Borstdoek (quechquemitl)

Quechquemitl bestaat uit twee geweven 'panden', zodanig aan elkaar genaaid dat een kledingstuk ontstaat met een opening voor het hoofd en eindigend in twee punten, op de borst en op de rug gedragen. Grondweefsel bestaat uit witte katoen in linnenbinding (kettingrips). De smalle streep van wijnrode wol is geweven in de rondweeftechniek. De quechquemitl is op de punten versierd met gestileerde plantmotieven (borduurwerk in diverse kleuren wol). Het kledingstuk is langs de nekopening, langs de randen en op de naad afgezet met wol in de kleuren rood, groen, oranje, paars, fuchsia en bougainvillea. Veldaantekeningen IWJ, dec. 1950: Instead of calling garment a quechquemitl, call it huipil (!) - of white cotton, embroidered corners, knotted fringe added. Cost $25. Heavy canvas-like weave - around outer edges a woolen narrow stripe in purple in shaped-weave (like San Pablito).