Hoofddoek

 

Een hoofddoek gemaakt van geweven katoen. De hoofddoek is roodbruin en versierd met tal van witte ruitjes, gegroepeerd in diagonalen en vierkanten van ongelijke grootte. In het midden is een groot...

Objectnummer
RV-1183-74
Instelling
Stichting Nationaal Museum van Wereldculturen
Periode
voor 1898
Herkomst
Davao-golf

Een hoofddoek gemaakt van geweven katoen. De hoofddoek is roodbruin en versierd met tal van witte ruitjes, gegroepeerd in diagonalen en vierkanten van ongelijke grootte. In het midden is een groot kruis met concentrische cirkels als kern. De randen zijn versierd met witte glazen kraaltjes. Deze hoofddoek mocht alleen gedragen worden door Bagobo-mannen die een vijand hadden gedood. (Schadenberg. Z.f.E.1885, p.17.-kroeber. 126.) Volgens de Bagobo kosmologie stonden de strijders onder de speciale bescherming van twee machtige goden, Mandarangan en zijn vrouw, Darago. Deze goden werden gunstig gesteld met giften en mensenoffers om op deze wijze succes in de strijd te verzekeren. Om hun speciale bescherming te verdienen, moesten de strijders wel eerst twee mensenlevens genomen hebben. Wanneer dit gedaan was mocht de strijder een speciale geïkatte hoofddoek, een z.g. 'Tangkulo' dragen. Na vier gedode vijanden mocht hij een bloedrode broek dragen. Zes levens gaven hem het recht een kompleet rood tenue te dragen plus de bijbehorende accesoires van de 'Magani', een elite titel, die begeerd werd door elke Bagobo-strijder.

Aanvullingen

Vul deze informatie aan of geef een reactie

Reactie