk zijn dit uit Kalimantan geïmporteerde robijntjes. Ook aan de onderzijde van de oorknoppen bevinden zich twee rijen van deze steentjes. Midden op het bovenvlak is een groene achtstralige ster te zien. Het groenglanzende materiaal van de ster is verkregen door dekschilden van kevertjes (ketibangbung), in punten te snijden, en in een gouden zetting te vatten. In het middelpunt van deze ster is een grote robijn gezet (Deze ontbreekt bij één exemplaar). Het cilindervormige ondergedeelte van de oorknop, werd gedragen in een gat in de oorlel, en aan de voorzijde vastgemaakt. Wanneer de subeng niet gedragen werden, hield men de gaten in de oorlel open met opgerold lontarpalmblad. De ronde schijfvormige "subeng", die met een ster gedecoreerde zijn, heten "subeng luwed agung". Deze werden zowel door mannen als vrouwen gedragen. Ook goden en helden droegen dit sieraad, zoals is te zien op schilderingen en beeldhouwwerken. Deze oorknoppen zijn in januari 1907 gekocht door de graficus/tekenaar W.O.J. Nieuwenkamp (1874-1950) op een openbare verkoping van voorwerpen uit het paleis van de vorst van Tabanan. Tabanan was een van de rijkjes van Bali die aan het begin van de 20ste eeuw met geweld onderdeel werden gemaakt van de kolonie Nederlands Indië.

Aanvullingen

Vul deze informatie aan of geef een reactie

Reactie