Doek

Bruin geverfd lapje stof met wit uitsparingmotief (zie M6-46). Het afbindmotief bestaat uit twee kruisen (ongeveer 5x3 cm) en 9 rijen kleine witte streepjes (ongeveer 1 cm). Het lapje damast werd dubbelgevouwen en het patroon werd in twee lagen stof tegelijk ingenaaid; eerst de rijen streepjes en toen het kruis. Mrs. Kamara heeft het lapje in synthetische verf bruin geverfd, waarna de afbindingen losgemaakt konden worden. Van elke rij streepjes is de helft scherp en de andere helft niet. Dit komt doordat het patroon in twee lagen stof tegelijk is ingenaaid; in de onderliggende stof is het patroon niet scherp geworden ( zie ook de achterkant, waar alle streepjes vaag zijn). Het losknippen of lossnijden van de afbindingen was niet gemakkelijk; meerdere keren is er in de stof geknipt (of gesneden). Patroon: Tumbu (M6-47). Deze doek is een voorbeeldlapje van het patroon Tumbu. Gara wordt wel vaker op zo'n klein lapje gemaakt, bv. als een leerling(e) een nieuw patroon leert, krijgt hij/zij een klein lapje stof, een restantje, om het nieuwe patroon uit te proberen. Lukt dat, dan krijgt hij/zij een kinderwikkelrok, t-shirt, hoofddoek of iets dergelijks te doen. Pas als dat ook lukt, krijgt hij/zij de opdracht het patroon op een grote lap te maken (van ongeveer 2 of 4 meter). Deze lap is gemaakt door Mrs. Kamara vlak voor het vertrek van K.K.Gerbrands uit Sierra Leone. K.K.Gerbrands wilde graag voorbeelden van enkele patronen.