Blue jeans, 350 jaar spijkergoed?

 
Freudenthal/Verhagen, Horse and Rider (2012). Collectie Centraal Museum, Utrecht, inv.nr. 31788.
17 april 2015
Conservator mode & kostuums Centraal Museum Utrecht

De Australische antropoloog Michael Taussig verwoordde het treffend: ‘To slip into your blue jeans is to slip into a surprising and unexpected encounter with the past, but without your having the faintest idea of what you are slipping into.’(1) 

Een zeventiende-eeuwse denim rok? Of twintigste-eeuwse “jeans voor Ondergoederen, Slagerjassen of Koksbuizen”? Het bestond. Als je je iets meer in het onderwerp verdiept gaat er een wereld open, die niet zo vanzelfsprekend is als in eerste instantie lijkt.  

Stalenboek, 1904. TextielMuseum, Tilburg.
Stalenboek, 1904. TextielMuseum, Tilburg.

Toen..

In 2012 organiseerde het Centraal Museum de tentoonstelling Blue jeans, 350 jaar spijkergoed.(2) Inderdaad, 350 jaar, zo ongeveer. Het laat zeventiende-eeuwse schilderij Woman Begging with Two Children van The Master of the Blue Jeans vormde een kernstuk. De blauwe rok van de afgebeelde jonge vrouw vertoont een grote scheur met een gerafelde rand, die een witte inslag verraadt. Kortom: de vergelijking met een hedendaagse spijkerrok is snel te maken.  

 

The Master of the Blue Jeans, Woman Begging with Two Children, laat zeventiende eeuw, olieverf op doek. Galerie Canesso, Parijs. Foto: Thomas Hennocque.
The Master of the Blue Jeans, Woman Begging with Two Children, laat zeventiende eeuw, olieverf op doek. Galerie Canesso, Parijs. Foto: Thomas Hennocque.

Uit onderzoek (3) blijkt dat de benodigde grondstoffen zoals katoen(mengsels) en blauw pigment, in die tijd al beschikbaar waren. Ook op het schilderij Raftsmen playing cards uit 1847 van George Caleb Bingham, draagt een van de kaartspelende mannen een blauwe broek draagt met omgeslagen pijpen, die een lichtere kleur hebben. 

George Caleb Bingham, Raftsmen playing cards, 1847, olieverf op doek. Saint Louis Art Museum, Saint Louis (Illinois), Verenigde Staten, legaat  Ezra H. Linley, inv.nr. 50:1934.
George Caleb Bingham, Raftsmen playing cards, 1847, olieverf op doek. Saint Louis Art Museum, Saint Louis (Illinois), Verenigde Staten, legaat Ezra H. Linley, inv.nr. 50:1934.

'Ontstaan' van de spijkerbroek

Of deze broek ook de kenmerkende ‘spijkerkoppen’ heeft is niet van het schilderij af te leiden. Deze klinknagels vormden namelijk het belangrijkste aanknopingspunt voor het ‘ontstaan’ van de spijkerbroek in de negentiende eeuw in de Verenigde Staten.

Pas ruim 25 jaar na het vervaardigen van het schilderij, vroeg Levi Strauss op initiatief van de kleermaker Jacob Davis, patent aan op de met spijkerkoppen verstevigde werkbroek.(4) Dit was in 1873. In de aanvraag ligt de nadruk op de toepassing van deze klinknagel voor het verstevigen van de zakopeningen, zodat de naden niet meer uitscheuren. Dit kan door gebruik te maken van een metalen ‘rivet or eyelet’ bij iedere zakopening van ‘a pair of pants’, zo redeneert Strauss. 

In het patent wordt met geen woord gerept over ‘blue’, ‘denim’ of ‘jeans’. Als basis voor het kledingstuk diende bovendien de stof die al in gebruik was voor de bestaande werkbroeken, waaronder denim, maar ook canvas. \

Een achttiende-eeuwse voorloper

Maar om iets zinnigs te kunnen zeggen over de kwaliteit, textuur en samenstelling van weefsels uit deze periode is het belangrijk om de authentieke kleren te bestuderen. Uit de zeventiende eeuw is echter geen textiel bewaard gebleven dat in aanmerking kwam voor onderzoek. Een bijzonder voorbeeld komt –hoewel van latere datum– uit een wellicht ongebruikelijke hoek, te weten de achttiende-eeuwse Napolitaanse kerststal van het Utrechtse Museum Catharijneconvent.

Herder uit de Napolitaanse kerststal, Napels, achttiende eeuw. Museum Catharijneconvent, Utrecht, inv.nr. ABM bh500.22.
Herder uit de Napolitaanse kerststal, Napels, achttiende eeuw. Museum Catharijneconvent, Utrecht, inv.nr. ABM bh500.22.

Wie de kerststal nauwkeurig bestudeert, ziet dat bijvoorbeeld een herder en een jongen grove katoenen broeken dragen, met blauwe keper en ongebleekte inslagdraden: een stof die we tegenwoordig definiëren als denim. Ook een dronkaard, die met een lege wijnfles in zijn hand tegen een muurtje hangt, draagt een kraagloze jasje met lange mouwen dat is gemaakt van dezelfde stof. 

Het reikt te ver om de ingewikkelde etymologie van de woorden spijkerbroek, denim en jeans in dit blog te behandelen. De woorden lijken inwisselbaar, maar hebben een elk een andere geschiedenis en betekenis. In de recent verschenen ‘Studies in Textiel 2’ (5) is een uitgebreid artikel te lezen over deze terminologie. 

En nu...

Er is een wereld te ontdekken; kansen worden met twee handen aangegrepen tijdens de Amsterdam Denim Days. Laat je inspireren!

 

Noten:

1) Michael Taussig, ‘Redeeming Indigo’, Theory, Culture & Society, 25, nr. 3 (2008) 1-15.
2) Bij deze tentoonstelling verscheen onder dezelfde titel een boek en een Denim dictionary, uitgegeven door het Centraal Museum in samenwerking met de Amsterdamse jeans speciaalzaak     Tenue de Nîmes.
3) Gerlinde Gruber, The Master of the Blue JeansA painter of reality in late 17th century Europe (Parijs 2010) 14.
4) Patent #139.121, erkend op 20 mei 1873. Dit patent liep tot 1891.
5) Studies in Textiel: de stof bij de naam noemen, deel 2 2013 

Categorie: 

Aanvullingen

Vul deze informatie aan of geef een reactie

Reactie