Heupdoek

Een heupdoek gemaakt van geweven katoen. De doek bestaat uit twee banen glad katoenen weefsel, die in de lengte aan elkaar zijn genaaid. De scheringdraden zijn geïkat. Bij de tot blauw koord gedraaide scheringeinden is een wit, zwart en helderrood gekleurde band van opliggende inslag gemaakt. Het ikatornament is verdeeld over zeven banden in de breedte van de doek. De eerste band is gevuld met zes paarsgewijs geschikte springende paardenfiguren, die twee aan twee een blauw gekleurd voorwerp insluiten. De paarden zelf zijn naturel van kleur, de ondergrond is roodbruin. De tweede band is zwartblauw met vier vogelfiguren in naturel, geel en rood, kleinere vogelfiguren in geel, planten in naturel, rood en zwart en slangetjes in blauw. De derde band is een herhaling van de eerste. De vierde is de brede middenband met blauwzwarte ondergrond waarop aan weerszijden eerst een rij van acht niet te herkennen dierfiguren, daarna een rij van twaalf, ieder uit negen gele en naturelkleurige blokjes opgebouwde, ruiten. Een rij van acht blauwe vissen en naturelkleurige met bruinrode figuren. Dan de brede middenrij van in elkaar overgaande ornamenten van slingerlijnen, schuine lijnen en blokken in naturel, roodbruin en geel. Hierna een herhaling van het opgesomde in omgekeerde volgorde.