Hendrikje Wasschebalie-Doomine en Beertje Boessenkool-Tuin, gekleed in kerkdracht voor de winter, verlaten een woning in Staphorst. Over het oorijzer dragen ze de 'toefmuts'; over de geruite...
Hendrikje Wasschebalie-Doomine en Beertje Boessenkool-Tuin, gekleed in kerkdracht voor de winter, verlaten een woning in Staphorst. Over het oorijzer dragen ze de 'toefmuts'; over de geruite omslagdoek het 'kasschein' (winterjak) en de kerkschort. Aan de hand dragen ze de kerkbijbel met zilveren beslag en hun schoenen hebben zilveren gespen. In het bovenlicht van de deur zit een gietijzeren ornament in de vorm van een gestileerde boom.
Aanvullingen
Vul deze informatie aan of geef een reactie
Reactie