De invloed van Afrikaanse cultuur en mode op Nederlands kleedgedrag - Deel I

6
Liselore Frowijn Pre-Fall 2017 en The Repository of Arts, Literature, Fashions &c.
4 februari 2017
Curator en onderzoeker

Afgelopen week nam Liselore Frowijn de showbezoekers van Mercedes-Benz FashionWeek Amsterdam mee op reis door de utopische landschappen van de kunstenaar Alfred Eikelenboom. Begeleid met de beats van de Zuid-Afrikaanse band Bantu Continua Uhuru Consciousness, toonde Frowijn haar nieuwste collectie, #TheNewCluster, waarbij ze weer in samenwerking ging met het Helmonds textielbedrijf Vlisco. Ze creëerde draagbare items die geïnspireerd zijn op de levendige cultuur uit Nigeria waar zij hiervoor op werkreis ging.[1]

De mode en cultuur uit het Afrikaans continent is al eeuwenlang als inspiratie gebruikt voor 'Westerse' mode. Jean Paul Gaultier, Yves Saint Laurent en Paco Rabanne staan bekend als modehuizen die vaak voor inspiratie hebben gezocht in Afrika. Maar hoe zat het in Nederland? Gebeurt het hier ook al eeuwenlang? In dit (allereerste) lijstjesblog neem ik je mee door de tijd waarin de cultuur en mode in het Afrikaanse continent als inspiratie heeft gediend voor de kleding die men hier draagt of heeft gedragen. Ik zal in totaal tien voorbeelden betrekken van silhouetten, flora, fauna, cultuur, kostuums en technieken die oorspronkelijk uit Afrika hun weg hebben kunnen vinden naar ons kikkerlandje. In deze blog staan de eerste vijf centraal, de andere vijf volgen in een tweede blog over dit onderwerp. 

1. Zarafa; het ‘exotische’ dier uit Afrika

Uit: The Repository of Arts, Literature, Fashions &c. Third Series, Volume 10
Uit: The Repository of Arts, Literature, Fashions &c. Third Series, Volume 10

Beursje, 1827, Tassenmuseum Hendrikje.
Beursje, 1827, Tassenmuseum Hendrikje.

De vachten van de fauna uit het Afrikaans continent zijn al jarenlang een inspiratiebron voor kledingprints, zoals de zebra- en de luipaardprint. Maar 190 jaar geleden liep er een diersoort op Europese gronden die op dat moment veel impact heeft gehad op niet alleen mode, maar ook tassen, kapsels, silhouet en kleur. Het was namelijk Zarafa, de giraf uit Sudan, die als politiek gemotiveerde cadeau van Muhammed Ali (1769-1849) voor Koning Karel X, naar Parijs reisde.[2] Dit fenomeen werd te voet gevolgd en was een bron van spannende verhalen in de kranten. Zo stond er in de Middelburgsche courant op 19 juni van 1827 : “De giraffe (…) maakt veel opzien in Frankrijk, waar dat, de binnenlanden van Afrika bewonend dier, nog nimmer levend gezien was.” La mode à la giraffe was vanaf dat moment de nieuwste mode. De modekrant Petit Courrier uit 1827 schreef dat de ‘colour de giraf’, een geelachtige kleur, toegepast werd op de japonnen.[3] Ook modehistoricus Michele Majer omschrijft dat er een bepaalde mouwsoort ontstond, de mouwen à la giraffe.[4] Deze zijn te herkennen aan een strook van bijpassende stof die rond de arm gedraaid wordt, van de ellenboog tot aan de pols. Naast kledingstukken raakten dames ook geïnspireerd om hun kapsel à la giraf te maken, zoals op de prent hierboven te zien is. Het beursje van Tassenmuseum Hendrikje is een illustratie van dit historisch fenomeen, waarbij een beeld met kralen een beeld is gemaakt van de intocht van Zarafa.

2.  De burnous van de Spahi

Cape of burnous, derde kwart 19e eeuw, Rijksmuseum
Cape of burnous, derde kwart 19e eeuw, Rijksmuseum Amsterdam

De burnous, ook wel boernoes, is van oorsprong een witte kapmantel die, onder andere, door de woestijnbewoners in Noord- en Midden-Afrika werd gedragen. De Franse militairen lieten zich in de 19e eeuw inspireren door deze cultuur en namen de functionele dracht over. Dit werd een vast onderdeel van het uniform van de Spahi; een onderdeel van het Franse leger dat voornamelijk uit inheemse soldaten bestond. De drachten werden vervolgens in Frankrijk modieus en versierd met kwastjes en borduurwerk.

De burnous werd ook in Nederland gedragen, voornamelijk als avondcapes over de crinolines van de vrouwen in medio 19e eeuw. De mantels werden van wol gemaakt, zoals het origineel uit Noord- en Midden-Afrika, en gewatteerd en gevoerd om de drager warm te houden. In 1855 publiceerde het Algemeen Handelsblad een artikel over de prijzen van deze ‘nieuwe mode’, waarvan de waarde tussen 19 en 45 gulden lag, equivalent aan circa 164 en 390 euro.[5] Naast een vrouwenmantel werd het ook gedragen om een officiersmantel met een dubbele rij knopen en capuchon aan te duiden, wat terug te voeren is op de militaire achtergrond van de introductie van het woord in West-Europa.

Meer weten over de burnous? Lees dan de blog van Birthe Weijkamp over de burnous van het Rijksmuseum! 

3. Vlisco (+ Liselore Frowijn)

Vlisco, Staal-Yard, nr. 3499, in geel rood en zwart, 1980, Textielmuseum
Vlisco, Staal-Yard, nr. 3499, in geel rood en zwart, 1980, Textielmuseum

Liselore Frowijn, #TheNewCluster, Pre-Fall collection 2017
Liselore Frowijn, #TheNewCluster, Pre-Fall collection 2017

Het bekendste voorbeeld waarbij textiel in Nederland direct beïnvloed wordt door Afrikaanse prints, zijn de stoffen van het textielbedrijf Vlisco. Het bedrijf startte als ‘P. F. Van Vlissingen & Co’ in 1846 en produceerde katoen voor zowel binnen- als buitenland. Vanaf 1852 paste toenmalige directeur, Pieter van Vlissingen, Jr., het Javaanse batik Tulis techniek toe, nadat zijn oom dit ontdekte in het voormalige Nederlands-Indië. Naast de verkoop van imitatiebatikstof in deze ex-kolonie, produceerde het bedrijf vanaf 1872 deze stoffen met prints geïnspireerd op de West-Afrikaanse stoffen voor de markt in dit gedeelte van het Afrikaanse continent.

Na de Tweede Wereldoorlog focuste het bedrijf alleen op de West-Afrikaanse markt en rees als een van de belangrijkste Afrikaanse textielproductiebedrijven in de wereld. In 1970 werd de naam Vlisco ingevoerd en vanaf 2006 breidde het bedrijf het assortiment met Vlisco Fashion en accessoires.[6] Het bedrijf heeft veel daarnaast samengewerkt met zowel erkende nationale als internationale modeontwerpers. De laatste samenwerking zagen wij afgelopen week bij het Mercedes-Benz FashionWeek Amsterdam, namelijk met Liselore Frowijn. Voor deze collectie liet ze zich inspireren door Nigeriaanse culturen en pasten dit toe voor het Nederlandse publiek. Met haar ‘see now-buy now experience’ maakte zij haar collectie direct toegankelijk voor iedereen via haar webshop, waarvan de bovenstaande afbeelding een voorbeeld is. Geïnteresseerd in Vlisco? Huiver dan niet om de tentoonstelling 'Vlisco 1:1 Un à Un' in het Gemeentemuseum in Helmond te bezoeken.

4. Egyptische mode

Avondjurk, 1929, Centraal Museum Utrecht
Avondjurk, 1929, Centraal Museum Utrecht

Clutch, 1920-1935, Tassenmuseum Hendrikje
Clutch, 1920-1935, Tassenmuseum Hendrikje

Modeontwerpers in de vroege Art Deco-periode lieten zich inspireren door 'niet-Westerse' culturen, zoals de Egyptische cultuur uit de oudheid. De opgraving van de tombe van Egyptische farao Toetanchamon diende als inspiratie voor jurken en accessoires, zoals hierboven te zien is.[7] In de zwarte mouwloze avondjapon van het Centraal Museum Utrecht zijn er subtiele referenties gemaakt naar de oude Egyptenaren. De versiering rond de hals verwijst naar de ronde, platte halssieraden, zoals we die terugzien op de dodenmaskers en beelden van farao’s. Daarnaast is de decoratie op de rok gemaakt van kralen en verwijst naar de rokachtige vormen die in Egypte door zowel vrouwen als mannen werden gemaakt. In de clutch van Tassenmuseum Hendrikje zien wij een duidelijke verwijzing naar de Egyptische hiërogliefen.

5. Raffia

Damesmuts, 1915-1935, Amsterdam Museum
Damesmuts, 1915-1935, Amsterdam Museum

Raffia weefsel, geborduurd met geometrische motieven, voor 1957, Nationaal Museum van Wereldculturen
Raffia weefsel, geborduurd met geometrische motieven, voor 1957, Nationaal Museum van Wereldculturen

Een ander materiaal dat eeuwenlang verwerkt wordt in kostuums door een aantal volkeren in Afrika is raffia. Raffia is afkomstig uit een palboomsoort, de raphiapalm, die oorspronkelijk alleen groeide in het continentale Afrika en Madagaskar. De dunne bladeren worden geplukt en vervolgens gevlochten. Zowel de dida’s in Ivoorkust en de kuba’s uit Congo staan bekend om hun verwerking van dit materiaal, zoals in omslagdoeken, maskers en mutsen. Raffia wordt ook gemixt met borduurwerk, bekend als kasai-weefsel, waarbij het raffia eerst geweven wordt door de man. De vrouw brengt daarna het borduursel aan in de vorm van geometrische prints die een symbolische betekenis hebben voor de drager.[8] 

Het materiaal zien we vooral in de laatste jaren van de 19e eeuw in Europa verwerkt worden. In 1886 werd er bijvoorbeeld al 450 ton in Europa te markt gebracht.[9] Naast dat het vaak gebruikt werd als constructiemateriaal voor onder andere meubilair, begon men in Europa vanaf het einde van de 19e eeuw dit materiaal vooral in hoeden te verwerken. Vooral chique vrouwen in Nederland dragen vanaf de jaren 1910 hoeden en baretten die volledig verwerkt zijn in raffia, zoals hierboven te zien is. Na de Tweede wereldoorlog creëerde men ook jurken en tassen gemaakt van dit materiaal. Tegenwoordig zien wij nog steeds een hoed van raffia als een populair en chique accessoire en is in het koninklijk huis door Koningin Maxima nog steeds een modieus item.

Bronnen

[1] https://fashionweek.nl/artikel/30jan17-liselore-frowijns-reis-door-utopi...
[2] http://www.thefashionhistorian.com/2014/12/la-mode-la-girafe.html
[3] https://www.theguardian.com/science/animal-magic/2014/jan/20/zarafa-gira...
[4] http://www.thefashionhistorian.com/2014/12/la-mode-la-girafe.html
[5] http://www.delpher.nl/nl/kranten/view?query=boernoes+1855&coll=ddd&ident...
[6] Vlisco, Jos Arts, 2012.
[7] Fashion, Costume, and Culture: Clothing, headwear, Body decorations, and Footwear through the Ages, Sara Pendergast, 2004, p. 76.
[8] The art of African fashion, Marie-Amy Mbow, p. 146/150
[9] Java-bode: nieuws, handels- en advertentieblad voor Nederlandsch-Indie, 17-01-1890

Aanvullingen

Vul deze informatie aan of geef een reactie

5 feb 2017

super interessant! dankjewel Roberto, de manier van schrijven leest heerlijk weg.
Mode heeft zoveel geschiedenis.

Grt.Melanie

8 feb 2017

De burnous is geen kleding van bedoeienen maar van Imazighen (berbers). Sowieso zijn er niet zoveel bedoeienen in Noord-Afrika. Voor meer info zie: http://collectie.wereldculturen.nl/Default.aspx?ccid=92001&lang=

Hi, bedankt voor jouw kritische blik. Ik heb voor jou nog een fact check gedaan omtrent de burnous van de bedoeinen. Ik verwijs je toch nog even een blik te werpen op de literatuur van: Geczy, A., Fashion and Orientalism; Dress, Textiles and Culture from the 17th to the 21st century, Berg 2013, Cumming, Valerie, et al., The dictionary of fashion history, Berg 2010 en de blog van Birthe Weijkamp; https://www.modemuze.nl/blog/invloeden-uit-de-oriënt.
Volgens verschillende literatuurbronnen raken de Fransen geïnspireerd door de Spahi’s en hun toepassing van de burnous en is deze dracht op deze manier in Europa modieus geworden in de negentiende eeuw. Martin Thomas geeft overigens in 'Empires of Intelligence: Security Services and Colonial Disorder after 1914 (2008) aan dat deze militaire functies door Bedoeinen werden vervuld. De dracht wordt daardoor vaak gelinkt met de bedoeinen, maar dat neemt het niet weg dat het ook door andere inheemse volkeren in Noord- en Centraal Afrika is gedragen. Ik zal de titel wel aanpassen naar 'de burnous van de Spahi', omdat deze meer de lading dekt van die kolom.

9 feb 2017

Beste Roberto,

De verwarring ontstaat denk ik doordat wanneer westerse auteurs denken aan nomaden, zij dat woord automatisch vervangen door Bedoeinen. Of dat zij het verschil niet weten tussen Berbers en Bedoeienen? Het is in ieder geval een misvatting die ik regelmatig tegenkom. Met Bedoeien wordt specifiek bedoeld iemand die oorspronkelijk afkomstig is uit het Arabisch Schiereiland en een nomadische levenswijze heeft. In Noord-Afrika wonen er bedoeienen in Egypte en Libie maar in de Maghreb (waar de burnous zijn oorsprong heeft) wonen eigenlijk geen Bedoeienen. De nomadische volken daar zijn Imazighen, bijvoorbeeld de Tuareg. Ook de spahi's werden gerecruteerd uit de Amazighbevolking (en de Arabische bevolking maar dat waren weer geen bedoeienen). De burnous is een kledingstuk uit de Maghreb, en meer specifiek van de Imazighen, het is mij niet bekend als bedoeienkledingstuk. Er is wel een kledingstuk dat in het Arabisch 'aba' heet en in de westerse literatuur soms (ten onrechte) met het woord burnous wordt aangeduid. Dat is een mouwloze mantel zonder capuchon die inderdaad door bedoeienen, bijvoorbeeld in Jordanie of Saoedi-Arabie, werd gedragen. Maar het kledingstuk waar jij naar verwijst is de Amazigh burnous.

9 feb 2017

groet, Mirjam Shatanawi (conservator Noord-Afrika en Midden-Oosten, Nationaal Museum van Wereldculturen

Hi Mirjam,

Bedankt voor jouw waardevolle aanvulling! Misschien is het een idee om in de toekomst een blog helemaal te wijden aan de burnous! Zo kan een groter publiek hier bewust van worden, dan alleen de geïnteresseerden die ook de comments van deze blog lezen. Kun jij trouwens een alternatieve bron aanraden die deze misvatting onder de aandacht neemt?

Alvast bedankt!

Groet, Roberto

Reactie