Petten in de IJzeren Eeuw

 
Le
4 maart 2015
Conservator Zaans Museum / Projectmedewerker Uitvoerende Kunsten Allard Pierson

Tot de jaren 60 van de vorige eeuw ging je eigenlijk niet naar buiten zonder hoed of pet. Een heer was herkenbaar aan een hoed, een man aan een pet, dat was de ongeschreven regel.

Voor ieder beroep een andere pet

Bij elke soort pet hoorde ook een beroep. Er zijn petten voor metaalbewerkers en rijwielherstellers, voor binnenvaartschippers en boeren, voor piccolo’s, voor slagers en voor timmerlieden. 

Petten uit Rotterdam

Voor de tentoonstelling IJzeren Eeuw, over Amsterdam en Nederland in de 19de eeuw, stellen we rondom het thema emancipatie arbeiderspetten uit de periode 1880-1925 op. De petten zijn in bruikleen gegeven door Museum Rotterdam, en zijn gemaakt door de Rotterdamse Hoeden- en Pettenfabriek Vero. De fabriek moest sluiten in 1973, doordat het dragen van hoeden en petten steeds meer in onbruik raakte. De monstercollectie, van 175 verschillende modellen, vond onderdak bij Museum Rotterdam.

Zichtbaar klassenverschil

De petten zijn allemaal op een aparte standaard bevestigd zodat je een goed overzicht krijgt van alle verschillende petten. Naast de arbeiderspetten zitten er ook herenpetten tussen. Dat zijn petten die gedragen werden door heren in hun vrije tijd, met een bijpassend vrijetijdskostuum. Deze petten zijn vaak wat gedetailleerder afgewerkt dan een arbeiderspet, en werden niet dagelijks op het werk gedragen. Het klassenverschil bleef zo duidelijk. Hieronder het resultaat, met ernaast het zwangerschapskorset.

De uiteindelijke opstelling

Vanaf 5 maart t/m 2 augustus zijn de petten te zien in de tentoonstelling De IJzeren Eeuw in het Amsterdam Museum.

Categorie: 

Aanvullingen

Vul deze informatie aan of geef een reactie

Reactie