Modetentoonstellingen: leuk en/of leerzaam?

 
Fashion in museums: past, present, future in het Rijksmuseum
4 mei 2016
MA Arts and Culture, Design and Decorative Art

Op 21 en 22 april 2016 vond in het auditorium van het Rijksmuseum het symposium Fashion in Museums: Past, Present and Future plaats. In dezelfde ruimte, tijdens de opening van de tentoonstelling ‘New For now – the origin of fashion magazines’ (12 juni 2015), uitte modejournalist Suzy Menkes haar kritiek op mode tentoongesteld in musea.

Haar kritiek was: minder van de uiterst populaire blockbuster tentoonstellingen en een pleidooi voor de terugkeer naar tentoonstellingen die gebaseerd zijn op onderzoek naar eigen collecties van musea. Er liggen volgens haar nog te veel onbekende schatten in museumdepots. De lezingen van onder meer conservatoren, restauratoren en tentoonstellingsontwerpers, uit zowel binnen- als buitenland, kunnen worden gezien als een reactie op de woorden van Menkes en op de situatie van modetentoonstellingen in musea in het verleden, heden en de toekomst. Net zoals de titel van het symposium doet vermoeden.

Nadat alle (voor 99% vrouwelijke) deelnemers een goodie bag en een kop koffie hebben gekregen, opent Bianca du Mortier, conservator kostuums van het Rijksmuseum, het symposium met een eerste reactie op Menkes en een korte geschiedenis van modetentoonstellingen. De eerste keer dat een nog levende modeontwerper vereert wordt met een overzichtstentoonstelling, is een tentoonstelling over Yves Saint Laurent, samengesteld door Diana Vreeland. Bruiklenen van Yves zelf en zijn bekende clientèle werden getoond in het Metropolitan Museum of Art in New York in 1983. Een echte blockbuster?

Yves Saint Laurent, ‘Opéras et Ballets Russes’, Metropolitan Museum of Art, 1983
Yves Saint Laurent, ‘Opéras et Ballets Russes’, Metropolitan Museum of Art, 1983

Mode en kostuum als blockbuster

Zogenaamde blockbuster tentoonstellingen zijn tentoonstellingen met een populair onderwerp dat een groot publiek trekt en hebben vaak een link met de modeindustrie, door bijvoorbeeld het tonen van recente collecties. Spektakel en entertainment voeren de boventoon en het overbrengen van kennis is ondergeschikt. De tentoonstellingen worden door modemerken of –huizen geïnitieerd en gefinancierd. Het museum doet in ruil voor een smak geld dienst als venue en verhoogt daarmee de status van de modehuizen. De eerder genoemde Yves Saint Laurent tentoonstelling in het Metropolitan was volgens deze criteria geen echte blockbuster, want Diana Vreeland heeft de tentoonstelling geïnitieerd en de opgestelde objecten geselecteerd.

Sinds ongeveer tien jaar is er een verandering in modetentoonstellingen op gang gekomen en wordt mode en kostuum ingezet om een bre(e)d(er) publiek het museum binnen te halen. Het onderwerp spreekt veel bezoekers aan: “Mode wordt als minder saai ervaren dan schilderijen.”, aldus Alexandra Bosc, conservator 19de eeuws kostuum in Galliera Parijs.

Alexander McQueen, ‘Savage Beauty’, Victoria and Albert Museum, 2015 (Foto : Anthony Harvey)
Alexander McQueen, ‘Savage Beauty’, Victoria and Albert Museum, 2015 (Foto : Anthony Harvey)

Tegenwoordig is het visuele erg van belang en lijkt content er steeds minder toe te doen. De Alexander McQueen tentoonstelling Savage Beauty, die te zien was in New York en Londen, komt als meest recente en bekende blockbuster regelmatig terug tijdens het congres. Een publiekstrekker dichterbij huis is de tentoonstelling Catwalk (20 februari t/m 22 mei 2016 te zien in het Rijksmuseum). Meer dan 150.000 bezoekers binnen twee maanden tijd. Du Mortier vraagt zich af waarom en schetst het verschil met Fashion DNA, een tentoonstelling die het Rijksmuseum tien jaar geleden toonde. Het was voor die tijd een zeer succesvolle tentoonstelling met 75.000 bezoekers in drie maanden tijd. Wie zijn die nieuwe bezoekers? Waar komen ze vandaan? Waarom trekken musea nu meer mensen?

“Fashion is pop culture number one. Het is voor iedereen herkenbaar.”, zegt Erik van Ginkel, zakelijk directeur Rijksmuseum. De balans tussen een aantrekkelijk plaatje en het presenteren van inhoud en kennis is waar het museum naar streeft. Daarin is het Rijksmuseum niet het enige museum. Deze ideale balans staat centraal tijdens het tweedaags symposium.

‘Catwalk’, Rijksmuseum Amsterdam, 2016 (Foto: Carola van Wijk)
‘Catwalk’, Rijksmuseum Amsterdam, 2016 (Foto: Carola van Wijk)

Entertainment versus kennisoverdracht

Hoe dit evenwicht te bereiken, is voor elk museum anders en een uitdaging. Aan de hand van lezingen van conservatoren van verschillende musea worden case studies besproken. Het Groninger Museum gaat verbintenissen aan met jonge ontwerpers, een samenwerking die zij stipens noemen en is afgeleid van het woord stipendium, dat beurs betekent. In ruil voor een solotentoonstelling, met bijkomende bekendheid, kan het museum tegen een speciale prijs objecten voor de collectie aanschaffen. Samen met de ontwerpers wordt de tentoonstelling gemaakt en wordt er onderzoek naar de (toekomstige) collectie van het museum gedaan. In Modemuseum Hasselt wisselen blockbuster tentoonstellingen en tentoonstellingen waarin onderzoek centraal staat elkaar af om een balans te behouden. Blockbuster tentoonstellingen trekken duidelijk meer bezoekers en zijn ook voor de inkomsten van het museum belangrijk.

Een groot contrast was er in de lezingen over modetentoonstellingen in Palais Galliera (Parijs), MoMu (Antwerpen) en het V&A (Londen) in vergelijking met Duitse musea. De eerst genoemde musea trekken een groot publiek en maken tentoonstellingen over populaire ontwerpers en tijdsperioden, waarmee veel geld gemoeid is. De bezoeker verwacht een bijzondere ervaring. “Nadat je blockbuster tentoonstellingen hebt gehad waarin een hoop spektakel en entertainment was, is er een gevaar dat de bezoeker niet anders meer wil. Het schept verwachtingen voor volgende tentoonstellingen. In het V&A wordt de catalogus meer de manier van kennis overbrengen, de tentoonstelling zelf steeds minder.”, vertelt Sonnet Stanfill, conservator van het V&A.

In Duitsland doen de musea (nog?) niet echt aan blockbuster tentoonstellingen, volgens Angelika Riley, conservator mode en textiel Museum für Kunst und Gewerbe Hamburg. Het onderzoek en overbrengen van kennis staat centraal. Objecten worden keurig in chronologische volgorde gepresenteerd in zalen waarin de bezoeker niet wordt ‘afgeleid’ door film of muziek, maar de focus ligt op de tentoongestelde objecten en bijbehorende tekst.    

´Tanz- und Abendkleider 1920er und 1930er Jahre´, Kunstgewerbemuseum Berlijn, 2014 (Foto: Berlin-and-i.de )
´Tanz- und Abendkleider 1920er und 1930er Jahre´, Kunstgewerbemuseum Berlijn, 2014 (Foto: Berlin-and-i.de )

‘Ballgowns: British Glamour Since 1950’, Victoria and Albert Museum, 2012 (foto: luxos.com)
‘Ballgowns: British Glamour Since 1950’, Victoria and Albert Museum, 2012 (foto: luxos.com)

How do you prevent being prostituted?”

Dagvoorzitter Twan Huys, journalist en televisiepresentator, blijkt duidelijk geen kenner noch ervaringsdeskundige op het gebied van mode en kostuum, maar stelt wel prikkelende vragen. Zijn Hollandse directheid levert af en toe grappige situaties op. Een voorbeeld is de schrik op het gezicht van de Engelse conservator nadat haar de vraag wordt gesteld: “How do you prevent being prostituted?”. Ondanks de enigszins platte formulering, gaat deze vraag wel om een belangrijk en actueel punt: in hoeverre laten musea zich voor het maken van tentoonstellingen beïnvloeden door geld van derden en bezoekersaantallen ten koste van het overbrengen van kennis?

The elephant in the room

Ingrid Mida, auteur van het boek The Dress Detective, noemde het the big elephant in the room, een duidelijk probleem dat liever onbesproken blijft of uit de weg wordt gegaan. Er schuilt een risico in blockbuster tentoonstellingen die min of meer als hapklaar pakket aan musea worden aangeboden door een ontwerper of modehuis. Inclusief marketing en publiciteit van dat merk en tevens door hen gefinancierd. Zeer aantrekkelijk voor musea: populair onderwerp, publiekstrekker en nog gesponsord ook. Vaak gaan deze tentoonstellingen echter meer om de ervaring en het spektakel, in plaats van het overbrengen van kennis. Een moeilijke situatie en een gevoelig onderwerp nu musea steeds minder geld van de staat krijgen en op verschillende manieren zichzelf moeten financieren. Bovendien vraagt de bezoeker steeds meer om spektakel.

Vier thema’s

Grofweg zijn er vier thema’s te onderscheiden die tijdens de twee dagen besproken werden:
- Blockbusters en de balans tussen onderzoek en spektakel/entertainment in tentoonstellingen
- Is mode oppervlakkig? “Mode wordt vaak als oppervlakkig gezien en anders wel de mensen die mode serieus nemen.”, vertelt Karolien de Clippel, conservator Modemuseum Hasselt. Er zijn maar weinig universiteiten die het vak modegeschiedenis aanbieden. Al begint er in België, volgens De Clippel, langzaam een wetenschappelijke erkenning te komen.
- Praktische onderwerpen: wel/geen vitrines in tentoonstellingen, welk type poppen gebruikt men en mode en kostuum fotografie.
- Digitale mogelijkheden: het delen en openen van modecollecties online Europeana Fashion, het Nederlandse platform Modemuze en de Rijksstudio.

De meeste aandacht tijdens het symposium werd besteed aan de invloed van de blockbuster tentoonstelling op collectie-gebaseerde tentoonstellingen en werd aangevuld door andere aspecten die komen kijken bij het maken van modetentoonstellingen.

Het waren twee enorm boeiende en geslaagde dagen die gelijkgestemden en –geïnteresseerden uit Europa en Amerika bij elkaar bracht. Het smaakt zeker naar meer. Wanneer is de volgende editie?

Fashion in Museums: Past, Present and Future. Rijksmuseum Amsterdam
Fashion in Museums: Past, Present and Future. Rijksmuseum Amsterdam
Categorie: 

Aanvullingen

Vul deze informatie aan of geef een reactie

Reactie