Reconstructing Hermès. Métiers, materiaal, Martin Margiela #1

 
Blog Modemuze Nora Veerman, Reconstructing Hermès. Métiers, materiaal, Martin Margiela #1, Martin Margiela FW95 Vogue
21 juli 2017
MA Fashion Studies

Als in 1997 wordt aangekondigd dat Martin Margiela hoofdontwerper prêt-à-porter wordt bij Hermès, is de internationale modepers stomverbaasd. De ontwerper en het Franse modehuis vormen een curieuze combinatie.

Het modehuis Hermès wordt internationaal beschouwd als een temple du bon chic, geroemd om luxe-artikelen als de Birkin- en Kelly-handtassen, en de zijden carrésjaals met weelderige prints.

De Belgische Margiela was in 1979 afgestudeerd van de Koninklijke Academie in Antwerpen, en leidt sinds 1989 zijn eigen modehuis; Maison Martin Margiela. Hij staat bekend om een rauwe esthetiek, hergebruik van materialen en zijn opstand tegen het heersende modesysteem, vertaald naar onconventionele modeshows. Door te spelen met de functies en proporties van een kledingstuk bevraagt Margiela keer op keer de bestaande ideeën over wat mode is, en wat het zou moeten zijn. Door zijn radicale en experimentele werkwijze lijkt hij op het eerste gezicht niet bepaald de aangewezen persoon om de Hermèstraditie voort te zetten.

Zowel de pers als de vaste Hermèsklandizie houden hun adem in. Zoals de Amerikaanse modeverslaggever Cat Ong schrijft in The Straits Times

The haute, hip crowd clutched their Kelly bags in horror at the vile revolution that was about to invade their favourite bastion of Parisian good taste.[1]

Uit dit tweedelige blog wordt duidelijk dat Margiela en Hermès uiteindelijk wel degelijk een goede combinatie zijn. Hoewel Margiela in de modewereld vooral als een enfant terrible geldt, schemert door zijn werk ook iets anders: voortreffelijk kleermakerschap, en een grote liefde voor materiaal.

Blog Modemuze Nora Veerman, Reconstructing Hermès. Métiers, materiaal, Martin Margiela. #2 SS92, Barbara Katz
Show bij kaarslicht in metrostation, lente/zomer-collectie '92, foto: Barbara Katz

De jaren vóór Hermès: verzet en vakmanschap

Begin jaren 90 had Margiela furore gemaakt in de Parijse modewereld met zijn ongewone shows, die plaatsvonden op desolate plekken: een buiten gebruik geraakt ziekenhuis, of een verlaten metrostation, verlicht met talloze kaarsen. De collectie herfst-winter 1991 werd gepresenteerd in de witgeschilderde kamers van Margiela’s hoofdkwartier, waar van de straat geplukte modellen grijnzend rondliepen met rode wijn in plastic bekertjes.

Het kledingstuk en zijn totstandkoming stonden voor Margiela ten allen tijde voorop. Voor Maison Martin Margiela ontwierp hij een volledig blanco label, dat niets over de ontwerper of de identiteit van het merk verried. Gedurende zijn hele carrière blijft Margiela bovendien anoniem, in tegenstelling tot zijn generatiegenoten, wiens persoonlijkheden soms hun werk overschaduwden. 

Margiela werd destijds bestempeld als ‘deconstructivist’ omdat hij graag kledingstukken uit elkaar haalde of opzettelijk niet afwerkte, een teken van verzet tegen het perfectionisme dat in de modewereld heerste. Zo haalde hij de voeringen uit bestaande kledingstukken om ze te hergebruiken als bovenkleding, en liet hij rafelranden zitten aan de rokken die hij maakte van afgeknipte jeans. Zijn werk choqueerde het Parijse publiek.

Blog Modemuze Nora Veerman, Reconstructing Hermès. Métiers, materiaal, Martin Margiela. #3 FW97, Vogue
Show herfst/winter-collectie '97, foto: Vogue

Margiela was echter ook een reconstructivist, die met veel zorg en oog voor snit nieuwe kledingstukken maakte van goedkope materialen, resten textiel en vintage vondsten. Zo maakte hij voor de collectie Lente-Zomer 1992 een serie rokken en tops van gebruikte zijden sjaals. In 1997 stelde hij – in samenwerking met designstudio Bless – bontmutsen samen uit fragmenten van oude pelsjassen. Achteraf gezien was Margiela in die zin een van de voorlopers van het concept sustainable fashion.

Margiela’s fascinatie voor de opbouw van een kledingstuk toonde zich ook in de nadruk die hij legde op het ontwerpproces. Zo accentueerde hij coupenaden en stiksels, door ze zichtbaar te maken aan de buitenkant van het kledingstuk of door ze in contrasterende materialen of kleuren uit te voeren.

Zowel in de voorjaars- als in de najaarscollectie van 1997 figureerden mouwloze jassen gebaseerd op traditionele Stockman-kleermakersbustes. Hierover droegen de modellen kledingstukken die elk een deel van het kleermakersproces vertegenwoordigden: een top van patroonpapier, een enkele mouw, of een ingeregen voorpand van een jas.

Ook buiten Maison Martin Margiela om was Margiela continu bezig met het ontwikkelen en aanscherpen van zijn eigen vakmanschap. Zo was hij gelijktijdig werkzaam bij twee Italiaanse textielbedrijven: regenjassenfabrikant Allegri, en kasjmierproducent Gentry. De kennis van luxueuze materialen en textielinnovatie die Margiela hier opdeed zou hem later nog goed van pas komen.

Blog Modemuze Nora Veerman, Reconstructing Hermès. Métiers, materiaal, Martin Margiela. #4 FW97, Vogue
Show herfst/winter-collectie '97, foto: Vogue

Tussen ambacht en moderniteit

Hoewel zijn werk tegenwoordig populair is en veel hedendaagse ontwerpers tot inspiratie dient, gold Margiela in de jaren negentig voor de meesten als een rebel. Wie Margiela’s ongekende kleermakerskwaliteiten in 1997 wel direct erkent, is Jean-Louis Dumas, CEO van Hermès sinds 1979. Hij ziet in Margiela de man die Hermès nodig heeft: iemand met oog voor een ambachtstraditie en een grenzeloos gevoel voor moderniteit, die Hermès naar een hoger niveau kan tillen.

Lees in het volgende blog verder over de geschiedenis van Hermès en Margiela.

Nora Veerman heeft tijdens haar stage bij het MoMu onderzoek gedaan naar Martin Margiela voor de tentoonstelling Martin Margiela: de Hermès jaren. De ontwerpen van Martin Margiela voor Hermès zijn nog tot 28 augustus 2017 te zien in de tentoonstelling Margiela: De Hermès Jaren in het ModeMuseum Provincie Antwerpen, België. Zie www.momu.be voor meer informatie.

Bron: Rebecca Arnold et. al.. Margiela: The Hermes Years. Tielt: Lannoo, 2017.

 

[1] Cat Ong, “Hi, ho, Martin,” The Straits Times, 3 december 1998.

Categorie: 

Aanvullingen

Vul deze informatie aan of geef een reactie

Reactie