Heupdoek

Een heupdoek gemaakt van geweven katoen. De doek bestaat uit twee banen, die in de lengte aan elkaar genaaid zijn. De scheringdraden zijn geïkat. De scheringeinden zijn tot koordjes ineen gedraaid. Naast deze einden een band van hoog liggende inslagdraden in rood, geel en blauw. De doek is verdeeld in negen dwarsbanden die versierd zijn. De eerste band is smal en heeft zestien kleine vogelfiguren in naturel en gele ronde vlekjes waarin een stip op een rode ondergrond. De brede tweede band heeft vier dodenbomen met mannenfiguurtjes er tussen in naturel, rood, geel en blauw. Om deze figuren heen staan vele kleinere motieven zoals slangen, vogels en vissen in rood, blauw en geel op een zwarte ondergrond. De vierde band is versierd met vier vogels die twee aan twee naar een dodenboom kijken in naturel, rood, geel en zwart. De vijfde, middelste band is breed en ongekleurd. De naad loopt hier dwars overheen en is met siersteken i.p.v. met gewoon naaiwerk gemaakt. Vervolgens een herhaling, maar in omgekeerde volgorde.