Modekern blogt: RAVAGE keert terug naar Arnhem

 
RAVAGE, Clemens Rameckers & Arnold van Geuns, 2016 Foto: ©Erwin Olaf
15 april 2017
Onderzoeker bij Modekern, Instituut voor mode-erfgoed

In augustus 2016 bezoeken wij, namens Modekern, met een kleine delegatie, Arnold van Geuns en Clemens Rameckers van RAVAGE in hun chateau d'Ecrainville in het Franse Normandië. Na een warm welkom van mini pincher Willy en de nukkige huisgeit Teddy geven beide heren een rondleiding in hun chateau. Inmiddels beslaat hun carrière zo’n vijftig jaar, maar op de zolder van chateau d'Ecrainville wordt nog immer hard gewerkt; bijvoorbeeld aan de trendboeken die Clemens al 30 jaar voor het forecastingbureau Trend Union maakt op het gebied van mannenmode, aan de tekeningen en schilderijen van Arnold, of aan de vele interieurproducten –en concepten die het duo samen bedenkt en ontwerpt.

De invloed van Elly Lamaker

De veelzijdige carrière van Arnold van Geuns (1949) en Clemens Rameckers (1949) startte in 1967 aan de Academie Beeldende Kunsten Arnhem (nu ArtEZ, Hogeschool voor de Kunsten). Daar leerde het duo elkaar kennen aan de opleiding Modevormgeving, dat op dat moment onder de bezielende leiding van Elly Lamaker (1922) stond. Lamaker hechtte evenveel belang aan tekenen als aan ontwerpen, en vond deze talenten verenigd in de beide heren. Lamaker startte in 1953 aan de Arnhemse kunstacademie de opleiding ‘Kunstnaaldwerk en Mode’ – later omgedoopt tot Modetekenen en Modevormgeving – stond tot en met 1984 aan het hoofd van de beroemde modeopleiding, die over de jaren heen beroemde alumni als Lidewij Edelkoort, Hans Demoed en Geert de Rooij van The People of the Labyrinths, Alexander van Slobbe, Piet Paris, Lucas Ossendrijver, Viktor & Rolf en Iris van Herpen (de laatste drie post Lamaker) heeft afgeleverd.

Clemens Rameckers achter de strijkplank op de Arnhemse academie, 1970/1971
Clemens Rameckers achter de strijkplank op de Arnhemse academie, 1970/1971

Elly Lamaker heeft een onuitwisbare indruk achtergelaten op haar pupillen; spreek een willekeurige oud-student van haar aan, en de verhalen blijven komen. Ze was veeleisend; in haar kritiek op de studenten en hun werk nam ze geen blad voor de mond. Maar ’s avonds nodigde ze haar leerlingen wel uit om bij haar thuis te komen eten. En wie spijbelde en geen zin had om naar school te gaan, werd door Lamaker thuis opgezocht en uit bed gecommandeerd. ‘Mode moet je leven zijn, je moet er al je tijd aan besteden,’[1] zei ze graag tegen haar studenten. En met reden: ‘Wat mijn intentie was, was dat mensen die op de academie kwamen en die verlieten, dat ze dan toch hun brood moesten kunnen verdienen. En dat was eerst niet het geval. Ze deden maar wat en zaten leuk een beetje te tekenen, en een jurkje te maken. […] En toen heb ik langzamerhand een beetje discipline erin gebracht.’[2]

Een breder perspectief op mode

Lamaker bracht niet alleen discipline, maar zorgde ervoor dat mode bestudeerd werd vanuit een breder perspectief dan alleen het kledingstuk an sich. Het moest net als beeldende kunst bekeken worden in de context van de tijdgeest – iets dat nu als vanzelfsprekend beschouwd wordt binnen kunstacademies, maar wat in die tijd, vooral met betrekking tot mode, een uniek perspectief was. Het curriculum werd dan ook volgens deze visie ingevuld; er werd niet alleen ontworpen, patroon getekend en genaaid, maar minstens zo belangrijk was modeontwerp- en modeltekenen (naakt en gekleed), grafisch ontwerpen, kunst- en kostuumgeschiedenis en textielwarenkennis.[3] Deze brede, multidisciplinaire aanpak waarbij de individualiteit van de student centraal stond, in een provinciestad als Arnhem waar in concentratie gewerkt kon worden zonder grootstedelijke afleidingen, creëerde een vruchtbare voedingsbodem en een bijzonder gevoel van saamhorigheid onder de studenten.

Vrienden voor het leven

De vriendschappen en relaties die daar gesmeed zijn, zijn vaak voor het leven, zo laat ook Ravage zien. Met hun klasgenoot Lidewij Edelkoort, die voor dit boek een artikel schreef over het innig met elkaar verweven leven en werk van het duo, is RAVAGE nog steeds zeer goed bevriend. En wordt er nog steeds samengewerkt, onder andere aan de forecastingboeken op het gebied van mannenmode. Ook met studiegenote Liesbeth in ’t Hout en Koos Flinterman, die architectonische vormgeving studeerde aan de Arnhemse academie, is de band nog immer hecht.

Arnold van Geuns & Lidewij Edelkoort poseren in creaties van Arnold voor het Internationele Modefestival Wenen, 1970/1971
Arnold van Geuns & Lidewij Edelkoort poseren in creaties van Arnold voor het Internationele Modefestival Wenen, 1970/1971

Levenslessen aan de Arnhemse academie

De banden van RAVAGE met de Arnhemse academie zijn er nog steeds. Al jarenlang neemt het duo stagiaires en assistenten afkomstig van de academie op in hun praktijk, niet alleen om hen de fijne kneepjes van het vak bij te brengen, maar vooral om jongelui te onderwijzen in de levenslessen, die veel verder gaan dan creatie en inspiratie. De “stage bij RAVAGE” heeft over de jaren heen vele beroemde afnemers gehad die inmiddels beschouwd kunnen worden als gevestigde namen in de Nederlandse mode- en designwereld, zoals Viktor & Rolf, Oscar Raaijmakers en Süleyman Demir, Job Smeets (van Studio Job) en Marije Vogelzang (de laatste twee afkomstig van de Eindhovense Design Academy). Met enige regelmaat is het voorgekomen dat stagiairs en assistenten bij RAVAGE terecht zijn gekomen via vrienden en collegae, die nog wel een jongeman of vrouw kennen die gebaat is bij wat vaderlijk advies en een schop onder de kont. Zoals Viktor & Rolf het omschrijven, terugkijkend op hun tijd met RAVAGE: “Wij zijn zelf niet de luchtigste types, en we vergeten nooit dat zij [RAVAGE] tegen ons in onze soms sombere buien zeiden: 'Maar jullie hebben er nú al geen Zin meer in?! Wij hebben altíjd Zin met een grote Z! Máák Zin'.”

Modekern

Vanaf 27 mei 2017 is Spelenderwijs | mode, kunst, design te zien in Museum Arnhem; een overzichtstentoonstelling van het werk van kunstenaarsduo RAVAGE. De tentoonstelling is een samenwerking met Modekern: Instituut voor mode-erfgoed. Modekern werd opgericht in 2011, en heeft als doel het verzamelen, ontsluiten, onderzoeken en presenteren van de archieven van Nederlandse modeontwerpers van internationale betekenis met het doel de kennis over de moderne Nederlandse modegeschiedenis te vergroten en verder te ontwikkelen.

Na de tentoonstelling zal een deel van het RAVAGE archief overgedragen worden aan Stichting Modekern, Instituut voor mode-erfgoed, een initiatief van het ArtEZ Modelectoraat, Het Gelders Archief, Museum Arnhem en Premsela (nu Het Nieuwe Instituut). In het geval van RAVAGE gaat het, vanwege hun multidisciplinaire manier van werken, om een uniek archief dat toekomstige generaties createurs inzicht geeft in de machinaties van inspiratie en creatie, het belang van multidisciplinariteit, en hoe autonoom werk en werk in opdracht elkaar kunnen versterken. Maar boven alles laat het archief zien hoe belangrijk het is om zin te maken, bezig te blijven met de handen (dan volgt het hoofd vanzelf), en hoe uit een mislukt experiment de beste ideeën kunnen komen. En zo heeft RAVAGE na vijftig jaar nog steeds zin, en is de tentoonstelling Spelenderwijs: mode, kunst & design een uitgelezen kans voor het grote publiek om in het zorgvuldig, en met veel plezier, opgebouwde RAVAGE universum ondergedompeld te worden. En wie daarna nog meer te weten wil komen over hun denkprocessen, inspiratiebronnen en ontwerpmethodieken kan terecht bij Modekern, Instituut voor mode-erfgoed, ondergebracht bij het Gelders Archief, niet ver gelegen van de Arnhemse kunstacademie, waar het duo elkaar in 1967 voor het eerst ontmoette.

Promotiefilmpje voor de tentoonstelling Spelenderwijs: mode, kunst & design

RAVAGE. Spelenderwijs | mode, kunst, design
27 mei 2017 t/m 15 oktober 2017 in Museum Arnhem

Literatuur

[1] https://www.vn.nl/grand-old-lady-van-de-nederlandse-mode/ [bekeken op 23 januari 2017]
[2] Tegendraads, documentaire van Irene Constandse, 2005 [bekeken op 1 februari 2017 via https://www.youtube.com/watch?v=uBIshvvZRU0]
[3] Alex de Vries, “Het moet je leven zijn” in: Academie Arnhem 50 jaar in Mode, p. 18

Categorie: 

Aanvullingen

Vul deze informatie aan of geef een reactie

Reactie