Katoenen wikkelrok door Abdullah met veel bloemen, vogels en geometrisch patroon

 

Deze rok is een kain panjang kepala pagi sore. pagi sore verwijst naar de verschillend gebatikte helften van de badan ('lichaam') van de doek, zodat mensen de rok op de 'middag' anders kunnen...

Maker
Vervaardiging: Abdullah
Objectnummer
TM-5663-966
Instelling
Stichting Nationaal Museum van Wereldculturen
Periode
ca. 1941-1945
Herkomst
Pekalongan (regentschap)

Deze rok is een kain panjang kepala pagi sore. pagi sore verwijst naar de verschillend gebatikte helften van de badan ('lichaam') van de doek, zodat mensen de rok op de 'middag' anders kunnen wikkelen dan op de 'vroege avond'. De term kepala ('hoofd') in de naam verwijst naar de halve kepala aan een uiteinde, zonder de traditionele tumpal. De doek is tevens een Djawa Hokokai, een term die verwijst naar de Jawa Service Association van de Japanners tijdens de bezetting van het huidige Indonesië. Deze organisatie verwierf goederen en arbeidskrachten voor de oorlog (Veldhuisen, 1993:150). De ene helft van de badan bevat bloementakken met vlinders, de andere een bulan, bloemenrand, met twee keer twee vogels en bloemen op een achtergrond van garis miring (diagonale stroken) met parang. Het parang motief is één van de zogenaamde verboden motieven. Deze motieven werden door de sultans van Yogya en Solo verboden voor de gewone burgers te dragen. Parang betekent (klein) zwaard, en symboliseert macht en groei (McCabe Elliot, 1984:68). Veldhuisen's informant noemt het patroon Jawa Hokokai putri mandi. Een putri mandi is een badend meisje; lekkernij. De term wijst op twee tegenstrjidige eigenschappen. De rok is van Arabische makelij en was bestemd voor de Japanners.

Aanvullingen

Vul deze informatie aan of geef een reactie

Reactie