Borduurwerk voor blouse

Borduurrand voor een blouse. De twee stukken voor de hals zijn op één lap stof geborduurd. AVH: In 1962, schrijft Dr. Weitlaner Johnson, was de gebruikelijke dracht van vrouwen in Atla een witte katoenen rok of zwarte rok van fabriekskatoen, een geborduurde blouse, rode faja (ceintuur), en quechquemitl. Ook hebben ze gekleurde, wollen strengen in het haar gevlochten. De vlechten hangen los op de rug of worden gedragen op het hoofd (soort tlacoyal). De blouse is een kledingstuk dat door de Spanjaarden is geïntroduceerd om onder de “quechquémitl" gedragen te worden. Veel blouses zijn rond de mouwen en aan de halslijn versierd met borduurwerk. Vermoedelijk is borduurwerk een oude traditie die al in de pre- koloniale periode werd toegepast. Vanaf ongeveer de jaren 1960 worden commerciële borduurpatronen verkocht en worden naast de traditionele motieven gebruikt. Borduurwerk is naast decoratie ook een methode om een gekocht kledingstuk dat van commercieel geweven stof gemaakt is, persoonlijk te maken.