Raffia weefsel, geborduurd met geometrische motieven

 

Raffia weefsel met borduurwerk, een zogenoemd Kasai-weefsel, naar de oorspronkelijke geografische herkomst van de doek. Dergelijke weefsels worden gebruikt als bruidsschat, als kledingstuk...

Objectnummer
TM-2365-5
Instelling
Stichting Nationaal Museum van Wereldculturen
Periode
voor 1954
Herkomst
Zaïre

Raffia weefsel met borduurwerk, een zogenoemd Kasai-weefsel, naar de oorspronkelijke geografische herkomst van de doek. Dergelijke weefsels worden gebruikt als bruidsschat, als kledingstuk gedragen of bestemd zijn als grafgift. Iedere doek heeft een symbolische betekenis en is minstens een persoonlijke uiting. Het weven is mannenwerk, terwijl vrouwen de borduursels aanbrengen. Achter de complexe patronen schuilt een geheel eigen mythologie en gedachtenwereld. De Kuba bedrijven landbouw, jacht en visserij. Elk stamgebied kent een grote mate van onafhankelijkheid. Wat hen verbindt is de militaire overheersing van de koning, tradities, mythologie en godsdienst. In de Kuba-kunst, met zijn bloeitijd in de 17e en 18e eeuw, maken mannen de figuratieve afbeeldingen, terwijl vrouwen zich voornamelijk bezighouden met abstracte geometrische voorstellingen. De wortels liggen in een ver verleden, in het Paleolithicum, dat de archaïche motieven levert zoals het universele visgraatmotief. Later nam men elementen van inheems vlechtwerk en borduurwerk over. In de 16e eeuw zelfs middeleeuwse motieven van Wsterse borduurkunst en heraldiek. De kunst van het velours maken zou aan de Kuba zjin geopenbaard op het moment dat ze zich in de Kasai-streek vestigden (van Griensven, 1986). Iedere doek heeft een symbolische betekenis en is minstens een persoonlijke uiting. Het weven is mannenwerk, terwijl vrouwen de borduursels aanbrengen.Achter de complexe patronen schuilt een geheel eigen mythologie en gedachtenwereld. De doeken worden door meerdere stammen in West- en Centraal Zaïre vervaardigd, maar staan bekend als (Ba)kuba-weefsels. De Kuba bedrijven landbouw, jacht en visserij. Elk stamgebied kent een grote mate van onafhankelijkheid. Wat hen verbindt is de militaire overheersing van de koning, tradities, mythologie en godsdienst. In de Kuba-kunst, met zijn bloeitijd in de 17e en 18e eeuw, maken mannen de figuratieve afbeeldingen, terwijl vrouwen zich voornamelijk bezighouden met abstracte geometrische voorstellingen. De wortels liggen in een ver verleden, in het Paleolithicum, dat de archaïche motieven levert zoals het universele visgraatmotief. Later nam men elementen van inheems vlechtwerk en borduurwerk over. In de 16e eeuw zelfs middeleeuwse motieven van Wsterse borduurkunst en heraldiek. De kunst van het velours maken zou aan de Kuba zjin geopenbaard op het moment dat ze zich in de Kasai-streek vestigden (van Griensven, 1986).

Aanvullingen

Vul deze informatie aan of geef een reactie

Reactie