Dansen in de futuristische mode van Gijs en Emmy

 
28 augustus 2019
Kunsthistoricus

“Als costuums voor een science-fictionballet bijzonder geslaagd, op het Leidseplein zullen we er voorlopig niemand in zien flaneren denk ik.” Cabaretière, schrijfster en modejournalist Emmy Huf had een vooruitziende blik toen ze deze woorden schreef over de futuristische kostuums die Gijs Bakker en Emmy Van Leersum showden in februari 1970. De kostuums waren helemaal niet ontworpen voor een ballet, maar voor een eenmalig evenement georganiseerd door het ontwerpersduo, genaamd Kledingsuggesties, om hun visie op de mode van morgen te tonen (hoofdbeeld).

In juli van datzelfde jaar maakte het Nederlands Dans Theater al zijn opwachting in deze kostuums tijdens de première van Mutations op het Holland Festival. De choreografie was van Glen Tatley en Hans van Manen. De laatste nam de balletstukken op video voor zijn rekening. Critici waren niet allemaal even enthousiast over de kostuums. Sommigen prezen de chique, astronautachtige kostuums die zo uit een science-fiction epos leken te komen, terwijl andere de kostuums afdeden als bizar en een roep om aandacht. 

In a galaxy far, far away…

Een ding is echter zeker: de kostuums van Bakker en Van Leersum waren hypermodern. De ruimtewedloop tussen Amerika en de Sovjet Unie in de jaren 1960 leidde tot veel aandacht voor de ruimte en de technologische ontwikkelingen die de ruimtevaart met zich meebracht. Menig modeontwerper was ook gefascineerd door the great unknown. Het nieuwe op gebied van vorm en materiaal stond centraal: jumpsuits, het gebruik van door de mens gemaakte materialen zoals vinyl en de minirok. Kortom, alles wat een modieuze ruimtereiziger zich maar zou kunnen wensen.

Afb. 2 André Courrèges, gele mini-jurk (1003030, K 1-2002 AB), 1965, wol, kunststof, katoen en metaal, collectie Gemeentemuseum, Den Haag.

Onlosmakelijk verbonden met de zogeheten space age fashion is André Courrèges. In 1964 lanceerde hij de collecties Space Age en Moon Girl. Deze collecties bevatten simpele, geometrisch gesneden mini-jurken gecombineerd met korte witte plastic laarsjes (afb. 2 en 3).

Afb. 3 André Courrèges, laarzen, ca. 1964, leer en kunststof, Metropolitan Museum of Art, New York. © Metropolitan Museum of Art.

De korte rok en de laarzen die hoge hakken vervingen, werden gezien als een bevrijding van de vrouw, die niet langer gebonden was aan de huiselijke sfeer. Ook Paco Rabanne, die van huis uit architect was, ontwierp vernieuwende jurken en tops gemaakt van plastic en metalen plaatjes (afb. 4). Of wat dachten we van Pierre Cardin, die met futuristisch uitziende korte tunieken, uniseks bodystockings en jumpsuits en vizierachtige hoofdbedekkingen op de proppen kwam in 1967?

Afb. 4 Paco Rabanne, hesje van zilverkleurige kunststof schijfjes (1020203, K 75-2002), ca. 1969-1970, kunststof, collectie Gemeentemuseum, Den Haag.

Bakker was in ieder geval enthousiast over deze ontwikkelingen en droeg in 1968 al een zelfontworpen jumpsuit in de stijl van Courrèges en Cardin (afb. 5). Dergelijke ontwerpen waren nu ook mogelijk door de ontwikkeling van elastische stoffen.

Afb. 5 Gijs Bakker, jumpsuit van lichtgrijze trevira (1022055, K 43-1995), 1967, kunststof en metaal, collectie Gemeentemuseum, Den Haag.

Zoeken naar absolute vorm

De ontwerpen van Bakker en Van Leersum stonden eveneens in deze traditie. Ze begonnen als sieradenmakers, waarbij ze op zoek gingen naar de essentie. Vereenvoudiging en democratisering vormden hun leidraad om tot een absolute vorm te komen zonder overbodige versieringen. Ze zagen hun sieraden als autonome kunstwerken en niet als decoratieve kunst. Tevens wilden ze af van de associaties met rijkdom en macht die sieraden oproepen. In plaats daarvan ging het om zelfexpressie, waarbij sieraden een integraal onderdeel moesten vormen van de algehele look. De vrouw moest niet langer fungeren als een soort sokkel voor de juwelen, maar de juwelen moesten het verlengde zijn van de persoonlijkheid van de drager.

Het resultaat werd gepresenteerd tijdens de tentoonstelling Edelsmeden 3 die gehouden werd op 12 mei 1967 in het Stedelijk Museum te Amsterdam. Deze tentoonstelling zette het werk van eigentijdse edelsmeden in het zonnetje. De opening werd opgeluisterd door een modeshow, waaraan Bakker en Van Leersum deelnamen. In 2014 vormde deze happening het uitgangspunt voor de tentoonstelling De show van Gijs+Emmy in het Stedelijk Museum te Amsterdam en een gelijknamige catalogus, geschreven door Marjan Boot en Lex Reitsma.

Futuristische maanschepsels

Boot en Reitsma beargumenteren dat vooral de ontwerpen van Bakker en Van Leersum tijdens deze show bijzonder in het oog sprongen. Het duo creëerde compleet nieuwe sieraden met een futuristisch uiterlijk die zo gedragen zou kunnen worden door Captain Kirk’s crew op de USS Enterprise. De pers omschreef de ontwerpen dan ook als “ruimte-vaart-achtige kledij” en de modellen als “maanschepsels”. Hier is wel iets bij voor te stellen, als je bijvoorbeeld deze gebogen kachelpijp van geanodiseerd aluminium als halsketting ziet (afb. 6). Het grote formaat was mogelijk gemaakt door het gebruik van industrieel materiaal, namelijk lichtgewicht aluminium.

Afb. 6 Gijs Bakker, dameshalsketting, ‘kachelpijpcollier’ (26844), 1967, geanodiseerd aluminium, collectie Centraal Museum, Utrecht.

Dancing in the moonlight

In 1970 ging het ontwerpersduo verder met hun onderzoek naar de relatie tussen kleding en sieraad in een eenmalig evenement genaamd Kledingsuggesties. De happening vond plaats op uitnodiging van de Amsterdamse avant-gardegalerie Art & Project, de toenmalige place to be voor conceptuele kunst. Het doel was om de kleding van de toekomst te presenteren gemaakt van synthetische stoffen. Bakker en Van Leersum hielden vast aan hun opvattingen, maar vonden ook inspiratie in het werk van modeontwerper Rudi Gernreich. Net zoals zijzelf, experimenteerde Gernreich met verschillende materialen. Hij geloofde dat een doorbraak in mode veroorzaakt zou worden door technologische vooruitgang. Daarnaast was hij van mening dat het lichaam onder de kleding te zien moest zijn en vrijheid moest bieden. Eveneens vertaalde hij de seksuele revolutie naar topless- en uniseks mode (afb. 7).

Afb. 7 Rudi Gernreich, jurk en badpak, 1970 respectievelijk 1964, wol, Metropolitan Museum of Art, New York. © Metropolitan Museum of Art.

Bakker en Van Leersum verwerkten de invloed van Gernreich in combinatie met hun eerdere standpunten tot een collectie van zo’n 25 basismodellen, uitgevoerd in zwarte en witte stretchstof. De ontwerpen moesten aanvoelen als een tweede huid en vereisten voor de drager een hoge mate van lichaamsbewustzijn. Helemaal in het geval van het mini-jurkje dat – letterlijk – een blik werpt op de boezem (afb. 8), zoals eerder ook al in het werk van Gernreich.

Afb. 8 Gijs Bakker en Emmy van Leersum, Kledingsuggesties, 1970, polyester, nylon, kurk, plastic en hout. © Gijs Bakker

Net zoals bij hun sieraden, werd de uiteindelijke vorm bepaald door een minimale ingreep in de basisvorm. Denk hierbij aan het invoegen van vormen die de lichaamsvorm veranderen, zoals de kunststof ringen die de vorm van deze witte jumpsuit bepalen in de collectie van het Gemeentemuseum (afb. 9). Met Kledingsuggesties wilde het ontwerpersduo zich afzetten tegen de gevestigde orde van de haute couture. Daarom huurden zij ook geen modellen in om hun werk te showen, maar vrienden en geestverwanten. Onder de laatste groep bevonden zich kunstenaars, galeriehouders en dansers.

Afb. 9 Gijs Bakker en Emmy van Leersum, nauwsluitende jumpsuit met ingestikte flexibele kunststof ringen, (1012056, K 12-1995), 1970, kunststof en metaal, collectie Gemeentemuseum, Den Haag.

Bijzondere ontwerpen voor de danswereld

De bijzondere vormen van de kostuums trokken ook de aandacht van de danswereld. Het Nederlands Dans Theater bestelde verschillende modellen en enkele kragen voor het ballet Mutations. Tot grote vreugde van Van Leersum, die zelf ooit een danscarrière had geambieerd en altijd een liefde voor dans had gehouden. De productie was de afscheidschoreografie van zowel Tetley als Van Manen, die beiden het artistiek leiderschap van het Nederlands Dans Theater neerlegden om zich meer te richten op het creatieve aspect van choreograferen. De dansstijl van beide heren kenmerkte zich door erotiek en een onderhuidse spanning. Dans op het podium werd hierbij afgewisseld door videofragmenten, gechoreografeerd door Van Manen en geregisseerd door een van zijn vaste ontwerpers, Jean-Paul Vroom. Invloedrijke danscriticus voor de New York Times, Clive Barnes, roemde Mutations als “a celebration of human movement, a celebration and an analysis.”

Deze studie van beweging vertaalde zich ook naar de futuristische kostuums van Mutations, die inderdaad verrassend veel gelijkenissen vertonen met de ontwerpen van Kledingsuggesties, zoals die in de collectie van het Gemeentemuseum bewaard zijn gebleven. Op een foto gemaakt tijdens een opvoering (afb. 10), draagt de man een witte jumpsuit met vullingen op de scharnierpunten van het lichaam, zoals knieën en heupen. Daarmee maken de kostuums zelfs stilstaand een statement over het lichaam in beweging.

Afb. 10 Maria Austria, spelfoto Mutations, 1970, fotografie, 20 x 25 cm, Theater Instituut Amsterdam, Amsterdam. © Theater Instituut Amsterdam.

Het décor geeft het geheel nog een extra futuristisch tintje en heeft zelfs wel wat weg van de sieraadontwerpen van Bakker en Van Leersum. Glanzende metalen frames vulden het podium met daarop een witte loopbrug, waarop de dansers letterlijk naar je toelopen in de zaal. Barnes: “Down this ramp the dancers enter – the first of them dressed in white like chic spacemen in an antiseptic parnassus.”

Het is dus echt een ballet van de space age waarin Jane Fonda’s Barbarella (1968) niet zou misstaan in haar witte jumpsuit en maliënkolder top en cape (afb. 11).

afb. 11 Jane Fonda als Barbarella (1968) als promotiemateriaal voor de gelijknamige film geregisseerd door Roger Vadim. © Getty Images.

Bent u enthousiast geworden en wilt u zelf deze kostuums bewonderen? U bent van harte welkom op de tentoonstelling Let’s Dance in het Gemeentemuseum, die van 28 september 2019 tot 12 januari 2020 te zien zal zijn. Dus “put on your red shoes and dance the blues” met ons!

Verder lezen

Bronnen:

           

Categorie: 

Aanvullingen

Vul deze informatie aan of geef een reactie

Reactie