“Draag nooit geel” - of juist wel?

 
17 juni 2020
Conservator mode & kostuum Kunstmuseum Den Haag

Kort na de heropening bezocht koningin Máxima het Kunstmuseum Den Haag. Dat ging niet onopgemerkt, niet in de laatste plaats omdat zij arriveerde op de fiets én in een schitterende gele outfit. Een prachtige kleur geel, van het zonnigste soort, waar je vrolijk en blij van wordt.

De kleur geel is sinds vorige zomer weer volop in de mode. Het is een ingewikkelde kleur, die je staat of niet. En hoewel geel ons doet denken aan zon en zomer, wordt er ook wel eens gezegd “draag nooit geel”, en “geef geen gele bloemen”. Waarom dan niet?

Een herkenningsteken

Dit laatste heeft er zeker mee te maken dat geel geen onomstreden kleur is in de Westerse geschiedenis. Als sinds de middeleeuwen werd geel geregeld gebruikt om Joden een merkteken in die kleur te verplichten op hun kleding. Een geel ‘herkenningsteken’ werd sinds het concilie van Lateranen van 1215 ook verplicht voor islamieten, prostitués, overspelige vrouwen, ketters, zogenaamde ‘heksen en tovenaars’, en ‘eerloze’ beulen.

Voor Joden was het merkteken vaak aangebracht op het hart, soms in de vorm van een davidster; sommigen droegen een gele hoed. Dit gele ‘herkenningsteken’ werd helaas nog niet zo heel lang geleden opnieuw in gebruik genomen tijdens de verschrikkelijke Jodenvervolgingen in de twintigste eeuw.

Geel als statussymbool

De combinatie van geel en groen betekende in de middeleeuwen eveneens weinig goeds. Deze werd gebruikt voor zotheid, voor hen die geen controle hadden over hun zinnen en emoties. Het werd ook de typische kleurencombinatie van hofnarren.

In de Romeinse tijd had geel weer een heel andere betekenis. Men zag geel als een kleur die alleen door vrouwen werd gedragen, zeker niet door mannen, dat was totaal niet gepast. Zo zie je maar, hoe een kleur door de tijd heen steeds van betekenis kan veranderen.

Afb. 2: Japonse rok (dubbelzijdig te dragen), ca. 1750, sits uit India voor de Europese markt, Kunstmuseum Den Haag.

Maar ook per cultuur kan de betekenis van een kleur enorm verschillend. Want in China wordt geel juist geassocieerd met de keizerlijke familie. In het jaar 618 van onze jaartelling, tijdens de Tangdynastie, werd afgekondigd dat “het voor gewone mensen en ambtenaren verboden is om kleding of accessoires in roodachtig geel te dragen.”

Deze kleur was voorbehouden aan het keizerlijke huis, waarvan de leden als enigen deze kleur mochten dragen maar ook als enige roodgele dakpannen op hun paleizen mochten. In de collectie van het Kunstmuseum Den Haag zijn twee kledingstukken uit de 18de eeuw van prachtige diepgele (geen roodgele!) Chinese zijde, waaronder een jakje met Chinese draken. Het lijkt zijde gemaakt voor de exportmarkt en zal vast niet die beroemde roodgele kleur geel zijn die voorbehouden was aan de Chinese keizer.

Geel in de collectie

Hebben we dan helemaal geen geel in de mode en kostuumcollectie van het Kunstmuseum Den Haag? Welnee, er is juist geel in overvloed. In de 18de eeuw zie je meerdere gele japonnen, waarvan deze robe à l’Anglaise een prachtig voorbeeld is. Door de rok op te nemen (met touwtjes vanuit de binnenzijde) kan deze tevens opgepoft worden tot een ‘polonaise’ model.

Afb. 3: Robe à l’anglaise ca. 1780-1782, zijde, collectie Kunstmuseum Den Haag. Foto: Erik en Petra Hesmerg.

Ook een modieus mannenvest uit de late 18de eeuw is heldergeel. Daar zou je in de negentiende eeuw als man een statement hebben gemaakt. Toen werd het dragen van onopvallende tinten voor mannen zo de norm, dat een geel vest een buitengewone keuze zou zijn geweest. Zeker omdat geel als een gevaarlijke kleur werd gezien.

Afb. 4: Mannenjas met vest, ca. 1793, zijde. Geel was de kleur van het huis Bourbon en werd gedragen als contra-revolutionair statement. Foto: Erik en Petra Hesmerg.

Afb. 5: Mannenvest, ca. 1730-1740, zijde, borduurwerk in zijde, eeuwig durende bruikleen Stedelijk Museum de Lakenhal Leiden/Kunstmuseum Den Haag.

Pornografisch geel

In Frankrijk ontstond een gewoonte om pornografische werken en andere ‘gevaarlijke’ literatuur van een gele kaft te voorzien. Als je dit weet, kijk je heel anders naar een werk als de ‘Stilleven met Bijbel’ (1885) van Vincent van Gogh, waar hij naast een kloeke bijbel een klein geel boekje heeft geschilderd met de titel La Joie de Vivre, een publicatie van Émile Zola. Het lijkt zo’n onschuldig tafereel, maar wij weten nu wel beter.

Afb. 6: Vincent van Gogh, ‘Stilleven met Bijbel’, 1885, olieverf op doek, 65.7 cm x 78.5 cm, collectie van Gogh Museum Amsterdam.

Het is ook geen toeval dat in 1895 in het arrestatiebericht van Oscar Wilde in Londen expliciet vermeld werd, dat hij ‘een geel boek onder de arm droeg’. Zijn tijdgenoten wisten wat hiermee bedoeld werd. Destijds was geel bovendien een kleur die straatprostituees vaak droegen, juist omdat geel licht vangt en opviel in donkere straatjes en steegjes.

Hoopvol en optimistisch

Toch werd geel juist in de jaren 1890 ook weer een modekleur: we zien prachtige voorbeelden ook in de Nederlandse collecties. In de loop van de twintigste eeuw lijkt geel de negatieve connotaties van zich afgeschud te hebben. Steeds meer zie je de associaties zonnig en vrolijk geel. En met optimisme en hoop: geel wordt sinds het begin van de twintigste eeuw steeds meer gezien als een kleur van optimisme en energie.

Afb. 7: Madame Coche, Avondjapon, Brussel, ca. 1901, zijde, kant, borduurwerk in zijde met glaskralen en lovers, collectie Kunstmuseum Den Haag.

Afb. 8: Maison de Bonneterie, Avondjurk en stola, Nederland, 1955, kunststof, tule, collectie Kunstmuseum Den Haag.

Al in de jaren 1950 zie je jeugdige gele dag- en avondjurken verschijnen. Ook in de jaren 1960, de tijd van de futuristische mode, is geel populair en wordt deze gebruikt door onder andere Emilio Ungaro en André Courrèges. Een futuristisch ontwerp van Marty Basart uit 1969 is geheel gemaakt van kunststof met opblaasbare delen. Het lijkt een voorbode van een mannenjas die Walter van Beirendonck later zal ontwerpen. Ook nu is geel weer volop in het modebeeld te zien. Bij Vivienne Westwood voor mannen én vrouwen deze zomer.

Afb. 9: Marty Basart, Mannenpak, 1969, lak, plastic, katoen, metaal, gemaakt voor wedstrijd voor leerlingen van mode-akademies ter ere van het 100-jarig bestaan van de firma Peek & Cloppenburg in 1969. Wedstrijd genaamd "Kostuum van de toekomst".

Afb. 10: Walter van Beirendonck voor Wild and Lethal Trash (W.& L.T.), voorjaar 1996.

Tot slot nog de collectie ‘Hope’ van Bas Kosters onder de aandacht. Uitgevoerd in felgeel met blauw, waarmee hij in 2018 het Cultuurfonds Mode Stipendium won. Ook hier wordt geel juist als teken van hoop opgevat. Bas Kosters zelf schreef een mooie boodschap over deze collectie op zijn site:

“Hope stands for cherishing of dreams, that they come out, see the light at the end of the tunnel, or want to see it. HOPE stands for a fresh start, the rebirth, the sunny side up, but also for ‘we should have known better.’ HOPE stands for a leader, who guides you or sells you a dream. HOPE stands for the ideals you strive for and want to fight for.” 

Afb. 11: Bas Kosters, Hope collectie, 2018.

Geel dus. Wie durft? Net zo mooi en vrolijk als onze koningin?

Dit najaar opent in het Kunstmuseum Den Haag de tentoonstelling ‘Kies Kleur! Mode die durft’ die van 26 september 2020 – 28 februari 2021 te zien zal zijn. Dit blog is een voorproefje van deze tentoonstelling.

Literatuur:

Herman Pleij, Kleuren van de middeleeuwen, Bloemendaal 1994

Michel Pastoureau, Yellow. The History of a Color, Princeton 2019

Kassia St. Clair, Het geheime leven van kleuren, Amsterdam 2017

Aanvullingen

Vul deze informatie aan of geef een reactie

Reactie