Katoenen heupdoek

 

Deze doek is bekend bij de Batak die ten zuidwesten van het Tobameer wonen onder de naam 'ragi harangan'. 'Harangan' is een jong bos of woud (Van der Tuuk 1861:74). Hij is ook bekend als 'ragi...

Objectnummer
TM-3963-9
Instelling
Stichting Nationaal Museum van Wereldculturen
Periode
voor 1971
Herkomst
Tapanuli Utara (regentschap)

Deze doek is bekend bij de Batak die ten zuidwesten van het Tobameer wonen onder de naam 'ragi harangan'. 'Harangan' is een jong bos of woud (Van der Tuuk 1861:74). Hij is ook bekend als 'ragi uluan', een naam die de plaats van vervaardiging van deze doeksoort aangeeft. In dit gebied zijn doeken met stippelikat zeer gangbaar en onderhavige vertegenwoordigt een van de meest gewaardeerde doeksoorten van de streek. Deze doek is bijzonder breed. Hij bestaat meestal uit twee apart geweven lappen die aan elkaar worden genaaid (er bestaat een smallere versie van een geweven ketting). Deze doeksoort kan of rode of blauwe zijbanen bevatten en of blauw of rood kan domineren in de middenbaan. Deze doek heeft smalle indigoblauwe zijbanen en een dominante roodbruine middenbaan waarin smalle witte strepen in kettingrichting gelijk zijn verspreid. Tussen de smalle witte strepen bevinden zich nog smallere witte, blauwe en rode strepen. De ikatpatronen zijn uit de indigoblauwe kettingstrepen gespaard en zien eruit als gestippelde lijnen in kettingrichting. In beide uiteinden van deze doek bevinden zich suppletoire inslagstrepen die van zelfkant tot zelfkant strekken ('tupe'). In dit geval zijn deze strepen vrij eenvoudig. De motieven kunnen ook gecompliceerder zijn en met kralen versierd. De getwijnde inslag bevat het 'iponipon' (tanden) motief. De doek dient als heupbedekking voor mannen (zie fig. 85 in Niessen 1993:102), en als deken. De doek kan ook gebruikt worden bij een begrafenisritueel om een lijk in te wikkelen. Volgens de schenkster is het een lijkwade voor een vrouw die kleinkinderen heeft gehad.

Aanvullingen

Vul deze informatie aan of geef een reactie

Reactie