Katoenen wikkelrok met verschillende helften, één met diagonale banen, de andere met florale motieven

 

Kain panjang pagi sore, ochtend-late middag, die door verschillende wikkelwijzen anders gedragen kan worden, waardoor een hele andere doek ontstaat. De badan ('lichaam') is diagonaal in tweeën...

Objectnummer
TM-5663-543
Instelling
Stichting Nationaal Museum van Wereldculturen
Periode
ca. 1920

Kain panjang pagi sore, ochtend-late middag, die door verschillende wikkelwijzen anders gedragen kan worden, waardoor een hele andere doek ontstaat. De badan ('lichaam') is diagonaal in tweeën verdeeld. De ene helft bevat vele florale motieven: takken, bloemen en bladeren. De andere helft bestaat uit diagonale banen, garis miring, die gevuld zijn met het verboden parang-motief. Het motief is in de 18e eeuw, met nog andere motieven, tot koninklijk symbool verklaard, waardoor het verboden werd voor de gewone burger ze te gebruiken. Het parang-motief impliceert macht en groei (McCabe Elliot, 1984). De kain panjang was de officiele dracht aan de vorstenhoven van Midden-Java en van de aristocratie elders. Mannen dragen deze doeken anders dan vrouwen en de wikkelwijze hangt af van de sociale status van de drager. In Lasem was een groot deel van de batik voor de export naar Sumatra bestemd. De batik produktie was er voornamelijk in handen van de Peranakan (van Hout, 2001). Deze doek was bestemd voor alle culturele groepen.

Aanvullingen

Vul deze informatie aan of geef een reactie

Reactie