Antje Dorresteijn-Kuijer in streekdracht uit Soest, 1952

Antje Dorresteijn-Kuijer in streekdracht uit Soest. Antje is gekleed in opknapdracht. Ze draagt de 'opgespelde muts' of 'ronde muts'. De voorstrook van de muts wordt sterk opgerimpeld door er een draad doorheen te trekken. De beide zijstukken vallen daardoor vrij ver naar voren en worden zo opgespeld. De voorstrook is van kant, verlengd met een strook stiptule. De bol is van geborduurde tule, zogenoemd uurlings. De punt van de bol wordt iets over de bol heen geslagen en dan vastgestoken met een speld. Verder draagt Antje een jak van roodbruine stof met een patroontje en om haar hals een halssnoer met de sluiting aan de voorzijde.