Katoenen kokerrok door C.J. von Franquemont met nootmuskaatboom

 

Batikdoek met nootmuskaatboom en typische kleur groen. Nootmuskaat was een van de specerijen waardoor de handel tussen Nederland en de Indonesische archipel ontstond. Grote motieven waren wel...

Maker
Vervaardiging: Carolina Josephina von Franquemont
Objectnummer
TM-1585-4
Instelling
Stichting Nationaal Museum van Wereldculturen
Periode
1840 - 1867
Herkomst
Semarang (regentschap)

Batikdoek met nootmuskaatboom en typische kleur groen. Nootmuskaat was een van de specerijen waardoor de handel tussen Nederland en de Indonesische archipel ontstond. Grote motieven waren wel gebruikelijk in Banyumas (waar de doek eerst aan toegeschreven was), maar de stijl van verven in dit geval is uitgesproken Semarang (rood), vandaar ook dat de doek wordt toegeschreven aan Franquemont te Semarang. Het is een van de bekendste batiks gemaakt door Carolina Josephina von Franquemont (1817-1867), een Indo-Europese vrouw die een eigen batikkerij had van 1840 tot 1867, eerst te Surabaya, later te Semarang. Haar kenmerk was de groene kleur die zij veelvuldig gebruikte (zo ook een gele kleur), maar die ook veelvuldig werd nagemaakt door andere batikkerijen. De geheimen van deze verfstof zijn samen met Franquemont zelf verdwenen tijdens een aardbeving in juni 1867. Doeken met deze kleur werden kain Prankemon genoemd, een verbastering van haar achternaam. Von Franquemont, zo schrijft Rouffaer (1904:138-139), maakte hoofdzakelijk sarongs gericht op de Europese en Indo-Europese en Indo-Chinese markt. In Semarang waren de welvarende Indo-Chinezen de grootste bevolkingsgroep (Veldhuisen, 1993:39). Met haar rijke kleuren kon von Franquemont de geliefde, al eeuwenlang uit India geimporteerde, doeken imiteren. Deze waren geliefd bij Europeanen, maar ook onderdeel van het adat kostuum van de Noordkust van Java (id.). Haar motieven waren Europese decoratieve patronen, evenals Chinese motieven en traditionele Noordkust patronen. De Europese motieven kwamen uit geillustreerde modetijdschriften zoals Aglaja, en van boekillustraties voor de Javaanse markt. Franquemont had het alleenrecht om deze patronen aan te passen (Rouffaer, 1914:23), maar maakte zelf ook nieuwe. Daarnaast kopieerden batikkerijen elkaar. Von Franquemont had een geheel eigen kleur groen, waarvan het recept met haarzelf is verdwenen tijdens een aardbeving. Ze slaagde erin het rijke kleurschema van Indiase sits na te maken met plantaardige kleurstoffen.

Aanvullingen

Vul deze informatie aan of geef een reactie

Reactie