Katoenen wikkelrok met bloemboeketten, vogels en vlinders

 

Kain panjang kepala tumpal, met aan elk uiteinde een halve kepala ('hoofd'). Aan één uiteinde heeft de kepala de traditionele tumpal, aan de andere kant het Chinese gigi balang, waarbij de...

Objectnummer
TM-5663-534
Instelling
Stichting Nationaal Museum van Wereldculturen
Periode
ca. 1920

Kain panjang kepala tumpal, met aan elk uiteinde een halve kepala ('hoofd'). Aan één uiteinde heeft de kepala de traditionele tumpal, aan de andere kant het Chinese gigi balang, waarbij de ruitmotieven de tumpal overschaduwen (Heringa, 1996). De badan ('lichaam') bevat drie boeketten, met er boven een vlinder en vogel, alles op banji-achtergrond. Banji is het Chinese woord voor het Sanskrite swastika, en verwijst naar welvaart en geluk (van Roojen, 1998). Boeketten waren oorspronkelijk Europese motieven, maar werden in 1920, na de wettelijke gelijkstelling van (Indo-)Chinezen aan (Indo-)Europeanen, snel overgenomen door die Peranakan batikkerijen als statussymbool. De soort bloem en gebruikte kleuren hebben alle hun eigen symboliek (idem). De kain panjang was de officiele dracht aan de vorstenhoven van Midden-Java en van de aristocratie elders. Mannen dragen deze doeken anders dan vrouwen en de wikkelwijze hangt af van de sociale status van de drager. Kain panjangs met halve kepala werden vroeger gedragen door vrije vrouwen, terwijl slaven een sarung droegen met een complete kepala in het midden van de badan (van Hout, 2001). In Lasem was een groot deel van de batik voor de export naar Sumatra bestemd (van Hout, 2001). Ook deze doek was bestemd voor de export, naast de lokale markt.

Aanvullingen

Vul deze informatie aan of geef een reactie

Reactie