Kokerrok door Nj. Tan Sin Ing met anjers in kleine boeketten

Een Peranakan (Indo-Chinese) kokerrok, in twee kleuren blauw, sogabruin, groen in cocohan (kleine puntjes) en wit. De badan bevat kleinere bloemboeketten, verticaal twee boeketten boven elkaar, met onder andere lotusbloemen. De lotus is een heilige bloem die in de Chinese symboliek reïncarnatie en de continuering van de familie stamboom representeert (Heringa, 1996). De kepala is in dlorong op galaran (kleine streepjes). Dlorong zijn diagonale banen, in dit geval gevuld met lelies, anjers en bladeren. VOlgens Heringa is de kepala dlorong geïntroduceerd door bekende batikster Lies van Zuylen. Boeketten zijn van Europese origine, evenals de lelie die voor reinheid en toewijding staat, terwijl de anjer fijngevoeligheid uitdrukt. Peranakan zien in het motief een andere soort lelie, de datura, die door zijn sterke geur kwaad afwerende en dus beschermende krachten zou hebben (Heringa, 1996). Peranakan en Chinese immigranten werden in 1920 wettelijk gelijkgesteld aan de Europese bevolking, hetgeen resulteerde in een zoeken naar een statusbepalende klederdracht, wat met soortgelijke motieven bewerkstelligd werd. De combinatie van Chinese en Europese motieven had dit tot doel. ook de vorm van de kepala is niet traditioneel, maar aangepast aan voorkeuren van beide bevolingsgroepen, omdat Peranakan batikkers zowel voor Chinese als Europese kopers batiks maakten (Heringa, 1996). Deze doek was gemaakt voor gebruik door alle culturele groepen.